Infrastructuurteams hebben het niet makkelijk. Ze moeten niet alleen het licht brandend houden binnen het datacenter, maar ook zorgdragen voor de aanlevering en ondersteuning van de technologie die nodig is om bedrijfsbrede innovatie te bevorderen.
Virtualisatie, cloud computing, software defined computing en de toenemende neiging van business units om zelf oplossingen te bedenken, maken het een stuk moeilijker voor het infrastructuurteam om de ict-omgeving effectief te beheren en bewaken. En terwijl de ict-infrastructuur in complexiteit toeneemt, proberen bedrijven over te stappen op een DevOps-model, zodat ze sneller nieuwe applicaties en diensten kunnen afleveren. Het is niet verbazend dat de groeiende nadruk op DevOps een extra last legt op het infrastructuurteam, dat reeds worstelt met de digitale transformatie van de organisatie. Traditionele storage-systemen kunnen vaak niet voorzien in de behoefte van DevOps aan een simpele, flexibele en geautomatiseerde bedrijfsinfrastructuur.
Infrastructuurbenaderingen
Het ondersteunen van het DevOps-model is echter niet de enige zorg van het infrastructuurteam. Incidenteel doen zich ook spanningen voor tussen het development-team en de ict-afdeling vanwege hun sterk uiteenlopende infrastructuurbenaderingen. De prioriteiten van het operationele ict-team, dat aanzienlijke ervaring heeft met traditionele storage-hardware, zijn snellere release-cycli, optimale beschikbaarheid en betrouwbaarheid en gestroomlijnd gegevensbeheer.
Developers houden zich daarentegen weinig bezig met de vraag welke technologie er nodig is. Hun focus ligt op het bijwerken van de testgegevens aan de hand van de laatste productiedata, het waarborgen van eenvoudige toegang tot de benodigde capaciteit en het op peil houden van de programmeerbaarheid.
Leven eenvoudiger maken
Tegen deze achtergrond kan de keuze van het juiste platform voor het ondersteunen van het groeiende aantal wijzigingen dat binnen de enterprise cloud wordt aangebracht een belangrijke bijdrage leveren aan een succesvolle toepassing van het DevOps-model. Dit maakt het leven van het infrastructuurteam een stuk eenvoudiger. Er zijn vijf belangrijke vraagstukken waarvoor een oplossing moet worden gevonden om de enterprise cloud-infrastructuur geschikt te maken voor een DevOps-model, namelijk:
- Copy data management (cdm)
- Databescherming en data recovery
- Quality of service (qos) en prestatiegaranties
- Bewaking en probleemoplossing
- Automatisering
Copy data management (cdm) zorgt ervoor dat het DevOps-team beschikt over up-to-date ‘virtuele’ kopieën van productiedata. Dit maakt een einde aan de noodzaak van fysieke duplicatie van data, verlicht de last wat betreft de opslag van productiegegevens en beschermt de applicatieprestaties. Met snapshots, klonen en replicatie kunnen moderne cloud-oplossingen ondersteuning bieden voor het maken van kopieën van productiedata. Dezelfde technologieën maken het mogelijk om de ontwikkelingskant van de omgeving te beheren en te beschermen in het geval van storingen of gegevensbeschadiging.
Qos en gegarandeerde prestaties vormen belangrijke aandachtspunten bij de overstap naar een DevOps-model. Qos biedt de ict-afdeling grip op het toewijzen van de capaciteit van een storage-systeem aan uiteenlopende workloads. Qos maakt het mogelijk om onder- en bovendrempels in te stellen voor de iops en het bandbreedteverbruik. Dit is zelfs mogelijk op het niveau van virtuele machines of vdisks. Door een beroep te doen op de kracht van ‘all flash’ kan DevOps worden geconsolideerd binnen hetzelfde storage-platform dat de productieomgeving ondersteunt. Dit maakt het eenvoudiger om datasets met productiegegevens op te vragen en zorgt ervoor dat er minder fysieke opslagcapaciteit nodig is.
Het vermogen om de infrastructuur te bewaken, problemen op te lossen en foutieve configuraties te verhelpen is van grote waarde bij de overstap naar een DevOps-omgeving die zich kenmerkt door voortdurende integratie en implementaties. Idealiter zou een enterprise cloud-platform standaard en geavanceerde bewakingsmogelijkheden moeten combineren met voorspellende analyses, integratie met bewakingstools van andere leveranciers en bewaking op vm-niveau.
Het is daarnaast van cruciaal belang om de ict-infrastructuur door middel van programmeren in te richten, beschikbaar te stellen en beheren. Met automatiseringsmogelijkheden kunnen organisaties naar behoefte omgevingen creëren en uit de lucht halen, geavanceerde functies zoals snapshots en klonen integreren met dagelijkse workflows en een einde maken aan de kans op fouten als gevolg van handmatige of interactieve configuratieprocessen.
Bronnen beheren
Nu organisaties in sneltreinvaart afkoersen op een combinatie van gevirtualiseerde en fysieke ict-omgevingen op locatie en in de cloud moet het infrastructuurteam al deze bronnen beheren en aanpassen aan de wensen en behoeften van managers, developers en eindgebruikers. Met een enterprise cloud-platform dat ondersteuning voor zowel fysieke als gevirtualiseerde omgevingen biedt, kan het infrastructuurteam ervoor zorgen dat het DevOps-team zijn doelstellingen kan realiseren zonder beknot te worden door problemen rond de prestaties, schaalbaarheid, beheerbaarheid, veerkracht of flexibiliteit.
Een van de beste manieren om dit te realiseren is om de flexibiliteit van de publieke cloud te repliceren binnen het datacenter en het beheer van business en cloud-applicaties te vereenvoudigen. Een virtualisatiebewuste storage-oplossing maakt een einde aan de noodzaak van lun’s en volumes, zodat organisaties op het niveau van virtuele machines en containers kunnen werken. En dankzij de beschikbaarheid van gestroomlijnde Rest-api’s kunnen zij ‘all flash’-storagesystemen koppelen aan de rekenkracht en netwerkbronnen van de cloud en die binnen de hele infrastructuur delen en bewaken. Deze aanpak maakt het mogelijk om het DevOps-model met zo min mogelijk wrijving tussen teams en verstoringen van de infrastructuur toe te passen.