Google heeft smartphonemaker HTC deels opgekocht. De Android-maker moest wel. Dit is de discussiestelling die Computable-lezers vandaag krijgen voorgelegd.
Google heeft voor een bescheiden 1,1 miljard dollar (net meer dan negenhonderd miljoen euro) een fors deel van HTC overgenomen. De Taiwanese smartphonemaker zit al geruime tijd in de problemen qua marktaandeel en daarmee ook financiën. Het koopbedrag voor HTC’s technologie, patenten plus een slordige tweeduizend werknemers valt mee in vergelijking met de 12,5 miljard dollar die Google in 2011 neertelde voor oudgediende telefoonfabrikant Motorola. Die eerder aankoop is begin 2014 doorverkocht aan Lenovo voor een schamele 2,9 miljard dollar.
De Motorola-koop heeft Google wel kostbare patenten voor telecomtechnologie opgeleverd, die het ondanks de doorverkoop aan Lenovo nog steeds bezit. Het minder oude HTC heeft vast ook patenten, maar dat is niet Google’s voornaamste reden voor deze overnamedeal. De zoekreus die Android maakt, is namelijk veel meer afhankelijk van HTC dan het zelf wil toegeven.
HTC is namelijk een drijvende kracht achter de Google-eigen Pixel-toestellen. De officiële partijlijn is dat Google de Pixels zelf ontwerpt en dat een partner als HTC die designs dan in elkaar zet. De realiteit ligt nogal anders. Eigen hardware is kostbaar, zoals het succes van Apple wel aantoont. En eigen hardware is moeilijk, zoals complexe problemen met Microsofts Surface hebben aangetoond. Google’s HTC-deal is dus meer een acquihire, dan een geval van hardware-inkoop (zoals Google het positioneert).
Wat vind jij?