Ik las het expertverslag ‘Ict in de zorg kan een medicijn zijn’, daar sluit mijn interview voor GOV magazine, editie 13, met secretaris-generaal Erik Gerritsen van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport goed bij aan. Digitalisering moet bijdragen aan betere zorg, beheersbare kosten en minder administratieve lasten. ‘Patiënten staan centraal in de digitale dienstverlening’, stelt Erik Gerritsen, waarbij iedereen ‘ceo van zijn eigen zorg’ is.
In relatie tot e-health en zorgverbetering heeft het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) drie ambities voor 2019:
1. Van de chronisch zieken heeft 80 procent direct toegang tot bepaalde medische gegevens en kan deze gebruiken via mobiele apps of internet.
2. Van de chronisch zieken en kwetsbare ouderen die dat willen en ertoe in staat zijn, kan 75 procent zelfstandig metingen uitvoeren, veelal in combinatie met gegevensmonitoring op afstand door de zorgverlener.
3. Iedereen die zorg en ondersteuning thuis ontvangt, krijgt de mogelijkheid om via een beeldscherm 24 uur per dag met een zorgverlener te communiceren. Ook zal domotica worden ingezet.
Geweldig zorgsysteem
‘Wij beseffen misschien niet altijd wat voor een geweldig zorgsysteem we hebben in Nederland. We scoren in alle lijstjes goed. Dan gaat het puur om de kwaliteit van de zorg. Die is dermate hoog dat ik het liefste ziek wil worden in Nederland, bij wijze van spreken. Ik heb inmiddels 250 werkbezoeken afgelegd bij ziekenhuizen, verpleeghuizen, thuiszorg-, GGZ- en jeugdinstellingen en ook bij gemeenten. Ik ben onder de indruk over wat ik aantref. Maar we laten ook kansen liggen. Er is ongelofelijk veel innovatie, echter op een beperkt aantal plekken.’
e-Health wordt steeds meer reguliere zorg. Gerritsen noemt het gebruik van GPS-technologie (‘Waardoor ouderen met dementie relatief veilig kunnen dwalen’) en sensortechnologie (‘Waarbij een lampje gaat branden en er minder risico is op vallen’) als aanvulling op zorg verleend door professionals. Ook beeldbellen vindt steeds meer toepassing, bijvoorbeeld bij de behandeling van COPD-patiënten, MS-patiënten en mensen met een licht verstandelijke beperking.
‘Heel veel monitoring gebeurt al online en het is bewezen dat dit bijdraagt aan de kwaliteit van leven. Maar we zien ook een aanzienlijke daling van het aantal exacerbaties en veel minder onnodige doorverwijzingen naar het ziekenhuis. En bij zorginstelling Philadelphia bijvoorbeeld zien we een ongelooflijke stijging in de zelfredzaamheidmatrix van mensen met een licht verstandelijke beperking.’
Gerritsen zou graag zien dat dergelijke toepassingen meer gemeengoed worden. ‘We zijn er nog niet in geslaagd om het opschalingsvraagstuk voor elkaar te krijgen. Bijna alle GGZ-instellingen bieden e-mental health aan. Daarbij volgt een cliënt therapie aan de hand van online vragenlijsten in combinatie met gesprekken met een hulpverlener. De toepassing is er, maar het percentage actieve gebruikers is nog aan de lage kant. Ook het gebruik van de mogelijkheden die ziekenhuisportalen bieden valt nog een beetje tegen.’
Is daar een verklaring voor? ‘Alle redenen die je kunt bedenken waarom systeemverandering traag gaat, zijn van toepassing. Zorg is een vrij veranderingsresistent systeem. In het commerciële domein met de Airbnbs en de Ubers gaan de veranderingen veel sneller. Ik denk wel, als we niet meebewegen en tempo maken, dat het zomaar zou kunnen zijn dat we als het ware de regie verliezen waar het gaat om het garanderen van een aantal publieke randvoorwaarden. Omdat dan de Apples of de Amazons of Googles zelf zorgverlener gaan worden. Ik heb het in de Verenigde Staten al gezien: een app met een abonnement voor 30 dollar per maand. Daarmee kun je op elk moment een arts raadplegen, zonder verzekerd te zijn. Dat zou ook in de Nederlandse markt disruptief kunnen zijn.’
