In de voorbije decennia vestigden zich tal van Amerikaanse ict-multinationals in Ierland. Met de mega-datacenters van Microsoft, Google en Facebook als uithangborden. Maar de Keltische tijger heeft meer in zijn mars dan alleen het binnenhalen van ict-bedrijven. Het land wil de hort op met zijn eigen ict-specialismes, zoals medische technologie, sensoren en data-science. Exporteren naar het Europese continent bijvoorbeeld.
Lange tijd gold Ierland als aantrekkelijke vestigingsplek voor buitenlandse ict-bedrijven vanwege de gunstige belastingtarieven, het brede aanbod van jonge ict-professionals, de Engelse taal, de goede it-infrastructuur en allerlei innovatieregelingen. De it-sector biedt tegenwoordig werk aan zo’n tachtigduizend man met het Silicon Docks-gebied in hoofdstad Dublin als het middelpunt en regionale techhubs in steden als Cork, Galway, Limerick en Waterford.
Maar ‘Eire’ wil meer zijn dan een ict-importland. Met steun van de overheid probeert het de eigen technologie onder de aandacht van andere (Europese) landen te brengen. In bijvoorbeeld de concert- en beurshal RDS In Dublin gehouden Med in Ireland 2017, een tweejaarlijkse vakbeurs voor medische technologie, presenteerden ruim zeventig bedrijven, waaronder tal van ict-bedrijven, zich afgelopen oktober aan het internationale publiek.
Expansiedrift
De medtech-sector is een van de belangrijkste zakelijke sectoren in Ierland en kende in 2016 een exportgroei van zeven procent. In de sector zijn zo’n 38.000 mensen werkzaam, variërend van fabrikanten van hulpstukken en precisie-apparatuur tot aan leveranciers van medische matrassen en ict. Tot de laatste categorie behoort DMF Systems, een in 1998 opgerichte leverancier van patiëntinformatie-, laboratorium- en administratiesystemen voor ziekenhuizen.
Directeur-eigenaar Declan Fitzgerald legt uit dat hij – na zo’n twintig jaar zijn software te hebben vervolmaakt voor de Ierse markt – toe is aan een volgende stap: groeien in andere landen. Hij heeft daarbij de Engelse markt als eerste in het vizier maar ziet een expansie naar het Europese continent ook wel zitten.
Fitzgerald acht zich kansrijk vanwege twee aspecten: de vele legacy-software die nog in de ziekenhuiswereld wordt gebruikt – hij wijst op de lab-software van iSoft (tegenwoordig DXC Technology) – én de gesloten, inflexibele en dure pakketten van grote Amerikaanse partijen als Epic en Cerner. ‘Wij bieden ‘best-ofbreed’- oplossingen met een open architectuur, draaiend in een cloud. Gebruikers kunnen er ook andere oplossingen aanhangen. Ik verwacht dat onze opzet vooral de jonge medici bekoort; die voelen zich belemmerd door die complexe, monolithische systemen van grote leveranciers. Het wachten alleen nog is op een doorbraak-klant.’
Alternatief voor legacy
Ook Vitro Software (voorheen Sláinte Healthcare) uit Dublin, gestart in 2006, heeft ambities om te groeien op continentaal Europa. Het verschil met DMF Systems is dat deze leverancier van elektronische patiëntendossiers (epd’s) en declaratiesoftware reeds in het buitenland actief is. Dan gaat het om Australië en Afrika, waar zorginstellingen minder of geen last hebben van legacy-software. Verkoopdirecteur Ruth Barnes claimt dat de aanpak van Vitro ervoor zorgt dat de papieren dossiers, waarmee de artsen en verpleegkundigen werken, één op één kunnen worden gedigitaliseerd naar een elektronische versie en dan verrijkt met extra functionaliteit. ‘Onze software is ook eenvoudig op een tablet raadpleegbaar. Het trainen van gebruikers is zo gepiept omdat het elektronisch systeem heel erg lijkt op de vertrouwde papieren dossiers.’
