Ict-concern DXC Technology gaat bij chemie- en verfconcern AkzoNobel de lokale netwerken (lan : local area network) vernieuwen en beheren. Het betreft een vijfjarig contract voor de lan's op alle twaalfhonderd locaties in ruim tachtig landen. Met dit 'next generation'-netwerk, gebaseerd op Aruba-technologie, wil Akzo Nobel innovatieve toepassingen, zoals op het gebied van internet of things (IoT), data-analyses en mobiele tools, beter ondersteunen.
De implementatie van de next generation op Aruba-technologie gebaseerde lokale netwerken, die dienst doen voor ongeveer 46.000 werknemers in fabrieken, winkels en kantoren, is een belangrijke stap in de digitale transformatie van AkzoNobel, stelt DXC Technology. Door verschillende apparaten en sensoren in fabrieken en winkels met elkaar te verbinden, biedt de nieuwe omgeving mogelijkheden voor iot-toepassingen, waaronder het analyseren van temperaturen, snelheden en onderhoudsstatussen in productieomgevingen.
Dit nieuwe netwerk moet er tevens voor zorgen dat werknemers van het concern op elk moment, overal en op elk apparaat kunnen werken. Intelligente Wi-Fi-toegangspunten geven medewerkers geautomatiseerde configuratie op elke locatie waar deze worden geïnstalleerd, tot in vergaderruimtes aan toe. Bij het betreden van een vergaderruimte zijn geen kabels of speciale instellingen meer nodig; alle verbindingen vinden automatisch plaats.
Als een dienst
DXC Technology, dat al acht jaar het werkplekbeheer doet (voorheen als HP/EDS), rolt het lan-beheer uit voor alle AkzoNobel-locaties wereldwijd. Tegelijkertijd gaat de automatiseerder het netwerk op de locaties, van grote kantoren tot productievestigingen, aanpassen naar een wereldwijd uniforme architectuur op basis van de Aruba-technologie. Nu nog werkt het chemieconcern met een complexe wereldwijde netwerkinfrastructuur, inclusief gemengde technologieën en meerdere leveranciers.
De toekomstige netwerkinfrastructuur wordt geleverd volgens een ‘as-a-service’-uitleveringsmodel, waarbij AkzoNobel geen activa voor het netwerk meer behoudt. Het model biedt daarnaast flexibiliteit om het tempo en de volumes van de modernisering aan te passen aan de behoeften vanuit de verschillende divisies bij het concern.