Kleine bouwbedrijven en installateurs moeten digitaliseren om hun bestaande bedrijfs processen te verbeteren en nieuwe businessmodellen te ontwikkelen. Bovendien kan digitalisering hen helpen hun klanten duurzamer te maken (met oog op het Klimaatverdrag van Parijs). De noodzaak lijkt duidelijk maar… conservatisme vertraagt het tempo. ‘Andere sectoren veranderen veel sneller.’
De reeks voorbeelden van effectief automatiseren in de bouw en techniek is eindeloos. Aannemers kunnen met sensoren materiaal traceren op de bouwplaats en zien wanneer het tijd is voor onderhoud. Installatiebedrijven kunnen cv-ketels monitoren op afstand, zodat ze een monteur pas op pad hoeven te sturen als er werkelijk iets aan de hand is. Bouwbedrijven kunnen het energieverbruik van gebouwen voorspellen. Facilitaire diensten kunnen de luchtkwaliteit in gebouwen meten en bijsturen op afstand. Vastgoedeigenaren kunnen harde prestatiegaranties geven.
Terwijl de kansen veelbelovend zijn, is de dagelijkse praktijk in de bouwsector conservatief en behoudend. Veel ondernemers krabbelen hun offerte nog op de achterkant van een bierviltje of op een doos chique sigaren. Op kantoor raken bouwondernemers de weg kwijt tussen stapels werkbriefjes en inkoopbonnen. En in de bouwkeet raken ze verstrikt in alle wettelijk verplichte formulieren die nog moeten worden ingevuld. Maar ‘innovatie’ is een vies woord in de bouw en aan ‘verandermanagement’ hebben veel ondernemers een broertje dood. Kortom: een spagaat. En dat is goed nieuws voor creatieve ict-bedrijven. De dynamiek van kansen en bedreigingen is namelijk een prima voedingsbodem voor nieuwe opdrachten. De vraag is wel: hoe breken ict-bedrijven de markt open? Welke specifieke problemen komen ze tegen in de bouwsector? Worden de mogelijkheden voldoende benut? Is de bouw een groeimarkt? Kan de bouw een melkkoe worden? Computable ging op onderzoek uit.
Predictive maintenance
QNH Consulting kennen we als ict-dienstverlener voor banken, verzekeraars, winkeliers, telecom-bedrijven en overheidsinstellingen. Daar is sinds kort de bouwsector bij gekomen. Regiodirecteur Sjoerd Hobo vertelt hoe dat ging: ‘Wij kwamen in contact met een elektrotechnisch bedrijf dat dieselmotoren repareert op zeeschepen en we zagen al snel hoe we hen vooruit konden helpen met data en sensortechnologie. Kijk, de sensoren in die motoren meten trillingen, temperatuur, CO2-gehalte en nog veel meer. Dat bedrijf wilde veel meer met die data doen. Toen kwamen wij in beeld. In de cloud volgen wij het schip op zee. Daardoor weten we welk onderhoud nodig is zodra het schip terug is aan de wal.’
Zo gezegd zo gedaan en Hobo kreeg ‘de smaak te pakken’. Hij vond een tweede onderneming: ‘Een groot bouwbedrijf dat periodiek onderhoud doet aan huizen voor woningbouwverenigingen. Het probleem daarbij is dat onderhoud soms wordt uitgevoerd maar nog helemaal niet nodig is. Die onnodige rekeningen willen woningbouwverenigingen natuurlijk voorkomen en daar zorgen wij voor met predictive maintenance. De data die door sensoren worden opgehaald, vertelt ons wat de staat is van de vloeren en kozijnen. Wij geven, plat gezegd, een signaal als het kozijn rot is.’
Het is QNH Consulting menens in de bouw gezien de whitepaper ‘Aan de slag met IoT in de bouw’ die onlangs werd uitgebracht. Daarin wordt melding gemaakt van een platform samen met Microsoft Azure, bestemd voor vijftig gerenoveerde woningen. Het doel van het platform is tweeledig. Enerzijds krijgen de bewoners via een app informatie waarmee ze kunnen sturen op energieneutraal wonen. Anderzijds wordt het platform ingezet voor voorspelbaar onderhoud (predictive maintenance.) De woningen worden in twee dagen gerenoveerd en voorzien van sensoren om onder andere de temperatuur, luchtkwaliteit, ventilatie, zuurstof en koolmonoxide te meten. De data worden opgeslagen en geconverteerd naar bruikbare informatie voor de bewonersapp en het dashboard voor de woningcorporatie.
