Digitalisering zal de samenleving van morgen verder vormgeven. Het rapport Maak Waar! van de Studiegroep Informatiesamenleving en Overheid stelt dat Nederland veel te winnen heeft bij verdergaande digitalisering. Het Regeerakkoord van kabinet Rutte-III heeft niet aan alle aanbevelingen uit het rapport gehoor gegeven. Wel wordt onder meer ingezet op de komst van een Europese digitale markt, verdere versterking van de digitale beveiliging van Nederland, een openbaar bestuur dat zich aanpast aan de digitale samenleving voor een betere dienstverlening en inzet van digitalisering in vele domeinen van overheidsbeleid. Criticasters ervaren onvoldoende ‘sense of urgency’ waar het gaat om aanhaken bij de snelle ontwikkelingen. Het rapport stelt: ‘Vrijwel alles digitaliseert, maar de overheid blijft achter. Maarten Camps, secretaris-generaal van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, over bestaande kaders en nieuwe vragen.
’De studiegroep is destijds opgestart vanuit het ongemak dat we al heel lang voelden. We zijn bezig met één digitale overheid, maar we worstelen iedere keer met het vraagstuk ‘hoe krijgen we alle kikkers in de kruiwagen?’ Want er zijn heel veel partijen bij digitalisering betrokken, zowel in beslissingen over wat we doen als hoe we het financieren. Om dit proces beter te begeleiden en te sturen is in 2014 de Digicommissaris aangesteld. In het zicht van een nieuw kabinet was de studiegroep een goede gelegenheid om te reflecteren: hoe kunnen we processen en verantwoordelijkheden beter borgen en beleggen, en tegelijkertijd meer rust creëren om ervoor te zorgen dat die digitale overheid er ook echt komt? Dit vanuit de overtuiging dat digitalisering echt nodig is voor de kwaliteit van de dienstverlening en ook voor de betrouwbaarheid en doelmatigheid van de overheid.’
Primaire focus
‘Daarbij is de primaire focus gericht op de digitale overheid zelf en daarin heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het voortouw. Tegelijkertijd hebben we geconstateerd: die digitale overheid is onderdeel van een veel bredere beweging en dat is de digitalisering van de samenleving – de digitalisering van de economie – zelf. Digitalisering dringt overal door in ons dagelijkse bestaan. Ook in alle domeinen van overheidsverantwoordelijkheid. Denk aan zorg, aan mobiliteit, veiligheid, voedsel, energie en aan de impact op de arbeidsmarkt. Digitalisering komt gewoon overal in terug. De digitalisering van de overheid is een component van dat grote geheel en vanuit onze overheidsrol moeten wijzelf daar ook nadrukkelijk het voortouw in nemen. Om te zorgen dat we goed met de digitalisering omgaan moeten we zelf digitaliseren.’
Drie systeemdepartementen
Het Maak Waar! rapport doet een aantal voorstellen hoe de overheid die digitalisering van zichzelf kan gaan waarmaken, geeft Camps aan. Daaropvolgend is ABDTOPConsult gevraagd om advies uit te brengen over de implementatie van het rapport. Richard van Zwol (voorzitter van de studiegroep), en later Hans van der Vlist (waarnemend SG van BZK waar de portefeuille digitale overheid vanouds ligt), Siebe Riedstra (Justitie en Veiligheid) en Maarten Camps zijn in gesprek gegaan over samenwerken en het verdelen van taken en verantwoordelijkheden.
Camps spreekt in dit verband van ‘de drie systeemdepartementen’: BZK voor de overheid zelf, JenV voor de cybersecurity en de veiligheid, en EZK voor de digitalisering van de samenleving en de economie. ‘Maar nogmaals, digitalisering komt in alle domeinen van overheidsverantwoordelijkheid terug. Neem bijvoorbeeld het zorgdomein waar digitalisering kan helpen om de zorg van de toekomst te leveren, met een betere kwaliteit tegen lagere kosten. En, die ook een oplossing kan bieden voor een arbeidsmarkt die steeds krapper wordt. Dit speelt op andere domeinen eveneens. Rond voedsel bijvoorbeeld, denk aan kwaliteitsmonitoring tijdens de productie maar ook bij het informeren van consumenten over de herkomst en samenstelling van het product en de productieketen, zodat die daar in hun keuzegedrag rekening mee kunnen houden. Bij energie denk ik bijvoorbeeld aan de slimme meter, kortom op al die domeinen speelt digitalisering.’