Volgens Barnes is een sterk punt van de Vitro-software de eenvoud, de schaalbaarheid en de openheid om te integreren met andere systemen. Vandaar ook dat het bedrijf met zijn ‘best-of-breed’-aanpak succes heeft in landen waar nog geen grootschalige legacysystemen bestaan. ‘Kijk bijvoorbeeld naar Engeland met veel oude software. Daar kostte onder andere de implementatie van een epd-systeem van Epic bij het academisch ziekenhuis in Cambridge zeker zo’n tweehonderd miljoen euro. Dat zal ons niet snel gebeuren.’
Partner nodig
Naast een doorbraak-klant is vaak ook een lokale partner nodig om voet aan de grond te krijgen op de markt in continentaal Europa. Zorgtechnologiebedrijf Kinesis Health Technology geeft daarin het goede voorbeeld. Dat heeft in GPO Beheer Mobility & eHealth uit Driebergen een partner gevonden om de sensoroplossing in Europa aan de man te brengen. Kinesis heeft na negen jaar onderzoek, met hulp van Intel en een EU-subsidie, een diagnostische oplossing ontwikkeld om bij ouderen individueel te bepalen hoe groot bij hen het risico op een val is. Daarbij krijgt een oudere tijdens een bewegingstest sensoren op het lichaam geplakt en wordt met behulp van patroonherkenningssoftware een risico-assessment uitgevoerd.
Het product van Kinesis is preventief bedoeld: door middel van oefeningen op maat of een aanpassing van de thuisomgeving verkleinen ouderen het risico op vallen. Vallen’ is bij oudere mensen een groot probleem. Alleen al in Ierland valt één op de drie ouderen, met alle narigheid van dien: breuken en hoge zorgkosten tot – in het ergste geval – overlijden aan toe, vertelt mede-oprichter Barry Greene.
Een ander opvallend bedrijf tijdens Med in Ireland 2017 is de S3 Group, in 1987 opgericht door een Ierse ex-employee van Philips die terugkeerde naar zijn moederland. S3 staat voor Silicon & Software Systems; het bedrijf startte als chip-ontwerper en -tester, maar richtte zich vijftien jaar geleden op de zorgsector. S3 heeft inmiddels een ‘connected health’-platform opgebouwd en werkt daarbij samen met de zorg-ict-divisie van Philips; het Eindhovense technologieconcern is ook aandeelhouder van S3, licht marketing manager William Lyons toe.
Ook werkt S3 nauw samen met het eveneens Ierse Shimmer Sensing (onderdeel Realtime Technologies). Dat stopt chips van S3 in zijn draagbare apparatuur, waaronder ‘wearables’ voor het meten van sport- en gezondheidsprestaties. Topman Geoff Gill vertelt op Med in Ireland dat hij een grote groei verwacht van wearables en daarvan verbonden moniting op afstand bij klinisch onderzoek. ‘Ik denk dan vooral aan hersteltrajecten en chronische ziektes, zoals Parkinson, met name bij ouderenzorg. Daar kunnen patiënten worden uitgerust met sensoren die dag en nacht activiteiten tracken en metingen verrichten. Met behulp van onze software zijn dit soort data te analyseren.’
Data-science
Onderzoek naar nuttige analyses op het gebied van medische big data, zoals dit soort wearables, wordt uitgevoerd op The InSight Centre for Data Analytics van het University College Dublin. Dit onderzoekscentrum is opgericht met steun van de Science Foundation Ireland en wil bedrijven en overheden in binnen- én buitenland helpen met het analyseren van hun grote verzamelingen gegevens. Bijvoorbeeld om te achterhalen waarom een bepaald product wel of niet aanslaat op de markt. Of patronen te ontdekken in bezoekersstromen bij stadions. Recent heeft het onderzoekscentrum voor de krant The Irish Times onderzocht met welke hashtags belangrijk nieuws door een breder publiek op Twitter wordt opgepakt, vertelt marktontwikkelaar Peter Fitzpatrick.