Disrupten
De technologie is volledig uitgekristalliseerd. Nu de bouwbedrijven nog. Hobo stelt dat dat een kwestie van tijd is. De bouwsector kan grote stappen vooruit zetten door datagedreven te worden. Met de nadruk op ‘kunnen’. Hobo: ‘De sector als geheel is nog bang om te disrupten. Dat zou de boel maar verstoren.’
Co-oprichter Paul Stomph van softwarebedrijf Qwiksense geeft een soortgelijk signaal af. Qwiksense analyseert data (temperatuur, CO2, luchtvochtigheid, bezetting per werkplek) om gebouwen te toetsen op hun ‘gezondheid’ en zo mogelijk bij te sturen op afstand. Stomph: ‘Voor ons kan een grote markt ontstaan. Wij verkopen abonnementen aan gebouwbeheerders, installatiebedrijven, facilitair beheerders en managers personeelszaken. Ik moet echt zeggen dat veel in de bouw nog op de ouderwetse manier gebeurt. Ze praten er tegenwoordig wel over, dat is al positief. En in nieuwe gebouwen wordt de technologie vaak ook wel meegenomen. Het probleem is de bestaande bouw. Daar liggen de kansen. Het kan allemaal veel efficiënter, slimmer en duurzamer.’
De software van Qwiksense helpt installateurs en aannemers. Met kleine ingrepen kunnen zij gebouwen slimmer maken. Dit kan leiden tot nieuwe verdienmodellen want de investeringen zijn niet zo groot. Stomph: ‘Vaak hoeft de installatie in een bestaand gebouw helemaal niet vervangen te worden. Moderniseren is voldoende, bijvoorbeeld door er sensoren aan te koppelen. Wij koppelen sensoren aan het gebouwbeheersysteem. Daarmee maken onze opdrachtgevers grote stappen vooruit qua efficiency.’
Willem Vermeend
De kansen zijn er, maar worden onvoldoende opgepakt. Er moet marketinggeweld aan te pas komen om de bouwsector wakker te schudden. In de eind 2016 gepubliceerde OTIB Trendfiles geven zes hoogleraren hun visie op het bedrijfsleven, duurzaam ondernemen, smart industry, slim bouwen, IoT en systeeminnovaties. Een van de zes is ex-politicus Willem Vermeend. Hij ziet grote kansen voor kleine bouwbedrijven als zij internet en technologie in hun strategie gaan verwerken. Niets doen is geen optie, stelt Vermeend: ‘Stilstand is geen achteruitgang, stilstand is ondergang. Alle bestaande verdienmodellen staan onder druk door digitalisering, de snelle opkomst van mobiel internet, big data, 3d-printing, IoT en robotisering.’
Ondertussen zet de roep om duurzaamheid (vanwege het Klimaatverdrag van Parijs) extra druk op de ketel. Vermeend: ‘Als bedrijven een slecht co2-profiel hebben, wordt het voor andere bedrijven onaantrekkelijker om zaken met hen te doen. Dat hebben de meeste ondernemers nog helemaal niet in de gaten. Echt, ze ontkomen er niet aan een duurzaamheidsstrategie te ontwikkelen en hun co2-profiel te verbeteren.’
Het goede nieuws voor kleine bouwbedrijven is dat zij snel en wendbaar zijn, met korte lijnen en weinig bureaucratie. Dat past weer wel heel goed bij deze tijd van snelle communicatie. Dus, Willem Vermeend, wat moeten zij doen? Vermeend: ‘Allereerst moeten zij productie- en bedrijfsprocessen digitaliseren om kosten te reduceren en hun efficiency te verhogen. Elk bedrijf heeft een online-strategie nodig. Veel websites moeten worden vernieuwd. Ondernemers moeten kijken welke nieuwe technologie kan worden toegevoegd aan hun portfolio. En elk bedrijf moet binnen tien jaar honderd procent duurzaam zijn. Bedrijven die deze drie zaken niet op orde hebben, bestaan over vijf jaar niet meer.’
Hololens
De bouwsector wordt danig op de proef gesteld. Dat zegt ook associate Alwin Sixma van het Big Data Value Center in Almere, een aan TNO gelieerde organisatie die ondernemers helpt toegevoegde waarde te creëren door beter gebruik te maken van data.
