De zakelijke besluitvorming rond datacenters begint vaak met de locatie. Waar kunnen bedrijven de servers en infrastructuurcomponenten die hun applicaties ondersteunen het beste neerzetten? Voor bedrijven met minder grote concentraties van eindgebruikers luidt het antwoord meestal ‘op locatie’. Voor ondernemingen met meerdere (internationale) vestigingen bieden hosting- en colocatie-bedrijven een effectieve oplossing.
Zij zitten vaak op strategische locaties en kunnen grote groepen werknemers bedienen én diverse connectiviteitsopties bieden. Dit maakt het mogelijk om de kosten in te dammen en voor optimale beschikbaarheid te zorgen.
Colocatie zal echter een nieuwe invulling krijgen naarmate het gebruik van de cloud verder toeneemt en steeds meer zakelijke en consumentendiensten gebruik gaan maken van internet of things (IoT).
Stand van zaken
Grofweg richten hosting- en colocatiediensten zich momenteel op twee dingen: datacenter-resources dichtbij andere belangrijke bedrijfsbronnen brengen en personeel op locatie helpen met het beheer van deze bronnen.
Connectiviteit is een eerste vereiste voor datacenters. Servers moeten een springplank naar het internet bieden, zodat werknemers op verschillende locaties toegang tot hun applicaties krijgen. Colocatiebedrijven bieden in feite fysieke ruimte aan die normaliter door verschillende internetproviders wordt ondersteund. Aanbieders van colocatiediensten fungeren als carrier-hotel en bieden bedrijven verschillende mogelijkheden om in hun connectiviteitsbehoeften te voorzien. Dit maakt het gebruik van redundante verbindingen mogelijk, iets wat bijdraagt aan high availability. Bovendien kunnen bedrijven op deze manier profiteren van de concurrentie tussen internetproviders. Deze marktwerking stelt hen in staat om hun connectiviteitskosten in te dammen.
In dit geval is het doel van colocatie om apparatuur onder te brengen in een faciliteit die zich in de dichte nabijheid bevindt van de it-bronnen die bedrijven nodig hebben. De benadering van bedrijfsbronnen wordt in de eerste plaats ingegeven door de fysieke wereld.
Nieuwe categorie van diensten
Maar wat als u iets anders dichtbij u in de buurt wilt hebben? Het idee van IoT is dat diverse sensoren informatie aanleveren die door een specifieke dienst worden benut. In sommige gevallen wordt die dienst lokaal gehost, dicht in de buurt van de sensoren. Dat geldt bijvoorbeeld voor diensten die om realtime analyses vragen, zoals de bewaking van mijnbouwapparatuur op tekenen van storingen. In andere gevallen zou de dienst in de cloud kunnen worden gehost. Denk bijvoorbeeld aan een energiebedrijf dat data van energiemeters van al zijn klanten verzamelt als input voor het maandelijkse facturatieproces.
Net zoals met elke technologie zullen de aanvankelijke oplossingen een relatief basaal karakter hebben. Maar naarmate er meer sensoren worden ingezet, zullen we toegang tot veel meer data krijgen. Belangrijker nog is dat gegevens uit verschillende locaties afkomstig kunnen zijn. Dat betekent dat de diensten die worden ingezet om inzichten uit data te putten aan meerdere gegevensbronnen moeten worden gekoppeld.
Een ander aspect dat meespeelt is, wie de eigenaar is van de data. Een goed voorbeeld daarvan is de data die je smart car verzamelt, waardoor deze je favoriete routes leert kennen, je vertrektijden en in effect je dagindeling. Een deel van deze informatie ‘voer’ je aan de auto en in ruil daarvoor zorgt de auto dat je op tijd – of via de toeristenroute – op de plek van bestemming komt. Maar wat nu als je besluit van merk smart car te wisselen? Dan kun je weer helemaal opnieuw beginnen, omdat de slimme autofabrikant jouw persoonlijke input vasthoudt.
Het is denkbaar dat er straks dienstverleners opstaan die ‘smart car management as a service’ gaan aanbieden. Zo’n dienst kan bijvoorbeeld bepalen wie je autotdata mag zien en wie niet, hij beveiligt de data en kan je data beschikbaar maken voor een ander voertuig. Deze dienstverleners kunnen hun borst natmaken, want ‘smart cars’ genereren veel data, zo’n 25 gigabyte per uur. Om nog maar niet te spreken van de self driving cars. De opkomst van dit soort diensten voor mobiliteit, gezondheidszorg en domotica zal voor een verandering zorgen in de manier waarop we naar colocatie en data management kijken.
Colocatie van data
Als een dienst gebruikmaakt van specifieke sensorgegevens, is het logisch om die dienst op systemen te laten draaien die dichtbij de locatie staan, waar data ligt opgeslagen. Als er bijvoorbeeld data naar AWS wordt gestreamd, is het niet meer dan logisch om de dienst in AWS te hosten.
Bij dit simpele voorbeeld kan de beslissing over de locatie van het datacenter worden beïnvloed (of zelfs bepaald) door waar de data zich bevindt. Is de leverancier van de sensor ook de ontwikkelaar van de applicatie, dan is de keuze niet bijster moeilijk. Als de eigenaar van de applicatie een over-the-top-dienst wil aanbieden, is de beslissing ten aanzien van de hostinglocatie voor de applicatie van doorslaggevend belang.
De natuurlijke affiniteit die diensten met data hebben zal resulteren in een meer datagericht perspectief op de locatie waar it-resources worden gehost. En hoe meer data wordt verbruikt, des te sterker deze affiniteit zal zijn. Voor gebruikers van data betekent dit dat zij beslissingen moeten nemen ten aanzien van de locatie waar de data wordt opgeslagen.
Zakelijke overwegingen
Uit deze voorbeelden blijkt dat applicatieontwikkelaars er goed aan doen om hun applicaties te hosten op een locatie in de nabijheid van de data. Maar hoe zit het nu met bedrijven die een beroep willen doen op specifieke hoogwaardige IoT-diensten?
In de toekomst zal er onvermijdelijk sprake zijn van intensief gebruikte IoT-diensten. Als deze diensten uitgroeien tot een cruciale succesfactor, zou dit van invloed kunnen zijn op de manier waarop bedrijven naar hun it-architectuur kijken. Ze zouden er bijvoorbeeld voor kunnen zorgen dat bedrijven de ene cloud provider boven de andere verkiezen.
Maar als er meerdere hoogwaardige diensten bij uiteenlopende cloud-providers worden gehost, betekent dit dat bedrijven een oplossing moeten bieden voor problemen rond de toegang tot data en hun datastrategie effectief moeten vormgeven. Daarbij moeten ze rekening houden met diverse applicaties, de gevolgen voor de connectiviteit en voor beveiliging.
Moraal van het verhaal
Veel van onze beslissingen ten aanzien van zakelijke it-architecturen zijn gericht op fysieke bronnen. Nu data uitgroeit tot een steeds belangrijkere succesfactor, moeten we ons architectuurperspectief verruimen en rekening houden met de locatie waar de data resideert. Bij IoT in het bijzonder zou dit kunnen betekenen dat we opnieuw moeten nadenken over waar we onze it-middelen en workloads onderbrengen. Dit zal zorgen voor een compleet nieuwe definitie van colocatie- en hosting-diensten waarbij de focus naar de data verschuift. Hoewel het internet of things nog in de kinderschoenen staat, moeten bedrijven die intensief gebruik gaan maken van IoT-oplossingen zichzelf meer vragen stellen ten aanzien van de gevolgen voor hun it-infrastructuur.