Verschillende dagbladen publiceerden onlangs dat in Nederland de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen is toegenomen. Terwijl in de zakenwereld steeds meer gehamerd wordt op gelijkheid en diversiteit. Kennelijk denken ‘we’ dat we op de goede weg zijn, alleen bewijzen de data het tegendeel. Hier valt dus dubbele winst te behalen: straks een voorbeeldland zijn waar gelijkheid (een sterke) troef is én goed gebruikmaken van onze data.
Steeds meer rapporten tonen immers aan dat gelijkwaardige beloning en opleidings- en promotiekansen ook vanwege bedrijfseconomische redenen de verstandigste keuze is. Met de juiste combinatie van data, technologie én gezond verstand zijn die pijlers snel binnen je bedrijf te verankeren.
Naast hard werken aan het behalen van onze targets heeft ons team nog een hoger doel: samenwerken aan een betere wereld. De mens centraal stellen is bij ons meer een tweede natuur dan een richtlijn, zodat we ook privé aandacht schenken aan zaken als gelijkheid. Zo vroeg ik afgelopen week op de sportclub van mijn dochter aan andere ouders of zij ook iets over de toename in ons land van ongelijkheid tussen mannen en vrouwen hadden gelezen.
Degenen die dat hadden gedaan, hadden zich erover verbaasd. Iedereen vroeg zich met name af waarom koploper IJsland het volgens het World Economic Forum (WEF) zó veel beter doet – zij staan eerste, wij zijn inmiddels gezakt naar de 32ste plaats. En dat terwijl Nederland tot de landen met de beste it-infrastructuur ter wereld behoort. Met technologie en data de weg naar gelijkheid zowel in kaart te brengen als monitoren moet dan een fluitje van een cent zijn. Evenals het efficiënt en effectief inzetten van ons talent om te organiseren, te bouwen en te verbinden. Op deze manier heeft IJsland in korte tijd grote successen geboekt.
Van revolutionaire maatregelen naar meten
Laat ik beginnen met een opsomming van een aantal effectieve overheidsmaatregelen: ouders ervoor laten tekenen dat ze hun kinderen voor hun zestiende geen alcohol laten drinken; het instellen van een avondklok voor jongeren; het betalen van vijfhonderd dollar per jaar per kind voor georganiseerd sporten; het oprichten van communities die voor ieder kind toegankelijk zijn. Deze ingreep kwam niet uit de lucht vallen.
Een decennium geleden werd de samenleving geplaagd door overlast vanwege overmatig drank- en drugsmisbruik en talloze hangjongeren. Dankzij de regeringsmaatregelen is het jongerenprobleem inmiddels opgelost, met geweldige resultaten als gevolg: de gezondheid van de IJslanders is vooruit gegaan, de onderwijsresultaten zijn verbeterd, en ook het niveau van participatie in de samenleving blijft toenemen.
Daarmee was de kous nog niet af. Via enquêtes houdt de overheid een vinger aan de pols; er wordt doorlopend gemeten waar de jongeren behoefte aan hebben en wat hun geluksgraad is. Kortom, de revolutionaire aanpak is uitgemond in het traditionele ‘meten is weten’. Met het vergaren, analyseren en inzetten van data kan ook Nederland zijn slag slaan.
Pijnpunten in beeld via data en dashboards
Door de huidige stand van de technologie verloopt het uitsturen van grote hoeveelheden enquêtes naar burgers of andere belanghebbenden moeiteloos. Hetzelfde geldt voor het verzamelen en verwerken van alle data die terugkomen. Sterker nog, die worden keurig netjes gerangschikt in een dashboard, dat op maat gesneden is voor degenen die ermee werken. Kunstmatige intelligentie (ai) helpt op de achtergrond pijnpunten te identificeren én doet suggesties voor acties waarmee je eventuele uitdagingen het hoofd kunt bieden.
Vertaal je dat terug naar de situatie waarin Nederland zich bevindt, dan kun je stellen dat onze gemeenten heus wel zien wát de problemen zijn, maar niet wáár. En hetzelfde geldt voor de organisaties die al enige tijd stoeien met de implementatie van gelijkheid en diversiteit. Maar, zoals gezegd, de oplossing is nabij.