‘We richten ons dus niet alleen op big data uit wearables, maar ook op sociale netwerken en internet of things-toepassingen. Met behulp van business analyticssoftware, simulatiesoftware en machine learning en deep learning proberen we patronen te herkennen in grote datasets.’ Volgens Fitzpatrick trekt zijn instituut ook veel onderzoekers uit het buitenland aan. Uit cijfers van de Science Foundation blijkt dat Ierland op wereldwijde schaal zesde staat als het gaat om computerwetenschappen en zelfs tweede op het gebied van nanotechnologie.
Maar niet alleen aan de universiteit wordt aan datawetenschap gedaan, ook een bedrijf als Idiro Analytics legt zich hier op toe. In hartje Dublin legt accountmanager en marketingdirecteur Simon Rees op zijn kantoor uit dat het bedrijf een eigen big data analytics-platform, Red Sqirl, heeft gemaakt, op basis van het Hadoop-platform. ‘Daarmee maken wij uiteenlopende data-analyses en -visualisaties, bijvoorbeeld van de ervaringen van mobiele-telefoongebruikers die zij delen op sociale netwerken. Of iemands aanbeveling van een bepaald merk bijvoorbeeld wordt overgenomen door een familielid of een vriend. Dat hebben we voor Vodafone in Ierland uitgevoerd.’
Rees zou maar wat graag het Red Sqirl-platform willen inzetten in Nederland. Dat herinnert hem er plots aan dan er buiten in de straat een bierwagen staat. Hij wijst uit het raam. ‘Dutch Gold’ staat er op de vrachtwagen. En: ‘Premium Continental Lager Beer’. Niet te drinken, gruwelt hij. ‘Echt zwerversbier. Niet aan beginnen. Gelukkig kunnen jullie straks aan de Guinness, ons bekendste exportproduct.’
(Dit artikel is een uitgebreide versie van het gelijknamlige artikel uit Computable Magazine, editie 01/2018.)
OEEsystems en Oneview Healthcare
Op Med in Ireland gaven nog andere it-bedrijven acte de présence, zoals OEEsystems. Dat bedrijf richt zich op producenten die actuele informatie willen ontvangen over het presteren van hun volledig geautomatiseerde productlijnen. OEE staat voor ‘Overall Equipment Effectiveness) en is een model voor het meten van het productieproces bedacht de Japanner Seiichi Nakajima, de vader van het productiemodel Total Productive Maintenance. Het softwarepakket PerformOEE (een Microsoft .Net-applicatie) verzamelt, meet en analyseert (inclusief rapportage) operationele data rond productieprocessen.
Volgens algemeen directeur Arthur Stone richt zijn bedrijf zich sinds 2000 op producenten die meer inzicht willen krijgen op het reilen en zeilen van hun productieomgeving. ‘Veel fabrikanten gebruiken hiervoor nog steeds spreadsheets maar die schieten tekort om de grote hoeveelheden data die tijdens een productieproces vrijkomen, te verwerken: het maken van inzichtelijke rapportages en het stellen van diagnoses zijn haast niet mogelijk.’
Ook andere toepassingen op het gebied van enterprise resource planning (erp) en product lifecycle management (plm) stellen meestal teleur. Stone: ‘Dat soort software is niet ingericht op het ‘real time’ ophalen en analyseren van data tijdens het produceren. Denk bijvoorbeeld aan het meten van de temperatuur of het herkennen van haperingen in een lopende band. Dat kan een erp-pakket niet.’ Ook is hij niet kapot van de prestaties op OEE-vlak van MES en Scada-systemen. Deze meer op productieautomatisering ingerichte systemen zijn beperkt in hun rapportages, vindt Stone. ‘Ze zijn ontworpen om meldingen door te geven over de status van een machine, alarmeringen of parameters. Maar verder gaat het niet: ze bieden geen inzicht in de geleverde performance en hoe die valt te verbeteren.’
OEEsystems bedient met zijn ‘manufacturering intelligence & performance management’-software vooral op fabrikanten van hoge-volume-producten, zoals in verpakkingsindustrie, levensmiddelensector en farmacie. In de zorgsector richt het bedrijf zich op producenten van medische componenten en hulpmiddelen. Naast software levert OEEsystems ook consultancy; het bedrijf is met name actief in Ierland, Groot-Brittannië en de Verenigde Staten. Het Ierse softwarebedrijf is actief in Europa, in samenwerking met partner Schneider Electric, maar wil hier verder groeien. Een Nederlandse klant is Nutricia (de klinische voedingstak), tegenwoordig wel onderdeel van het Franse Danone.