Urgentie is hoog
Het grotere doel van digitalisering: betere zorg tegen lagere kosten en met minder administratieve lasten voor de zorgprofessional. Kwaliteit, financiering en arbeidsmarkt zijn primaire aandachtspunten. De urgentie is hoog: ‘Als we nietsdoen, betalen we in 2040 liefst 40 procent van ons salaris aan zorg. Dat is dus gewoon aantoonbaar onhoudbaar.’
‘De werkdruk is groot. Men stelt dat men te weinig tijd heeft voor de patiënt. Maar die tien minuten kunnen efficiënter worden besteed als de patiënt van tevoren al zaken heeft ingevuld en als je met een druk op de knop een overzicht hebt van wat er allemaal bekend is. Dan kun je die gesprekken met meer betekenis voeren. En ook langere gesprekken voeren als het nodig is.’
‘Nu werken een op de zeven mensen in de zorg. Als we nietsdoen, zijn dat er in 2040 een op drie. Dan is er in de zorg gegarandeerd werkgelegenheid, alleen heeft elke organisatie te kampen met onderbezetting en als medewerker ben je permanent overbelast. Natuurlijk gaan we de komende tijd er alles aan doen om de arbeidsmarkt te stimuleren, met opleidingen en zij-instromen en allerlei andere activiteiten. Maar zelfs als we daarin maximaal succesvol zouden zijn, dan nog red je het niet zonder de productiviteitswinst die je kunt realiseren met die innovaties.’
‘Een paar jaar geleden zijn in verband met de bezuinigingen heel veel mensen ontslagen. Nu zijn ze weer nodig. Dat zou je liever anders hebben gewild. Maar iedereen lijkt vergeten hoe groot de crisis was. Urgent is dat mensen die toen hun baan hebben verloren, die nu weer terug kunnen krijgen.’
In het kader van de periodieke ‘meet up’ van het Informatieberaad sprak hij met een zwaar lichamelijk gehandicapte bewoonster van een verzorgingstehuis. Het ging over digitale dienstverlening en ook het argument dat ‘koude ICT warme zorg niet kan vervangen’. Hij glimlacht: ‘Toen zei ze: ‘Als ik warme contacten wil, dan bel ik mijn vrienden wel!’ Met andere woorden: ze voelt zich dankzij de inzet van ict goed geholpen.’
‘Van de wachtkamer naar de huiskamer’, is een ander thema. ‘Wie naar de huisarts gaat, moet in de regel een ochtend of middag vrij nemen. Terwijl in 90 procent van de gevallen consultaties ook via de telefoon, de mail of beeldbellen had gekund.’
Nog een slogan die VWS gebruikt: ‘Iedereen is ceo van zijn eigen zorg’, want: ‘We moeten mensen benaderen vanuit de basishouding: hoe kunnen ze maximaal de regie over hun eigen leven hebben?’
Via bijvoorbeeld de Zorginnovatiewinkel, een pop up store concept in diverse steden, kan het publiek kennis nemen van e-health voorzieningen. De focus van VWS ligt op ‘low-tech, high impact’ innovatie, ‘want die houdt de belofte in van betere kwaliteit tegen aanzienlijk lagere kosten. Dan heb je het over een bestaande technologie die al ergens is toegepast, in combinatie met sociale innovatie. Telemedicine is zo’n toepassing, waarbij specialisten meekijken met huisartsen met betrekking tot een diagnose of behandeling.
Vier ‘outcome’ doelstellingen
Gerritsen benadrukt dat partijen in de zorg met elkaar het verschil moeten maken. Hij spreekt in dat verband van een ‘ecosysteem waarbij het de rol van VWS is dit te helpen floreren door een positief klimaat en vruchtbare grond.’ In het Informatieberaad Zorg (Actiz, FMS, GGZ NL, InEen, KNGF, KNMP, LHV, NFU, NHG, NVZ, Patiëntenfederatie NL, V&VN, VGN, VNG, VWS en ZN) zijn in dit verband met elkaar vier ‘outcome’ doelstellingen geformuleerd.
De eerste betreft ‘Medicatieveiligheid’: vanaf 1 januari 2019 worden medicatierecepten conform de vigerende richtlijn medicatieoverdracht uitgeschreven, waarbij in voorkomende gevallen een met de patiënt geverifieerd actueel medicatieoverzicht (Basisset Medicatieoverdracht) beschikbaar is.
