De omzet uit hardware van het Open Compute Project (OCP) is vorig jaar door de grens van één miljard dollar gegaan. Servers maakten driekwart van de omzet uit, maar racks, stroomvoorziening en passieve optische netwerken (pon’s) zullen nog een groeispurt maken.
Tegen 2021 zal de omzet jaarlijks met 59 procent groeien, zo verwacht IHS Markit in een studie die door OCP zelf besteld werd. Tegen dan zal ze aftikken op zes miljard dollar. OCP is een organisatie die ontwerpen van datacenter-apparatuur deelt onder bedrijven. Onder meer Nokia, Apple, Google, Microsoft, Dell en Goldman Sachs maken er deel van uit. Het project zag het levenslicht in 2011 bij Facebook. In de studie zijn de bedrijven die deel uitmaken van de organisate zelf niet opgenomen.
Volgens IHS profiteren vooral bedrijven met hyperscale data centers van OCP, iets wat de organisatie zelf definieert als faciliteiten van minstens 278.000 vierkante meter (drie miljoen vierkante voet). Vooral data centers, video on demand, stemcommunicatie en vpn’s maken de meeste use cases uit OCP-hardware. E-commerce-sites en puur digitale bedrijven (hotelvergelijkingssites bijvoorbeeld) hebben ‘de grootste baat’ bij de onderneming, aldus IHS. Andere veelbelovende markten zijn banken, online retail en onderwijs.
Ook regeringen en overheden kijken serieus naar OCP-apparatuur voor onderzoek en defensie, zegt IHS. Veel overheden gaan er van uit dat het makkelijker is om open source-systemen te beveiligen dan commmerciële ontwerpen. Een pijnpunt is wel dat software in het verhaal nog een stuk minder ver staat dan hardware. Zo is er een gebrek aan software van derde partijen om zaken te beheren en te automatiseren op OCP-apparatuur.
In de marge van de studie kondigde de organisatie trouwens aan dat het een partnership heeft gesloten met de Linux Foundation.