Hij is een begrip in het Nederlandse ict-verkoopkanaal: Bart van Rheenen. De van oorsprong slager heeft een grote staat van dienst binnen onze markt. Waar ligt zijn kracht en wat noemt hij zijn belangrijkste levenslessen? Channelweb vraagt het hem in Onder vuur.
Hoe vul je de opdracht in om Arrow in Nederland groot te maken in? Wat is het moeilijkste? En wat is meegevallen?
‘We begonnen zes jaar geleden met zes personeelsleden en we zijn nu met zeventig man. Een enorme groei dus in een korte tijd. Ik ben begonnen in oktober 2008 toen Arrow nog in Utrecht gevestigd was. We waren verlieslatend en het was mijn opdracht om het bedrijf winstgevend te maken. Dit lukte me gelukkig al binnen een maand.’
Hoe deed je dat?
‘Ik vind altijd dat je meer dingen moet doen waar je goed in bent en moet stoppen met de zaken waar je niet goed in bent. Zo simpel is het. Toen ik binnenkwam, stond er een bord met maar liefst 25 merken. Ik heb een week rondgelopen om te kijken wat we eigenlijk deden. Wat verkopen we nu eigenlijk? Uiteindelijk besloot ik om te stoppen met longtail en terug te gaan naar drie merken. Nu zijn het er overigens weer vijfentwintig, maar doen we enkel waar we goed in zijn. In België was er in 2009 hetzelfde probleem. Daar voerden we wel 73 merken, dit heb ik teruggebracht naar 35.’
Is er met al deze merken niet opnieuw een sanering nodig?
‘Nee, want we groeien en de winstgevendheid is goed. Naast een juiste focus op welke merken je voert, is het overigens ook belangrijk om een ‘hygiënische hr’ te hebben. Hiermee bedoel ik dat de juiste mensen op de juiste plek werken. We hebben nu zowel in Nederland als in België een superleuke club. Want als iedereen op zijn tenen loopt, moet je op tijd ingrijpen. Dit doe ik bijvoorbeeld door coaching. Nu we een grote organisatie geworden zijn, is hiervoor een andere aanpak nodig, bijvoorbeeld via een leadership program. Daar ben ik nu zo’n 60 procent van de tijd mee bezig.’
Even terug in de tijd. Je was één van de eerste investeerders in de zogenaamde broncode van Jan Sloot. Hoe kijk je hierop terug?
‘Ik ben opportunistisch. In deze industrie moet je dat zijn. Als ik ergens een tientje zie liggen en ik zie op de weg ernaartoe een briefje van honderd, dan kies ik toch voor het biljet van honderd. Zo zit ik ook in het avontuur van Jan Sloot. Ik ben destijds via mijn advocaat in contact gekomen met een aantal mensen. We werden uitgenodigd om naar een industrieterrein te komen waar hij zijn uitvinding zou demonstreren. Het was bijna een lugubere ervaring. Op het terrein liepen allerlei bewakingsmensen met oortjes in en ze leken bijna op Jerom uit Suske en Wiske. Tijdens de bijeenkomst vertelde Sloot dat hij in staat was om zestien films op een 64 kilobyte chipkaartje te zetten. Veel mensen hadden miljoenen geïnvesteerd en er werden grote mannen bijgehaald zoals Marcel Boekhoorn, Roel Pieper en Charles Wang van Computer Associates. Ik wist overigens amper waar het over ging en heb mensen erbij gehaald die het konden duiden. Toen werd het nog niet duidelijk en stelde ik aan Sloot voor om de uitvinding te testen in een zogenaamde kooi van Faraday. Dit is een kooivormige constructie van elektrisch geleidend materiaal, zoals koper of ijzer, die ervoor zorgt dat statische elektrische velden niet tot binnen de kooi kunnen doordringen. Toen ik dit voorstelde, vond meneer Sloot mij niet aardig en een ongelovige Thomas. De test heeft dus helaas nooit plaatsgevonden. Jammer, want ik vond het indrukwekkend. Als het daadwerkelijk klopte, was de technologie meer waard dan Intel en ik had er 1 procent van. Toen ik hoorde dat hij was overleden, dacht ik; dit is niet oké. Niet voor hemzelf en ook niet voor het project. Veel mensen droomden dat ze heel rijk zouden worden, maar dit mocht niet zo zijn. Ik heb er niet van wakker gelegen, al vond ik het wel zeer opmerkelijk. Ik was meer onder de indruk van het eten van een hamburger met Bill Gates. Toch knap voor een voormalig slager.’
Weer terug naar het heden. Je stelt dat het belangrijk is om keuzes te maken. Waarom is dit als distributeur zo van belang?
‘Het nemen van beslissingen is voor iedereen belangrijk; laat het niet aanmodderen. Ook voor het personeel is dit beter. Als je alle kanten op gaat, krijg je een bedrijf niet in de goede richting. Ik houd van beslissingen maken. Zo moet je keuzes maken voor technologie, soms doe je het ene wel en het andere niet. Dit houd je hoofd ook schoon. Voor niet-beslissen moet je een enorm geheugen hebben.’
Timing is in de ict-branche essentieel. Cloud is hier een voorbeeld van, zijn er nog meer? Heb je weleens (achteraf gezien) de boot gemist?
‘Ik heb ooit eens de verkeerde leverancierskeuze gemaakt. Achteraf gezien had ik voor een andere leverancier moeten kiezen, omdat daar de technologie zat. Je neemt beslissingen met de wetenschap die je op dat moment hebt, daarin stel je prioriteiten. Achteraf praten is dan altijd makkelijk. Zorg dus dat je goede mensen om je heen hebt, neem op basis daarvan beslissingen.’
Over beslissingen gesproken. Op welk besluit ben je het meest trots?
‘Ik heb een aantal keer een bedrijf verkocht, daar ben ik wel trots op. Sommige heb ik overigens te vroeg verkocht, maar dat kon ik op dat moment nog niet weten. De meest ingrijpende beslissing is wel het verkopen van mijn slagerij geweest. Daarna ben ik in de tapijten en gordijnen gegaan en vervolgens de it in, waarnaast ik in het begin ook nog auto’s verkocht.’
Je noemt tijdens ons gesprek ten slotte vaak het belang van recycelen en een duurzame technologie. Wat is je voorspelling hiervoor? Welke kant gaat het op?
‘Ik vind dat we geen waarde weg mogen gooien. We hebben het hierbij echt over een ander soort economie en dat vind ik interessante dingen om over na te denken. Doordat ik met mijn collega’s praat weet ik wat tech over een paar jaar waard is. Ik heb restwaarde en dat heeft de bank bijvoorbeeld niet. Wij kunnen met deze restwaarde wel iets doen. Kijk alleen al naar alle telefoontjes, die aantallen kun je niet meer bij elkaar verzinnen. Het is gek dat je van iets dat zoveel geld heeft gekost om het te maken, geen geld terugkrijgt. Het is interessant om te filosoferen over productietechnologie en materiaalgebruik. Onze industrie zou hier wat mij betreft een voortrekkersrol in moeten spelen.’