Data als nieuwe productiefactor
‘Er is sprake van een aantal dwarsdoorsnijdende elementen die overal terugkomen. De digitale overheid is eigenlijk het platform waarop wij al onze voorzieningen bouwen. Dat betreft BZK. Het is onze backbone en de veiligheid daarvan is cruciaal. Als die veiligheid niet is gegarandeerd, dan kunnen we ook de kansen niet pakken. Niet als overheid zelf, maar ook de ondernemers niet. Je moet een slot op de deur hebben, dat geldt in de fysieke wereld en zeker ook in de digitale wereld. Dat is de cybersecuritykant en daar is JenV verantwoordelijk voor. Vanuit EZK zitten wij op het spoor: hoe kunnen wij die digitale economie echt mogelijk maken? Dat heeft te maken met onderwijs, ondernemerschap en ook met regelgeving. Is de bestaande regelgeving voldoende toegesneden op digitalisering of is die nog teveel toegesneden op de technologie van gisteren en te weinig op de technologie van morgen? Tegelijk komen we te staan voor heel nieuwe vragen die we niet eerder op tafel hebben gehad. Data kun je zien als nieuwe productiefactor. Maar van wie zijn die data? Hoe is de kwaliteit geborgd, wat gebeurt er eigenlijk mee? Hoe is de privacy georganiseerd? Die vragen spelen in alle sectoren. Dat zijn dus horizontale thema’s. Als we daarop antwoorden vinden, gelden die voor alle domeinen.’
Publieke waarden
Dan praten we dus over publieke waarden en belangen plus de borging daarvan. Dit zijn thema’s voor EZK, bevestigt Camps. ‘Bedrijven als Airbnb en Uber hebben een nieuw businessmodel. Dan is de vraag: hoe past dat binnen de bestaande kaders? Als dan blijkt dat het niet past, moet je eerst terug naar: waarom hadden we die kaders ook al weer? Die waren bedoeld om een aantal publieke belangen te borgen en die hebben we vormgeven zoals we destijds naar de hotel- of taximarkt keken. Dat dit nu verandert, betekent dat de kaders misschien ook anders kunnen. Dat roept ook weer nieuwe vragen op. Want we hanteren een beleid voor hotels, maar ondertussen gaan de rolkoffertjes de hele stad door. Dat geeft aan dat er een spanningsveld is. Je kunt dan een harde wet maken om het te verbieden, maar het verbieden van een bedrijf is niet de oplossing. Je kunt ook kijken naar hoe het dan wel zou kunnen. Een boete kan zin hebben op het moment dat een bedrijf niet voldoet aan de belangen die wij willen borgen. Als ik Uber even als voorbeeld neem: het is niet zo dat Uber verboden is in Nederland, maar wij kennen bepaalde kaders die wij belangrijk vinden en daarbinnen moet je functioneren. Dat geldt zowel op het gebied van arbeidsrecht als op het gebied van veiligheid. Op andere punten hebben we opnieuw naar de regels gekeken. Een flauw voorbeeld misschien maar wel illustratief: in de taxiwetgeving staat dat een bonnetje altijd op papier moet en zij doen dat via een app. De regelgeving is zo aangepast dat dit nu ook digitaal kan.’
Dat is het herijken van de kaders met het oog op de samenleving van morgen?
‘Ja. Het is altijd kijken naar wat nieuwe mogelijkheden zijn, maar vanuit het besef dat er ook grenzen zijn. Die zijn in principe niet anders dan we in het verleden hebben vastgesteld. Dus taxivervoer moet veilig en betrouwbaar zijn voor de consument en het taxibedrijf moet de medewerkers goed behandelen. Dat verandert niet, maar de manier waarop het wordt georganiseerd verandert wel. Deze bedrijven zijn gebouwd op de platform economie maar doen in de traditionele economie hun intrede, daardoor botsen ze met bestaande kaders. Kijk bijvoorbeeld naar Google en Facebook en hoe daar wordt omgegaan met data: dat is eigenlijk een heel nieuwe wereld. We hebben kaders voor privacy maar die zijn daarop niet toegesneden. Hoe gaan we daarmee om? En als anderen die informatie gaan gebruiken, leidt dat ook weer tot nieuwe vragen.’
‘Een ander punt is dat onze economie, en dus de samenleving, steeds meer systeemafhankelijk wordt van internet platformen. We moeten dus borgen dat die platform omgeving veilig is, dat die niet uitvalt, dat er geen verkeerde dingen gebeuren. Daar komt ook de discussie over de online nieuwsvoorziening vandaan. Op het moment dat een bedrijf dat geen nieuwsbedrijf is ongefilterd nieuws verspreidt dat door de burger wel als nieuws wordt gezien, dan heeft dat invloed op de samenleving. Dus als die afhankelijkheid te groot wordt, moeten we daar wel naar kijken.’