Wat ik professionals aanraad meteen te doen is het bouwen van communities. Terugkijkend naar de analogie van de gemeenten, creëer je zo een ideale situatie waarin bijvoorbeeld Meppel ziet dat Dordrecht met eenzelfde probleem kampt. Een dialoog tussen die twee steden is zo opgestart en ze komen vervolgens nauw samenwerkend tot een snellere en effectievere oplossing dan wanneer ze er alleen voor staan.
Tot mijn spijt zie ik overal om me heen nog een woud van onafhankelijke systemen die een dergelijke manier van elkaar versterken verhinderen. Dat leidt er bovendien toe dat iemand die ergens buiten het systeem valt, overal van de radar is – die persoon valt dan buiten de boot, met alle gevolgen voor de samenleving van dien. Let op: de analogie met werk geldt ook hier.
Waar iedereen op zou moeten inzetten is een centraal systeem, gekoppeld aan een database van oplossingen, van best practices. Programma’s die je kunt gebruiken voor welk verbeter- of optimalisatietraject dan ook, liggen kant en klaar – beproefd en wel – op de plank. Analytics en big data spelen in dit proces een grote rol van betekenis. Zij zorgen ervoor dat al die informatie die je in de loop der jaren hebt verzameld worden omgezet in iets relevants, in zichtbare acties.
Samenleving bouwen met data
Kortom, als je het slim doet, kun je data omzetten in een gezonde beroepsbevolking, hechte communities, een hoge participatiegraad, en maatschappelijk welzijn in de meest brede zin. Dat heeft een enorm effect op het hele land, dat verder gaat dan een stijging van het BNP en het verbeterde vestigingsklimaat voor buitenlandse bedrijven. Doordat je een gezamenlijk doel hebt gecreëerd, stijgt het moreel onder de mensen, en staan ze er meer open voor anderen aan hun eigen community toe te voegen. Dat werkt stukken beter dan je door angst en twijfel laten inspireren.
Anouska Post, regional vice president enterprise corporate sales North bij Salesforce
Komisch dat er zo weinig reacties zijn, het klinkt bijna als een pleidooi voor open source software.
Mij beviel het artikel.
@jan Mij bevalt het artikel helemaal niet. Ik vind het een eng toekomstbeeld van de maatschappij. Meten is weten, controle van de burger. Ik dacht eerst is dit serieus?
@Louis
Wij (Nederland) meten al jaren alles. Decennia zelfs. De schoolarts die alle kinderen weegt en meet en die (te dikke) kinderen adviseert meer te bewegen en gezonder te eten. Meten en gezond verstand, en een regering die snapt wat de juiste prioriteiten zijn, meer is er niet voor nodig.
Dus IJsland heeft geen Big Data oplossing nodig gehad om de jeugd gezonder te krijgen. Dat dashboard is niks anders dan een bevestiging dat het werkt. Alleen als er bepaalde groepen achter zouden blijven, dan zou het zinvol kunnen zijn om die te vinden en via speciale aandacht / acties toch te motiveren.
@Louis
wanneer je een tv gaat kopen gok je dan of die in jouw kast past of meet je dat voor je op pad gaat?
Zolang statistische data anonimiseert verzameld worden is er niets aan de hand, in de gezondheidszorg heeft dat vaak geleid tot vroegtijdig herkennen van risico’s.
Voor een salesforce medewerker vond ik dit artikel weinig belast met botte reklame.
Een avondklok en een document ondertekenen over het gedrag van je kinderen. Ik vind het nogal wat, en dan ook een ‘centrale database’ waarin we alles gaan verzamelen en op grond daarvan maatregelen bedacht moeten worden om de bevolking zich volgens een de norm laten gedragen. Vind dat eng. Ik denk echt dat de dag gaat komen dat men zegt: meneer u kost meer dan u opbrengt. Wat dacht u ervan?
Met alleen data en sturen hierop kom je er niet; IJsland is een ander land, met andere geschiedenis, cultuur, waarden en normen etc.
Dit zijn aspecten die je niet kunt sturen met data en regels, daar gaan decennia lang overheen.