Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap keert een subsidie van zes ton uit aan Cloud Engineering Rotterdam, een praktijkprogramma gericht op cloud en datacenter-technologie voor mbo’s. Het bedrag is beschikbaar gesteld voor de komende vier jaar. Het cloudprogramma is te volgen op het Techniek College Rotterdam, een samenwerking tussen het Albeda College en Zadkine.
De investeringen komen uit het budget voor het Regionaal Investeringsfonds MBO (RIF). Dit fonds investeert in totaal ruim negen miljoen in negen verschillende mbo-projecten, waar Cloud Engineering er één van is. Het praktijkprogramma, waarvoor de eerste plannen in 2014 geschetst werden, werkt samen met verschillende bedrijven in de cloud- en datacentersector in de regio Rotterdam. Doel van het programma is te zorgen voor een nieuwe lichting geschoolde medewerkers en een nauwere aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt.
Stichting DINL is al vanaf het begin betrokken bij Cloud Engineering Rotterdam. Als koepelorganisatie zet het zich, samen met de deelnemende organisaties ISPConnect, DHPA en Dutch Data Center Association, in voor een betere aansluiting tussen het it -onderwijs en het bedrijfsleven. Simon Besteman, directeur ISPConnect & portfoliohouder onderwijs DINL: ‘Stichting DINL ziet grote kansen voor het mbo. Juist daar moet de aansluiting tussen opleiding en arbeidsmarkt, en de doorstroom naar het hbo verbeteren. Alleen op die manier kan de toenemende vraag naar specialisten op termijn worden ingevuld.’
Besteman geeft aan dat de subsidieaanvraag een ‘loodzwaar’ traject was, ook omdat de aanvraag in eerste instantie was afgekeurd. Ook licht hij toe dat het merendeel van het geld om Cloud Engineering Rotterdam mogelijk te maken, afkomstig is van bedrijven. ‘Dit kan direct geld zijn, maar ook een bijdrage in natura door het aanbieden van stageplaatsen en het bieden van begeleiding aan de studenten.’ Ook projectleider Peter Kroon, tevens werkzaam als onderwijsleider it & online bij het Techniek College Rotterdam, benadrukt dit. ‘Ons project is drie keer zo groot dan die zes ton subsidie. We hebben een derde vanuit het RIS ontvangen, tweederde hebben we zelf gefinancierd vanuit het bedrijfsleven. Dit is prachtig, want dan wordt zo’n project ook echt breed gedragen.’
Besteman geeft daarnaast aan waar het geld voor gebruikt wordt. ‘Het geld wordt met name ingezet om de kosten voor projectmanagement te betalen. Het begeleiden van stagiaires valt bijvoorbeeld niet onder de bevoegdheid van werkgevers, deze kosten worden hiermee gedekt.’
Cloudprogramma
Wat betreft het programma dat de mbo-studenten gaan volgen, geeft Besteman aan dat het gaat om een programma binnen het reguliere mbo-programma. ‘We noemen het een practoraat, waarbij praktijkervaring en -kennis centraal staat. Binnen het programma focussen we specifiek op cloud- en datacentertechnologie. Een voorbeeld hiervan is dat een groep studenten en hun leraar bij een bedrijf een cloudomgeving bouwen onder begeleiding van iemand binnen dat bedrijf. Hiervoor geldt een tijdslijn van ongeveer drie tot vier maanden.’
Projectleider Kroon voegt hieraan toe dat ook onderzoek naar nieuwe technologieën binnen het cloudprogramma essentieel is. Daarnaast geeft hij aan dat het programma drie doelstellingen heeft: het actueel houden van het onderwijs, het onderscheiden van trends en hypes en daarbij vaststellen wat het belang is voor het mbo en de instroom vergroten tussen vmbo, mbo en hbo op het gebied van cloud- en datacenterstudenten.
Stichting Digitale Infrastructuur Nederland
De stichting DINL is de vertegenwoordiger en spreekbuis van aanbieders van digitale infrastructuur. Deelnemers van DINL zijn AMS-IX (Amsterdam Internet Exchange), DDA (Dutch Data Center Association), DHPA (Dutch Hosting Provider Association), ISPConnect, Stichting NLnet, SIDN (Stichting Internet Domeinregistratie Nederland), Nederland ICT, Vereniging van Registrars (VVR) en Surfnet. De Rabobank en NxtVn zijn respectievelijk hoofdpartner en partner van Stichting DINL.
De zes ton hadden beter in taaldocenten en in ICT docenten kunnen worden geïnvesteerd.
Ook een kwaltijdskeurmerk voor de opleiding zou een strevenswaardig onderwerp voor een subsidie kunnen zijn.
Is het een idee om docenten uit het vak te raadplegen voordat er geld wordt uitgegeven?