In de komende zes jaar blijft het voor werkgevers een uitdaging om ict-personeel te werven. Voor werkgevers vormt het invullen van 87 procent van de ict-vacatures een probleem. Het betreft voornamelijk software- en applicatieontwikkelaars op hoger niveau. Dat concludeert de Universiteit Maastricht in een onderzoeksrapport.
Het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) van de Universiteit Maastricht publiceert het onderzoeksrapport ‘De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2022’. Hieruit blijkt dat het aantal werkenden in Nederland tot 2022 met ongeveer 520.000 man groeit. Dat komt neer op een werkgelegenheidsgroei van gemiddeld 1,0 procent per jaar.
Hbo’ers en wo’ers hebben tot 2022 de beste arbeidsmarktperspectieven. Voor afgestudeerden met een opleiding in de techniek of zorg zijn de arbeidsmarktperspectieven (zeer) goed op alle opleidingsniveaus (mbo tot wo). De grootste werkgelegenheidsgroei wordt verwacht voor de zorg, groothandel, specialistische zakelijke dienstverlening, en de bouwnijverheid. De economische groei, vooral in de bouw, voedt de vraag naar technisch geschoold personeel.
Tekorten in ict en techniek
‘Werkgevers moeten in de komende zes jaar rekening houden met grote knelpunten in de personeelsvoorziening van ict-beroepen’, vertelt onderzoeksleider Didier Fouarge. Voor 87 procent van de werkgevers vormt de vraag naar ontwikkelaars (software en applicaties) op hoger niveau een probleem.
Ook kampt de techniek met problemen met het aantrekken van personeel. Moeilijk in te vullen vacatures betreffen elektriciens en elektromonteurs, (elektrotechnisch) ingenieurs, architecten, en technici bouwkunde en natuur. ‘Er is een groeiende toestroom aan technisch gediplomeerden, maar zij zoeken niet altijd een baan in de techniek’, aldus Fouarge.
Andere sectoren waar werkgevers hinder ervaren om personeel aan te trekken, zijn het onderwijs (basisschoolleerkrachten voor vervangend of vertrekkende personeel) en de zorg (artsen, fysiotherapeuten, medisch praktijkassistenten, laboranten, en verpleegkundigen).
Opleidingsniveau
Gekeken naar de arbeidsmarktperspectieven, hebben jongeren het in de komende jaren gemiddeld genomen goed, ‘maar er zijn grote verschillen naar opleidingsniveau en -richting’, verduidelijkt Fouarge. Gediplomeerden met een hoger opleidingsniveau hebben over het algemeen betere arbeidsmarktperspectieven dan jongeren met een lager opleidingsniveau.
Op wo-niveau heeft 50 procent van de gediplomeerden ‘goede tot zeer goede perspectieven’ op een baan. Dit geldt vooral voor gediplomeerden met een wo achtergrond in techniek, onderwijs, medicijnen, gedrag en maatschappij.
43 procent van de hbo’ers heeft goede arbeidsmarktperspectieven. Dat betreft voornamelijk afgestudeerden in de richtingen onderwijs, techniek, landbouw, of gezondheidszorg. Gekeken naar mbo-niveau hebben afgestudeerden van mbo 4 groen, zorg en techniek, en mbo 2/3 techniek de meeste kans op een baan.
De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2022
Download het volledige rapport (pdf).