Nieuwe vraagstukken
‘Het begint ermee dat iedereen zich realiseert dat er door digitalisering nieuwe vraagstukken op het bord liggen. Hoe gaan we daarmee om? Pas dan kun je over een aanpak praten. Nieuwe regels zijn niet per definitie het antwoord. Je kunt afspraken maken met die platform bedrijven. En we hebben hier niet te maken met een Nederlands fenomeen. Het speelt op Europees niveau, op mondiaal niveau. Dus een deel van die discussie wordt ook elders gevoerd. We zullen ook niet alle antwoorden in een keer hebben, omdat de ontwikkelingen zo snel gaan. Dus we moeten onszelf wel een beetje tijd gunnen. Maar het begint bij het besef welke vraagstukken er liggen.’
Laatste punt: in reactie op het Maak Waar! rapport, de digitale paragraaf in het Regeerakkoord, het overnemen van de rol van de Digicommissaris door staatssecretaris Raymond Knops van BZK en de wens om een minister van Informatiesamenleving of een ministerie van Digitalisering: menigeen is in meer of mindere mate bezorgd over de overkoepelende regie. Is die in de samenwerking tussen de SG’s van de drie systeemdepartementen voldoende geborgd?
‘We hebben onlangs nog bij elkaar gezeten en het is onze opdracht ervoor te zorgen dat vanuit de overheid die agenda goed bewaakt wordt op basis van die drie componenten: digitale overheid en dienstverlening, digitale veiligheid, en digitale samenleving en economie. Maar het moet gebeuren op alle domeinen van overheidsbeleid, in de economie en samen met al die andere overheden. Het is geen feestje van ons drieën. We werken nu aan die overkoepeling. En onze bewindslieden gaan hier natuurlijk ook mee aan de slag. Het rapport Maak Waar! heeft erbij geholpen om de verschillende rollen op dit dossier te verduidelijken.’
Dit artikel is ook te lezen in GOV magazine nummer 13 van Atos.
Profiel Maarten Camps
Maarten Camps is sinds augustus 2013 secretaris-generaal van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Daarvoor was hij directeur-generaal Werk bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Eerdere functies die hij bij SZW bekleedde: directeur Arbeidsverhoudingen en directeur Algemene Sociaal Economische Aangelegenheden. Van 1991 tot 2002 werkte Camps bij het ministerie van Financiën.
Een woordenboek is toch iets byzonders lijkt het.
Zoek je op in woordenboek of lees je een willekeurig verhaaltje op Internet voor de betekenis van een begrip.
Heidegger : “Tell me how you read and I’ll tell you who you are.”
http://www.vandale.nl/gratis-woordenboek/nederlands/betekenis/analoog
Will, leuk geprobeerd, maar ik trap er niet in 🙂
Voor zover digitalisering niet werkt is het de faalindustrie die de torenhoge rekeningen keurig bij de overheid neerlegt.
Voor zover digitalisering wel werkt zijn het de laatste stappen in de kapitalistische ratrace naar de bodem, en ook deze rekening wordt bij de overheid neergelegd. Want wat zullen uiteindelijk de kosten van massawerkloosheid zijn?
Digitaliseren is dus vooral ook heel slim, omdat de risico’s worden afgewenteld op de samenleving. Waren het niet heel slimme mensen die heel complexe financiële producten ontwikkelden en zo aan de basis stonden van de bankencrisis in 2008?
Digital first is naast Data first vooral ook heel erg America first. Blijft dus de vraag of we de weg willen inslaan naar een kil, digitaal, Anglo-Amerikaans neoliberalisme of toch maar blijven inzetten op een warme, analoge, menselijke (dus Rijnlands geïnspireerde) samenleving.
Tot slot: doel je met winstgevendheid op winstmaximalisatie op korte termijn ten behoeve van de aandeelhouders in verband met de 3 p’s: pegels, poen en pecunia, of doel je toch meer op het optimaliseren van winsten op de lange termijn in verband met de 3 p’s: people, planet en profit?
@Jack:
Mijn IoT sensoren werken niet goed… wat bedoel je met “leuk geprobeerd maar ik trap er niet in”?
=====
In mijn beleving zijn we al jaren bezig met een transitie naar een maatschappij die volgens een Angelsaksisch model is ingericht – een paar voorbeelden:
– De centrale overheid heeft de afgelopen jaren verschillende taken in meerdere of mindere mate geprivatiseerd; denk aan studiefinanciering, gezondheidszorg, infrastructuur en energievoorziening.