Sixma is concreet over nieuwe mogelijkheden voor bouwgerelateerde bedrijven. Schilders kunnen monitoren hoe lang het duurt voordat verf is uitgehard en hoe de weersomstandigheden daarop inspelen. Liftmonteurs kunnen met een hololens voor hun gezicht de lift in en zien wat er gerepareerd moet worden. Onderhoudsbedrijven kunnen zien wanneer de bedrijfsbus naar de garage moet. En zo verder. Het nieuwe zakendoen gaat over smart monitoring, patronen ontdekken in data, anticiperen, voorspellen, voorkomen en besparen.
Tal van kleine bedrijven kwamen al naar Almere om met Sixma en zijn collega’s de nieuwe mogelijkheden te ontdekken. Sixma legt uit hoe hij te werk gaat: ‘Wij beginnen hier met een inspiratieworkshop en een voorbeeldcasus om grip te krijgen op data. De ondernemers wisselen praktijkervaringen uit. Daarna gaan we kijken met welke serieuze problemen ze zitten. Waar liggen ze wakker van? Waar hebben ze nachtmerries over? Dat heeft niets te maken met technologie, dat gaat over hooglopende ruzies met ontevreden klanten, over afzuigkappen die al jaren onverkocht in het magazijn liggen, of giftige lucht waaraan hun personeel tijdens het werk wordt blootgesteld. Als de werkelijke problemen duidelijk zijn, gaan we in multidisciplinaire teams zoeken naar oplossingen, en uiteindelijk outsourcen. We koppelen de deelnemers aan marktpartijen in de ict-sector, die de concrete opdracht gaan uitvoeren.’
Kannibalisme
Sander Jongsma van het in 2015 opgerichte softwarebedrijf Bouw7 noemt de bouw ‘een groeimarkt’. Als de besparingsmogelijkheden goed door de marketeers worden uitgevent, is groeien het logische gevolg, stelt Jongsma, die over opdrachten niets te klagen heeft. Bouw7 koppelt gebouwbeheersystemen, cv-ketels en installaties via het IoT aan zijn online-platform, dat een seintje geeft als het tijd is voor onderhoud. De software stroomlijnt ook het bedrijfsproces van de klant. Een digitale planner geeft inzicht in de projecten en stuurt opdrachten naar de smartphone of tablet van de monteur op de bouwplaats. Voor het management staat de actuele beheerinformatie overzichtelijk in het dashboard.
Bouw7 geeft ondernemers overzicht over alle werkbonnen, kwaliteitsrapporten, opleverlijsten, inkooporders en uitvoerdersdagboeken. Het concept slaat aan. Jongsma: ‘Elke week komen er nieuwe klanten bij. Maar we moeten flink investeren in marketing. Het kan veel sneller. Conservatisme is inderdaad een groot probleem. De bouw gebruikt nog veel gedateerde on-premise software. Daarmee ondersteun je je bedrijfsprocessen niet meer. Wat bouwbedrijven vooral missen? Een goede koppeling van bouwplaats en kantoor. En mogelijkheden om mobiel te werken.’
Terug naar Sjoerd Hobo van QNH. Die draait er niet omheen: ‘Wij praten ons echt een slag in de rondte om dit verhaal tussen de oren te krijgen. Maar deze sector is calvinistisch, bang om samen te werken, bang om zich open te stellen. Andere sectoren veranderen veel sneller. Kannibalisme is een groot probleem in de bouw. Neem nou predictive maintenance. Waarom zou je daarin investeren om niet meer maar juist minder onderhoudsklussen binnen te halen? Je vreet je eigen bedrijf op. Maar goed… niks doen is ook geen optie. Dus wat doen de bouwbedrijven? Temporiseren. Zorgen dat het allemaal niet te snel verandert. Jongens, word eens wakker!’
(Deze bijdrage is afkomstig uit Computable Magazine, editie 06/2017.)
“Kan de bouw een melkkoe worden? Computable ging op onderzoek uit.”
resultaat : “gaan we in multidisciplinaire teams zoeken naar oplossingen, en uiteindelijk outsourcen. We koppelen de deelnemers aan marktpartijen in de ict-sector, die de concrete opdracht gaan uitvoeren.”
We hadden het kunnen weten 😛
Deze opinie is niet van een externe deskundige. De inhoud vertegenwoordigt dus noodzakelijk het gedachtegoed van de redactie.