De opkomst van 3D-printers heeft grote gevolgen voor de wereldhandel. Door 3D-printen worden producten vaker lokaal gemaakt en neemt de wereldhandel op termijn met 25 tot 40 procent af. Dat heeft negatieve gevolgen voor de Nederlandse economie, bijvoorbeeld de transportsector, maar biedt ook kansen doordat productie lokaal plaatsvindt in plaats van in ver weg gelegen lagelonenlanden.
Dat voorspellen handelseconomen van ING in een scenariostudie. Ze stellen in het rapport ‘3D printing, a threat to glabal trade’ dat, als het huidige groeitempo van 3D printing aanhoudt, in het jaar 2060 de helft van alle producten door 3D-printers gemaakt wordt.
‘Dit zal tot gevolg hebben dat het volume van de wereldhandel in 2060 een kwart lager uitvalt omdat productie door 3D-printing vaker binnenlands plaatsvindt. Deze vermindering van de wereldhandel zal in Nederland de havens, groothandelsbedrijven en de sector transport & logistiek hard raken’, schrijven de economen van ING.
Als de investeringsgroei in 3D-printing de komende jaren net zo versnellen als eerder bij bij investeringen in internet gebeurde, dan verwacht ING dat al in 2040 de helft van de goederen wordt geprint. De wereldhandel zal in dat scenario 40 procent lager uitkomen.
‘3D heeft nu nog een klein aandeel’
‘Op dit moment is het aandeel van 3D geprinte goederen in de wereldwijde productie nog klein’, vertelt Raoul Leering van het Economische Bureau van ING aan Computable. ‘We hebben voor het onderzoek gekeken naar de gevolgen van 3D-printen voor goederen in de verwerkende industrie, dus geen diensten, geen grondstoffen. Dan kom je op dit moment uit op een percentage tussen de 0,1 en 0,5 procent dat 3D-printen inzet.’
De econoom ziet de investeringen in 3D-printers de laatste vijf jaar drie keer zo snel stijgen als investeringen in traditionele kapitaalgoederen, zoals machines die geen gebruik maken van nieuwe technologieën.
Leering: ‘3D-printing brengt belangrijke voordelen met zich mee, waaronder kosten-besparingen. Bij het produceren met 3D- printers is veel minder menselijk handelen nodig. Daardoor zijn loonkosten niet zo bepalend bij de keuzes voor productielocaties. In plaats van producten te importeren uit lage lonen landen, kunnen deze binnenlands geprint worden.
Havens en transport
Volgens Leering zal het afzwakken van de wereldhandelsgroei voor Nederland vooral negatieve gevolgen hebben in de havens, de internationale groothandel de transport- en logistiek sector. ‘Die zijn sterk afhankelijk van de wereldhandel. Niet alleen vanwege de vele importen en exporten voor en door Nederlanders, maar ook vanwege de functie van Nederland als doorvoerland. Zo levert alleen het transport van (weder)uitvoer deze sector al 31 miljard euro aan omzet op. Logistieke dienstverleners die opslag en Europese distributie doen vanuit Nederland zullen dit gaan merken.’
Daarnaast is volgens ING de opkomst van 3D-printing een prikkel voor Nederlandse bedrijven om productieprocessen aan te passen en nieuwe klanten te gaan zoeken. ‘Het aantal buitenlandse klanten zal afnemen omdat landen meer zelfvoorzienend worden en dus minder gaan importeren. Maar ook Nederland gaat minder importeren, zodat tegelijkertijd de mogelijkheid toeneemt om op de binnenlandse markt meer afnemers te vinden.’
Handelstekort VS
Naar verwachting zal volgens de economen ook het Amerikaanse handelstekort relatief snel afnemen als gevolg van de opkomst van 3D-printen. ‘De VS importeren meer industriële goederen dan ze exporteren, zodat de vervanging van importen door lokaal geprinte goederen meer extra binnenlandse productie oplevert dan elders verloren gaat door wegvallende exporten.’
Dat hangt volgens de onderzoekers onder meer samen met het feit dat de VS bovengemiddeld veel automotive- en consumentengoederen importeren. Dat zijn voorbeelden van de bedrijfstakken die voorop lopen met 3D-printing. ‘Gevolg hiervan is dat de politiek gevoelige bilaterale tekorten met China, Duitsland en Mexico kunnen gaan dalen.’
‘Doorbraak afhankelijk van snelheid 3D-printer’
Leering stelt dat de doorbraak van 3D-printing vooral draait om het versnellen van de productie. ‘Het gaat erom hoe snel die printers producten kunnen ‘ophoesten’. Op dit moment zijn veel 3D-printers nog niet snel genoeg voor massaproductie en daardoor zijn ze economisch nog niet rendabel. Bedrijven moeten bij wijze van spreken honderd printers naast elkaar zetten, om snel grote volumes te halen, maar dat is dus een enorme investering.’
Hij verwacht dat, nu 3D-printers sneller worden, de doorbraak aanstaande is. In het rapport worden voorbeelden genoemd van 3D-printers die nu al snelheden halen die honderd keer hoger liggen dan andere modellen.
Knap van ING dat ze kunnen voorspellen hoe de wereld er in 2060 uit ziet door de 3D printers.
Waarschijnlijk is er over 10 jaar iets wat veel meer impact zal hebben dan 3D printers alleen weten we dat nog niet.
Ik denk dat de electrische auto veel meer impact heeft op de wereldeconomie.
helemaal als die ook nog zelf rijdt.
Daarnaast het directe contact tussen consument en producent door het web zonder winkel er tussen.
Wat een onzin, 3D printen gaat veel te langzaam en is totaal niet geschikt voor iets anders dan prototyping en kleinschalige productie. Zelfs SLA printers zijn nog vrij sloom en daar komt bij dat de prints zwakker zijn. Geen idee hoe ze op deze resultaten zijn gekomen maar 3D printen is niet de toekomst van massaproductie spuitgieten is een veel betere, efficiëntere techniek en die gebruiken we al sinds tijden.