Self-service bi, een verademing voor de business. De business zit immers nu zelf aan de knoppen en hoeft dus niet meer wachten op it. Voor it vaak een ergernis, want hoe zit het met de governance? Een modern bi-platform op basis van self-service brengt business en it bij elkaar en lijkt de ideale oplossing, maar waar moet zo’n modern bi-platform nu eigenlijk aan voldoen?
Voor het overstappen naar een modern bi-model op basis van self-service is het allereerst essentieel dat de it-afdeling de rest van de onderneming in alle aspecten van het programma meeneemt, ook bij het kiezen van een geschikt modern analyseplatform. Tijdens dit selectieproces moeten de aangewezen personen van zowel de business als van it voor elk platform de mogelijkheden voor het uitvoeren van moderne analyseworkflows onderzoeken.
Vijf componenten van moderne analyseworkflow
De moderne analyseworkflow is een cyclus van vijf kerngebieden die onderling zijn verbonden. It maakt deze workflow mogelijk, maar de workflow wordt voornamelijk gestuurd door business-gebruikers en analisten uit alle delen van de organisatie en voor een succesvolle implementatie is samenwerking en deelname vanuit alle rollen dan ook van groot belang.
Om uit te komen bij een modern bi-platform dat breed wordt gedragen en ingezet, moeten organisaties de waarde van het platform voor elke fase van deze workflow bekijken vanuit het oogpunt van de it-/bi-professional, de maker van content en de informatie consument .
1. Toegang en weergave. Wanneer organisaties van een traditionele top-downaanpak, waarbij it de analyses verzorgt, de overstap beginnen te maken naar self-service, is het voor it (of een centraal bi-team) vaak gunstig om een primaire set vertrouwde databronnen en analysecontent te ontwikkelen. Business-gebruikers kunnen deze content dan benaderen en gebruiken als basis voor hun analyses.
Na verloop van tijd worden gebruikers als onderdeel van de moderne analyseworkflow aangemoedigd om hun eigen vragen te stellen en te beantwoorden, waardoor de beschikbare vertrouwde content op organische wijze zal groeien. Gebruikers krijgen dan dus toegang tot meer analysecontent voor self-service.
It- en bi-professionals die verantwoordelijk zijn voor het beheer van de centrale omgeving, waar analysecontent wordt opgeslagen en onderhouden en waar databronnen worden beheerd en gecontroleerd, moeten uit de voeten kunnen met het platform dat je wil kiezen. Ook moet het tegemoet komen aan de specifieke gebruiksvereisten en parameters die bepaald worden door de informatie consumenten.
2. Interactie. De interactiefase is een uitbreiding van de oorspronkelijke toegang-en-weergave-fase van de analyseworkflow. Hier hebben informatie consumenten binnen vooraf gedefinieerde kaders (bepaald door de uitgever van de content) de mogelijkheid tot het uitvoeren van benodigde analyses van de beschikbare content.
3. Analyseren en verkennen. Deze fase omvat een breed scala aan gebruikersbehoeften en het is essentieel dat het platform hier naadloos op aansluit. Deze fase is met name belangrijk in de workflow omdat hierin het verschil duidelijk wordt tussen datavisualisatie tools waarmee grafieken samengesteld worden en uitgebreide visuele analysetools die visualisaties gebruiken als primaire analysemetafoor.
Bij het gebruiken van dashboards en het genereren van nieuwe vragen, lopen gebruikers onvermijdelijk tegen de grenzen van de bestaande dashboards aan. Op dat moment hebben gebruikers een zelfsturend en autonoom raamwerk nodig voor het stellen en beantwoorden van nieuwe vragen.
Gebruikers op alle niveaus moeten de analysemogelijkheden van het platform vanuit de analyseworkflow kunnen visualiseren en gebruiken zonder te hoeven overschakelen naar een andere module of ander product in het pakket.
Platformintegratie en gebruiksgemak maken het verschil, vooral als men kijkt naar de behoefte vanuit contentmakers en informatie consumenten. De analyseworkflow wordt vaak onderbroken bij de overgang van ‘interactiefase’ naar ‘analyseren en verkennen’ omdat men moet overschakelen naar een specifiek self-service platformonderdeel om op die manier de volgende vraag te kunnen stellen.
