De digitalisering van de rechtspraak in Nederland loopt financieel en qua tijdsplanning opnieuw fors uit de klauwen. Inmiddels zijn projecten zo ver vertraagd en boven budget uitgekomen dat de oorspronkelijke doelen voor bezuinigingen op proceskosten en verbeteringen van processen door de inzet van ict niet worden gehaald
Dat is de harde conclusie in het rapport Voortgangsrapportage programma Kwaliteit en Innovatie (KEI). Hoewel de rechtspraak eufemistisch meldt dat er ‘inmiddels in alle rechtsgebieden de eerste digitale stappen zijn gezet’, schetst het bijgeleverde rapport, een onthutsend beeld van de zoveelste zeperd binnen een groot ict-project van de overheid
Om vertragingen op korte termijn aan te pakken is twintig miljoen euro extra nodig. Daarnaast worden projecten waarvoor een meerjarige planning was opgenomen, opgedeeld in kleinere stukken. Die agile-projectaanpak moet zorgen dat sneller kan worden bijgestuurd.
De oorzaak voor de budgetoverschrijdingen en vertragingen wordt gevonden in de digitalisering van de nog steeds complexe juridische procedures en de uitdagingen om deze goed te laten aansluiten op de werkprocessen en digitalisering van de externe gebruikers, zoals de advocatuur en de interne gebruikers in de rechtbanken.
Oorspronkelijke doel: miljoenen besparen
De oorspronkelijk kosten van de digitaliseringsslag binnen de rechtspraak waren geraamd op zestig miljoen euro. Deze werd later verhoogd naar honderd miljoen, daarna verdubbeld naar tweehonderd miljoen. Nu is er nog eens twintig miljoen euro extra nodig.
Het oorspronkelijke doel was om met de digitalisering op termijn miljoenen euro’s te besparen. Maar door de vertragingen loopt dat anders dan gepland. Dat heeft weer gevolgen voor de ramingen die eerder zijn gemaakt.
In het oorspronkelijke meerjarenplan 2015-2020 ging de Rechtspraak nog uit van een besparing van ongeveer 52 miljoen euro per jaar. Betere digitalisering moest de maatschappij een financieel voordeel opleveren van jaarlijks circa 350 miljoen euro na realisatie.
Doelstellingen
De plannen om de rechtspraak vergaand te digitalisiseren zijn vastgelegd in het Meerjarenplan van de Rechtspraak 2015-2020
In dat plan zijn de volgende doelstellingen opgenomen.
Agenda van de Rechtspraak 2015-2018:
Doelstellingen:
-
Snelle rechtspraak: in 2018 duren
rechtszaken 40 procent korter dan in 2013.
-
Toegankelijke rechtspraak: in 2018 is ten minste 70 procent van partijen en professionals tevreden over de begrijpelijkheid van procedures en de (digitale) toegankelijkheid van rechtspraak.
-
Deskundige rechtspraak: de rechtspraak stelt zich merkbaar in op de steeds complexer wordende zaken in een steeds complexere samenleving. Versterking van de deskundigheid draagt in 2018 ook bij aan snelle en toegankelijke rechtspraak.
Deze zijn niet gehaald, grotendeels vertraagd en boven tijd en budget opgeleverd.
KEI
Het programma KEI draait om de vereenvoudiging, digitalisering en versnelling van rechtspraak in Nederland. Het is een complex en prestigieus project om de civiele en bestuursrechtelijke procedures en de digitalisering en modernisering van het toezicht op curatoren en bewindvoerders bij faillissementen, curatele, bewind en schuldsanering te moderniseren. Hoewel volgens betrokkenen de eerste resultaten zijn bereikt, heeft dat volgens de rapporteurs ‘veel meer tijd gekost dan was voorzien’.
Het zoveelste debacle. Overal moet er bezuinigd worden, maar de teller voor mislukte of zwaar budget overschreden ICT projecten bij de overheid nadert in rappe schreden de twee miljard. Is het nou echt zo moeilijk om de rechtspraak-procedures te digitaliseren ? Of zijn die zelfs nog niet eens opgeschreven ?
Inmiddels vind ik het falen van de rechtspraak in dit ‘dossier’ meelijwekkend. Aan de technologie ligt het echt niet. De oorzaak van het falen zit in de besturing van de projecten en programma’s. Open deur, ik weet het, maar wel een gegeven.
nl is kapot gemanaged inmiddels
De rechtspraak in NL is verworden tot een parodie. Bureaucratie, activisme, het mensenrechten circuit, fiscalisering via verkeersboetes, de versmelting van wetgevende en rechtsprekende machten, het grootscheepse falen van de gehele justitiele keten etc. laten zien dat er eigenlijk geen bezwaren zouden moeten zijn om de gehele rechtsspraak te vervangen door AI.