Capgemini versus de SVB stevent af op een hoger beroep. Ongeacht de uitkomst een toekomstbepalende zaak. Dit is de discussiestelling die Computable-lezers vandaag krijgen voorgelegd.
Het geschil tussen Capgemini en voormalig klant SVB (de Sociale Verzekeringsbank) stevent af op een hoger beroep, wat de it-leverancier betreft. Die geeft namelijk aan de uitspraak van het scheidsgerecht te willen aanvechten. Het Nederlands Arbitrage Instituut heeft Cap ‘veroordeeld’ tot betaling van 22,8 miljoen euro schadevergoeding aan de SVB. Die it-afnemer moet op zijn beurt trouwens 1,5 miljoen euro betalen aan Capgemini.
De hele zaak draait om een mislukt it-project: de bouw van het Multiregelingensysteem (MRS). Dat beoogde systeem is uiteindelijk afgeblazen, wat de SVB zeker 43 miljoen euro heeft gekost. De forse ‘boete’ die nu is opgelegd aan Capgemini is een significant signaal voor andere grote ict-projecten en kan grote impact hebben. Hetzelfde geldt voor het hoger beroep dat de it-dienstverlener nastreeeft. Of de uitkomst nu in het voordeel van Capgemini of van de SVB is, deze zaak wordt een verstrekkend precedent.
Wat vind jij?
Het fixed price wegzetten van dit soort grote complexe projecten is een garantie voor mislukken. Tijdens deze trajecten ontstaan altijd problemen en wrijving tussen partijen. Al snel wordt bewust of onbewust de loopgraven ingegaan waarna samenwerking en onderling vertrouwen onmogelijk worden.
Wat werkt wel? Hou als SVB zelf de regie en de verantwoordelijkheid. Huur goede mensen in op bodyshop-basis. Mensen die niet voldoen gaan er snel uit. Werk op basis van vertrouwen. Teamwork. Agile. Start met een realistische schatting en geeft het project topprioriteit binnen de organisatie.
Deze zaak kan inderdaad belangrijk worden voor zakelijk relaties in de ICT. Er zijn twee aspecten die een rol spelen.
Ten eerste gaat het om de ontwikkeling van heldere normen in het zakelijke verkeer. Bij het NAI worden in principe deskundigen ingeschakeld. Dat willen rechters nog wel eens nalaten terwijl zij meestal niet bij machte zijn om de door partijen ingediende rapporten van deskundigen goed te beoordelen en ook niet in staat zijn om de juiste vragen aan die deskundigen te stellen. Bij het NAI is er relatief minder juridische en meer vakinhoudelijke aandacht voor waar het echt om gaat: krijgt de klant wat die nodig heeft voor een juiste prijs. Omdat je met de uitslag van de arbitrage of het bindend advies naar de civiele rechter kan gaan, kan er bij het NAI een soort jurisprudentie gevormd worden.
Bijvoorbeeld wat zijn de eisen aan goed opdrachtgeverschap en aan goed opdrachtnemerschap inclusief zorgplicht? Welke eisen mag je als klant stellen aan de kwaliteit van de software inclusief onderhoudbaarheid. Slechte onderhoudbaarheid leidt tot hogere onderhoudskosten en meer bugs. Welke risico’s horen door wie genomen te worden, tenzij anders is afgesproken? Dat is vooral belangrijk bij uurtje-factuurtje. Hoe transparant dient men naar elkaar te zijn? Mag je bijvoorbeeld expres te optimistische voortgangsrapportages indienen met je facturen? Kan je als opdrachtnemer bij belangenverstrengeling meer aansprakelijk gesteld worden. Bijvoorbeeld als je een “onafhankelijke” programmadirecteur van de klant eigenlijk zelf aanstuurt? Is dit fraude? Wanneer is een exoneratiebeding niet meer geldig vanwege wanprestatie of is het zelfs een onderdeel van oplichting? Wat mag je van een redelijk handelend en redelijk vakbekwame ICT-er verwachten, van een ICT dienst, van een ICT product?
Dit soort normen kunnen dan bij de rechter als algemene normen voor deugdelijkheid gaan gelden en hoeven niet uitentreuren in elk contract gezet worden.
Ten tweede wordt in deze casus niet meer de ambtelijke doofpot gehanteerd om politici en topambtenaren te sparen. Andere overheden kunnen het zelfde gaan doen als de SVB of zich gaan voegen (dat kan bij het NAI). Alleen al op het gebied van ICT-gerelateerde projecten zijn de laatste jaren honderden miljoenen Euro’s aan belastinggeld verloren gegaan. Juist bij de zeer grote projecten verwijt de overheid de private partij(en) het niet of niet goed nakomen van de overeenkomsten. De grote departementen en uitvoerende organisaties kunnen het SVB gaan volgen. Gedupeerden kunnen ook hun ervaringen samenvoegen. Er is weliswaar geen methode Capgemini, maar elk bedrijf dat klanten als Muppets met een flappentap ziet, heeft zo een eigen manieren om omzet en winst te optimaliseren ten koste van de klant gaat.
Voor het eerst heeft (een uitvoerende organisatie van) de overheid via arbitrage door het NAI een grote som geld teruggevorderd. Het oordeel van het scheidsgerecht van het NAI is zeer gunstig voor de eiser SVB. Daarom is openbaarheid van de stukken van de arbitrage tussen SVB en Capgemini van eminent belang. De gevraagde informatie kan waardevolle inzichten opleveren voor de overheid en hun leveranciers. We kunnen er allemaal wat van leren en de overheid kan veel geld terugvorderen en soortgelijke problemen voorkomen.