Beamler, een aanbieder van 3D-printsoftware voor industriële toepassingen, neemt het failliete Printr over. Dit bedrijf uit Enschede ontwikkelde software om desktop 3D-printers vanuit de cloud aan te sturen maar ging afgelopen oktober failliet.
Ondanks de 750.000 euro die Printr in 2015 ophaalde bij investeerders, moest de startup op 28 oktober 2017 door geldgebrek zijn activiteiten staken. Er werkte uiteindelijk zestien mensen bij het bedrijf. Printr, opgericht door drie voormalige studenten van de Universiteit Twente en één van de Hogeschool Saxion, bood een box aan met als doel 3D-printen voor iedereen toegankelijk te maken.
Probleem bij 3D-printen is namelijk dat de technologie nog lang niet voor iedereen beschikbaar is. Het grootste obstakel vormt de hoeveelheid software die nodig is en de kennis om die verschillende toepassingen te gebruiken. De complexe configuratie van een 3D-printer blijft één van de grotere beperkingen die het voor het grote publiek onmogelijk maakt om zelfstandig driedimensionaal te printen met een daartoe geschikt apparaat.
Om dit probleem te verhelpen, ontwierp Printr ‘The Element’, een box met alle benodigde (cloud)software die aan een 3D-printer bevestigd kan worden. Met deze box zou het voor iedereen een koud kunstje zijn om met een 3D-printer eenvoudig een object fabriceren. Daarnaast ontwikkelde Print een versie voor fabrikanten die zij kunnen integreren in hun printers.
Soort doorstart
Het Amsterdamse Beamler heeft nu uit faillissement de naam, technologie en websitenaam www.printr.com overgenomen. ‘Printr geeft ontwikkelaars de mogelijkheid om via de cloud, vanaf een willekeurige computer, gelijktijdig diverse 3D-printers aan te sturen. Wij zien deze technologie als veelbelovend en een cruciale ontwikkeling voor de verdere groei van de industrie’, aldus Willem-Jan van Loon, oprichter van Beamler. ‘Wij zijn van plan de technologie van Printr in te zetten en verder uit te breiden. Zo integreren wij verscheidene functies in ons eigen platform voor lancering van de Beamler software versie 1.1 in het tweede kwartaal van 2018.’