Oneview Healtcare
Ook Oneview Healthcare zoekt uitbreiding in Europa. Het bedrijf uit Dublin levert interactieve communicatiesystemen om de patiëntervaringen in grote zorginstellingen te verbeteren. Oprichter Mark McCloskey vertelt op de beurs dat zijn bedrijf vooral succes heeft in Australië, de Verenigde Staten, het Midden-Oosten, Groot-Brittannië en Ierland. ‘We zijn op zoek naar partners – hardwareresellers, distributeurs, systeemintegratoren – om nieuwe markten te kunnen betreden, waaronder op het Europese continent.’
McCloskey startte zijn bedrijf zo’n tien jaar geleden vanuit het idee om iets te doen aan de ervaringen van bedlegerige patiënten in een ziekenhuis of andere zorginstellingen. ‘Zo’n patiënt ligt maar in bed en is van zijn informatievoorziening afhankelijk van het medisch personeel dat af en toe langskomt. Ook waren er aan bed nauwelijks voorzieningen om het thuisfront direct op de hoogte te brengen of voor de broodnodige afleidingen te zorgen.’
Die povere ervaring ervoer hij persoonlijk nadat hij in 2007 een chirurgische ingreep moest ondergaan. Herstellend in een bed lag hij in één maker met een paar andere patiënten waarbij er maar één tv was. ‘Diegene met de grootste mond was de baas over de afstandsbediening. Dat kon beter. Ik herinnerde mij de amusements- en service-opties van het communicatiesysteem in mijn laatste vlucht en ik kreeg een idee hoe technologie een bijdrage kan leveren aan de ervaringen van een patiënt tijdens een ziekenhuisopname. Zo ben ik Oneview Healthcare samen met een team ontwikkelaars begonnen.’
Oneview ontwikkelde communicatiesystemen die via speciale, aan het bed gemonteerde beeldschermen door de patiënt geraadpleegd kunnen worden. Denk aan een informatiesysteem waar een patiënt de voortgang van een behandeling kan zien en waarin afspraken kunnen worden gemaakt. Die informatie kan aan bed gedeeld worden met of doorgestuurd worden naar familie of vrienden. Of een entertainmentsysteem met films en games, een multimediasysteem om het personeel en het thuisfront (video) te chatten en een ordersysteem om menu’s te bestellen of een taxi naar huis. McCloskey: ‘Onze software kan ook worden gebruikt om het medicijngebruik of de oefenstof voor de patiënten duidelijk inzichtelijk te maken via video. Overigens maken we in overleg met een zorginstelling afspraken over wat zij nodig hebben aan systemen en welke hardware, die wij via partners leveren, zij handig vinden.’
‘Technologie kan een bijdrage leveren aan de verbetering van de te leveren zorg. Blije patiënten zorgen ook voor betere resultaten tijdens een behandeling. Zij kunnen stoppen met dr. Google’, is de overtuiging van de topman van Oneview. Al heeft hij wel gemerkt dat de zorgsector een traditioneel bolwerk is, met name ook de grote softwarespelers die hier actief zijn. ‘Behalve in Australië: daar zijn veel zorginstellingen, met steun van de overheid, ‘early adaptors’. Daar hebben wij onze eerste klanten geworven.’
The Irish advantage
Med in Ireland is een van de activiteiten van Enterprise Ireland, het handelsagentschap van de Ierse overheid dat Ierse middenen kleinbedrijven ondersteunt. Het agentschap startte recent een campagne, The Irish Advantage, om Ierse bedrijven in contact te brengen met onder andere Nederlandse bedrijven. Via de campagnesite www.irishadvantage. nl kunnen bedrijven uit de Benelux contact zoeken met Ierse partners. Het accent ligt op de sectoren hightech bouw, agrarische technologie en medische technologie.