De tweede doelstelling is ‘Patiënt centraal’. Alle zorgaanbieders ondersteunen een gelijkwaardiger samenwerking tussen patiënt en zorgverleners en bieden daarom vanaf 1 januari 2020 aan burgers de mogelijkheid hun medische gegevens digitaal en gestructureerd in te zien en die gegevens te ontsluiten voor hun persoonlijke gezondheidsomgeving waaraan zij eigen gegevens kunnen toevoegen.
Het derde ‘outcome’ doel betreft ‘Overdracht’. Per 1 januari 2020 dragen zorgverleners altijd de gegevens die nodig zijn voor goede zorg en behandeling van een patiënt digitaal, gestandaardiseerd, beveiligd en, tenzij dat onmogelijk is, met toestemming van de patiënt, over aan andere bij het zorgproces van die patiënt betrokken zorgverleners.
Ten aanzien van de vierde doelstelling ‘Eenmalig vastleggen en hergebruik’ is overeengekomen: vanaf 1 januari 2021 vormt het primair zorgproces de basis voor gegevensvastlegging in de zorg en worden vastgelegde gegevens hergebruikt voor declaratie, onderzoek, kwaliteitstransparantie en governance.
In het VWS-ecosysteem gaat het erom de complexiteit te benutten en de diversiteit te vieren. ‘Je kunt wel zeggen: het is een complex systeem, laten we het eenvoudiger maken, maar dat gaat ‘m niet worden. Elk zorgsysteem is ingewikkeld, of het nu een markt-gedreven systeem is, een overheidssysteem of een hybride systeem zoals het onze. Het is complex, en het zal altijd complex blijven. Simpele oplossingen zullen niet gaan werken, want daar houdt de werkelijkheid zich niet aan. Maar je hebt wel een positief klimaat nodig en vruchtbare grond om met elkaar afspraken te maken. Niet alleen over het vaststellen van standaarden, maar ook over hoe we ze gaan implementeren en handhaven.’
Systemen van huisartsen, apotheken en ziekenhuizen moeten op elkaar gaan aansluiten met het oog op de nieuwe markt van persoonlijke gezondheidsomgevingen. Het Informatieberaad Zorg is opdrachtgever van MedMij dat ervoor moet zorgen dat iedereen die dat wil toegang kan krijgen tot zijn eigen gezondheidsgegevens.
‘Low-tech, high impact’
Initiatieven als Health Deals, Innovatieplaats Cure, zorginnovatie.nl en zorgvoorinnoveren.nl hebben als doel bestaande en nieuwe innovatieactiviteiten in het ecosysteem te faciliteren, partijen samen te brengen en ontwikkelingen waar mogelijk te versnellen. In samenwerking met het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat is een ‘fast track’ opgezet voor startups die willen opschalen. ‘De route naar het verzekerde pakket is voor hen een heel lange. Je kunt je afvragen of je voor die ‘low-tech, high impact’ toepassingen, in dit geval: dingen die je op je lijf zet en die niet in je lijf gaan, of je daar geen op maat gesneden beoordelingssystematiek voor zou moeten ontwikkelen.’
‘We onderzoeken momenteel de mogelijkheden voor een subsidieregeling gericht op veelbelovende pakketwaardige interventies. We willen geen concessies doen aan de hoge eisen om het in het pakket te krijgen en natuurlijk moet er een wetenschappelijke grond zijn’, benadrukt Gerritsen. Maar hij is wel van mening dat subsidie een middel is om een productinnovatie door te ontwikkelen en uit te testen. ‘Ik noem maar wat: een klein apparaatje voor incontinentie patiënten dat ze op hun buik kunnen zetten en dat een 3D beeld van de blaas maakt en permanent kan meten hoe vol die is. Dat kost misschien 50 euro en draagt direct bij aan kwaliteit van leven.
Wie is Erik Gerritsen?
Erik Gerritsen is sinds 1 juni 2015 secretaris-generaal van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Ook is hij voorzitter van het Informatieberaad Zorg waarin wordt samengewerkt aan een duurzaam informatiestelsel. Gerritsen was eerder onder meer bestuursvoorzitter Jeugdbescherming regio Amsterdam, kennisambassadeur en gemeentesecretaris van Amsterdam.