4. Delen. Tegenwoordig kijkt men anders aan tegen het delen van content. Binnen traditionele bi-platformen blijft delen vaak beperkt tot het afleveren statisch geëxporteerde rapporten via e-mail en soms zelfs nog via afgedrukte rapporten op het bureau van een eindgebruiker.
Binnen de moderne analytics-aanpak omvat het delen nu ook samenwerking en de sociale interactiemogelijkheden waar we met andere moderne bedrijfstools aan gewend zijn geraakt. Eenvoudigweg omdat informatie zijn actualiteit verliest zodra het rapport wordt afgedrukt of geëxporteerd en dat druist in tegen de behoefte van de hedendaagse gebruiker die geen moment achter de feiten aan wil lopen.
Sommige aspecten van het delen van content betreffen het zo breed mogelijk beschikbaar stellen van informatie aan gebruikers, terwijl andere aspecten de nadruk leggen op samenwerking als kernonderdeel van het analyseproces. Houd bij het evalueren van het platform rekening met beide scenario’s, vooral vanuit het perspectief van de it-/bi-professional en de contentmaker.
5. Promoten en governance. Governance kan op een aantal verschillende manieren worden vormgegeven en elke organisatie zal uiteindelijk kiezen voor de optie die het beste past, variërend van een it-gerichte omgeving met maximale governance en controle, tot een omgeving met weinig tot geen controle. De meeste organisaties komen ergens in het midden uit. Zelfs binnen één organisatie variëren de governance vereisten vaak, gebaseerd op de gebruikersbehoeften binnen een bepaald gebied en de data zelf.
Bij het kiezen van een modern analyseplatform is flexibiliteit een belangrijke overweging. Zo kun je voldoen aan de veranderende eisen van het bedrijf en ben je ervan verzekerd dat je het beheer kunt aanpassen aan de groei van het bedrijf. Een organisatie kan er bijvoorbeeld voor kiezen om de transitie van traditioneel naar modern te realiseren door het moderne platform eerst op een traditionele wijze in te zetten en vervolgens stapsgewijs de self-servicemogelijkheden te introduceren.
Ook is het van groot belang om de specifieke mogelijkheden van een platform te beoordelen op de aanverwante maar toch aparte gebieden van databeheer en analysebeheer. Met de tool moet het meest geschikte beheermodel kunnen worden opgezet, maar de tool moet ook de flexibiliteit bieden om deze na verloop van tijd aan te kunnen passen.
Beheerde self-service analytics op maat
De shift van traditionele bi- naar moderne analytics-platformen is noodzakelijk om echt profijt te hebben van de impact die gegevens op een organisatie kunnen hebben. Moderne analyseplatformen combineren self-service en governance en bieden de volledige organisatie zo betrouwbare data en inzicht in de bedrijfsactiviteiten. Aangezien ze totaal anders zijn dan it-beheerde bi-platformen is het aan te raden er bij de evaluatie van deze platformen door een andere bril naar te kijken. De bril van de analyseworkflow.
Dat belooft toch ongelooflijk creatieve resulaten, ik verheug er mij al op.
50 professionals, ook al kennen ze hun job, creëren zeker 50 beste benaderingen die allen van elkaar afwijken.
De originele bedoeling van SQL toch een eindgebruikers een tool te geven om zelf aan de slag te kunnen.
Later opgevolgd door de 4-GL programgeneratoren, ook weer voor de eindgebruikers die dan niet meer moeten wachten op de IT-ers die dan soms nog wat moeilijk doen.
Let op, ik betwist de waarde van BI niet, professional opgezet, en gebruikers goed opgeleid in het gebruik.
Anders kom je in de situatie van wat Walter Deleu mij eens mailde:
Je zal een analfabeet geen bril verkopen met de belofte dat hij dan kan lezen.
Wanneer BI begint bij de (analyse van) de primaire processen van een organisatie is het prachtig tool.
Is dat niet het geval dan draagt het waarschijnlijk slechts bij aan een verdere verwarring…het gaat niet om de functionaliteit van de tools maar om de toepasbaarheid (inzetbaarheid en bijdrage) bij de operationele processen.