– In commerciële bedrijven heerst al jaren een “bonus” cultuur met een bijpassende “afreken” methodiek: een variabele salaris component waarbij de uitkering afhankelijk is van (bijvoorbeeld) het aantal klantbezoeken per maand, de kwartaalomzet, besparingen op operationele kosten, kortingspercentages bij de inkoop van producten en diensten, etc, etc – tis allemaal dagelijkse praktijk geworden.
En v.w.b. de Digitalisering: succesvol of niet – tis een vicieuze cirkel waar nauwelijks uit te komen is – tenzij je de hele keten neemt.
Bedrijven zullen altijd op zoek gaan naar verbeteringen en kostenbesparingen. In wezen is dat een van de primaire drivers achter het concept “economie”.
Waar het in ieder geval in Nederland misgaat is dat de grotere bedrijven die hier echt substantiële winsten mee boeken, het betalen van belasting tot een minimum weten te beperken door die winsten te re-routen naar het buitenland.
De werkelozen die een dergelijke operatie met zich meebrengt die worden “gedumpt” bij de plaatselijke centrale overheid.
Diezelfde centrale overheid is als de dood dat die bedrijven hun vestigingen in NL sluiten. Om die bedrijven aan boord te houden en toch hun huishoudboekje enigszins sluitend te houden zijn er op hoofdlijnen 3 mogelijkheden:
(1) – consumptie zwaarder belasten (denk aan BTW, accijnzen, BPM en vormen van milieubelasting),
(2) – het werkende deel van de bevolking effectief meer inkomstenbelasting te laten betalen en
(3) – een versobering/korting op het voorzieningenstelsel rondom het niet-werkende deel van de bevolking (kinderen, studenten, werkeloosheid, pensioenen en arbeidsongeschiktheid).
Alle 3 hebben nauwelijks gevolgen voor de winstgevendheid van bedrijven omdat er bij de invulling vooral geschoven wordt met (bijvoorbeeld) aftrekposten en toeslagen.
Ook worden voorzieningen domweg geschrapt; al dan niet via een kleine pleister genaamd overgangsregeling. De eerder betaalde belastingen en premies “verdwijnen”.
Onder de streep gaat iedereen jaarlijks inleveren waardoor mensen uiteindelijk op zoek moeten naar mogelijkheden om meer inkomsten te genereren. De werkende kant van de bevolking door van job te wisselen en bij de salarisonderhandelingen meer geld te vragen. De niet-werkende kant door hand-en-span diensten te verrichten voor het werkende deel van de bevolking. Die twee versterken elkaar ook nog eens.
Dit heeft zo zijn gevolgen voor de business case rondom een stukje Digitalisering: het wordt voor bedrijven alleen maar interessanter waardoor nog meer mensen in een uitkeringssituatie terecht gaan komen.
Met als eindresultaat een vicieuze cirkel van kostenbesparingen op menselijke arbeid en extra belastingen om in ieder geval nog iets van een sociaal stelsel te hebben.
Om hier wat aan te doen zou je bedrijven (min-of-meer) kunnen verplichten om de jaarlijkse winsten die gemaakt worden door de Digitalisering voor de komende 3-5 jaar te (her-)investeren in het land waar mensen ook naar huis gestuurd worden.
Bijvoorbeeld als financiering voor de ontwikkeling van een nieuwe productiemethode, een verbeterde versie van een bestaand product of nieuwe diensten.
Allemaal aspecten die een bedrijf toch zou moeten doen om ook op langere termijn bestaansrecht te hebben… 🙂
Samengevat Will, mensen worden een overbodige luxe.
Will, vermoedelijk hebben jouw IoT-sensoren moeite om mijn openingszin in de juiste context te plaatsten, maar dat is sowieso een probleem met sensoren 🙂
Wat mij echter op het verkeerde been zette was de afsluitende smiley onder jouw eerste reactie.
Je tweede reactie is een nogal zorgwekkende aanvulling op wat ik eerder heb gesteld:
door jarenlange bezuinigingen in de publieke sector zijn veel overheidsdiensten tot een onwerkbaar niveau uitgehold – denk aan defensie, politie, onderwijs, zorg – waardoor het huishoudboekje van de overheid slechts schijnbaar op orde is. Als dan vervolgens de digitalisering vooral succesvol is in de private sector, waardoor juist daar veel mensen worden vervangen door machines en apparaten en diezelfde digitalisering in de publieke sector een kostenpost van miljarden oplevert, wordt het duidelijk dat we het Angelsaksische, neoliberale “denken” zo snel mogelijk achter ons moeten laten.
Overigens zijn de linkse partijen in Nederland medeschuldig aan de huidige malaise, omdat ze onvoldoende een alternatief hebben weten te formuleren:
http://www.dvhn.nl/Meningen/Opinie-Links-staat-met-rug-naar-de-toekomst-22981602.html