Nederlandse organisaties krijgen gemiddeld 13,4 keer per maand te maken met een it-incident dat een reële bedreiging voor de organisatie vormt. Dat is veel hoger dan het wereldwijd gemiddelde van vijf gevaarlijke incidenten per maand. En één zo’n storing kost een Nederlandse bedrijf gemiddeld 78.796 euro. Dat blijkt uit onderzoek van onderzoeksbureau Quocirca in opdracht van databedrijf Splunk.
Voor het onderzoeksrapport ‘Damage Control – The Impact of Critical IT Incidents’ ondervroeg onderzoeksbureau Quocirca ruim duizend bedrijven in de VS, het VK, Frankrijk, Duitsland, Zweden, Nederland, Australië, Japan en Singapore. Dat deed het in opdracht van het Amerikaanse databedrijf Splunk.
Het onderzoek toont aan dat organisaties wereldwijd ongeveer twaalfhonderd it-incidenten per maand tellen. Echter vormen er maar vijf hiervan een reële bedreiging voor de organisatie. Nederlandse organisaties blijken op maandelijkse basis bovengemiddeld doelwit te zijn voor it-storingen. Wij krijgen gemiddeld dertien keer per maand met gevaarlijke gebeurtenissen te maken.
En zo’n bedreigend incident kost een Nederlands bedrijf gemiddeld 78.796 euro. Dat is fors hoger dan het wereldwijde gemiddelde van omgerekend zo’n dertigduizend euro (36.326 dollar). Gemiddeld zijn er 6,7 it’ers betrokken bij het oplossen van een storing en daar doen zij 5,8 uur over.
Toch vindt 45 procent van de Nederlandse organisaties dat ze goed om kunnen gaan met de hoeveelheid incidenten, terwijl dit internationaal gezien maar 34 procent is. Maar 14 procent van de Nederlandse bedrijven geeft aan echt moeite te hebben met de omvang van it-incidenten.
Het wereldwijde ‘gemiddelde’ is slechts een ooit eens door iemand opgestelde maat. Deze is nooit gestoeld nog gestaafd. Dat een incident calculeerbare impact heeft dat moge helder zijn. Wat ik in de berekening niet terug zie is de LoP, Loss of Productivity. De schade is dus aanzienlijker dan uw rekenmodel.