Kort geleden schreven twee ict-wetenschappers een open brief aan minister Plasterk naar aanleiding van de honderd miljoen ramp rond de Basisregistratie Personen (BRP). Hun schrijven zegt helaas meer over de toestand van de wetenschap dan over de BRP.
De Nederlandse universiteiten worden bevolkt door een flink aantal informaticawetenschappers waarvan de samenleving nooit iets verneemt. In het bijzonder hoor je zelden of nooit iets over mislukte ict-projecten en omdat ict-mislukkingen een toenemend probleem vormen is dat merkwaardig. Je mag wel zeggen dat het onderwerp ‘ict-mislukkingen’ het eigendom was van één wetenschapper: professor doctor Chris Verhoef van de VU. Een indrukwekkende e-ego wall getuigt van Verhoefs pogingen om ict-verspilling op de agenda te krijgen en wat mij betreft verdient hij daarvoor alle lof.
Twee andere wetenschappers
Misschien komt het door het werk van de onderzoekscommissie ict, maar in elk geval klimmen nu twee andere wetenschappers in de pen. Computable meldt dat professor doctor Sjaak Brinkkemper en doctor Slinger Jansen, beiden verbonden aan de Universiteit Utrecht, een open brief aan minister Plasterk hebben geschreven. Beide informatici zijn verbonden aan de leerstoel Software Productie, dus ze hebben recht van spreken.
BNR Radio besteedt er een item aan en Computable publiceert een artikel waarop veel lezers reageren. Dat artikel is overigens nog langer dan de brief zelf (lees ‘m vooral even). De basis-these is dat de overheid niet moet voordoen als een ict-bedrijf. Ik citeer: ‘Keer op keer dient de vraag zich aan of de overheid wel geschikt is om dit soort systemen te ontwikkelen in eigen beheer. Kan dit niet beter aan marktpartijen overgelaten worden? De overheid bouwt zelf geen kantoren, graaft geen Maasvlakte, legt geen straten aan. De overheid treedt op als opdrachtgever, en huurt private partijen in voor uitvoering en beheer.’
Als deze heren de vele artikelen in dit blad over de mGBA/BRP hadden gelezen dan hadden ze geweten dat zo ongeveer alles door externe partijen is uitgevoerd. Alleen het management was in ambtelijke handen tot aan de doorstart in 2013. Vanaf dat moment was ook het project- en programmamanagement in handen van externen. Bij andere grote ict-faals van de overheid is dat niet anders.
We citeren verder: ‘Burgerregistratie verschilt nauwelijks van elkaar per land. Stel specificaties op in internationale of Europese context. Laat de open markt hierop inspringen, zodat de kosten gedeeld kunnen worden en veel meer technische capaciteit beschikbaar is.’
De modale burgerzakenambtenaar krijgt van zo’n bewering een hartverzakking. Hetzelfde geldt vermoedelijk voor hun collega’s van de faculteit rechtsgeleerdheid, maar daar loop je natuurlijk niet zomaar langs. Dat ’technische capaciteit’ bij een project van honderd miljoen niet het probleem was boeit al evenmin. Natuurlijk zijn er ict-projecten waarbij samen uitvoeren wel voor de hand ligt zoals het door de doctors genoemde defensiesysteem Speer (een miljard, draait in zombiemodus). Defensie werkt al nauw samen met Duitsland en de Duitsers hebben hun logistieke ict vast beter voor elkaar. Maar de brief aan Plasterk gaat over de BRP en daar is het dus niet van toepassing.
We citeren verder: ‘Ontkoppel de softwareapplicaties van de data. Cloudtechnologie maakt dit tegenwoordig goed mogelijk. De overheid kan dan de data van de burger beheren én beschermen in een centraal platform. Bedrijven in het ecosysteem bouwen vervolgens eigen applicaties op het platform onder regie van de overheid. […] Data blijft eigendom van de staat, de software van het ict-bedrijf, met goed gedefinieerde koppelstandaarden. De overheid wordt de dirigent van het eigen orkest.’
Wat zou dát mooi zijn. We willen dat al sinds begin jaren ’80: ‘corporate gegevensmodellen’, ‘data als vijfde productiefactor’, ‘het Nolan fasenmodel’. Prof. Brinkkemper is net zo’n ict-oldtimer als ik en weet dat er niets van is terecht is gekomen. Dertig jaar geleden was de ict-disruptor het relationele model, nu de cloud. Het enige dat blijft is de permanente abstractiefout in het denken over data. Omdat ze overduidelijk niets weten van het mGBA/BRP-programma weten ze ook niet dat de kern van het falen juist ligt in het onvermogen om koppelstandaarden te definiëren. Wat begin jaren ’90 nog lukte bij de bouw van de bestaande GBA-systemen bleek in 2010 te hoog gegrepen. Triest maar waar. Ik heb het met eigen ogen gezien.
En dan als uitsmijter: ‘Bouw kennis op over de beste vorm voor systeemontwikkeling voor de publieke sector. […] Er vindt vrijwel geen kennisopbouw en onderzoek plaats naar de optimale inrichting van automatisering bij de overheid. Welke aanpak blijkt succesvol?”
Voor zover ik kan zien is dit helemaal waar. Maar ligt er hier dan geen rol voor de wetenschap? Zo ja, waarom dan een open brief geschreven die vaag is en die vooral een totaal gebrek aan interesse etaleert in wat er bij het BRP-fiasco is voorgevallen? En, wat je er ook van vindt, je kunt met goed fatsoen niet voorbijgaan aan het onderzoek naar ict-falen door de commissie Elias. Dan sta je niet alleen los van de realiteit van ict bij de overheid maar ook van de politiek. Niet handig als je die politiek bestookt met een open brief.
De brief van Brinkkemper en Jansen eindigt met een oproep tot debat. Van Plasterk en zijn ambtenaren hoeven ze geen reactie te verwachten. Wél dus van Computable-lezers en ondergetekende. Waarvan akte.
Geen open brief van mij
Ik zal geen open brief aan Brinkkemper en Jansen sturen. Wel heb ik een aantal vragen voor de open briefschrijvers (en over hun hoofd aan de Nederlandse wetenschappelijke ict-wereld):
- Waaruit blijkt dat er wetenschappelijk onderzoek wordt gedaan naar publiek ict-falen (anders dan door de genoemde prof. Verhoef en een enkele loslopende promovendus)?
- Klopt het dat vanuit de Nederlandse wetenschap geen gebruik wordt gemaakt van mogelijkheden om empirisch onderzoek naar faal-ict bij de overheid te doen? Concreet: wanneer zien we het eerste diepgaande wetenschappelijke onderzoeksproject naar het honderd miljoen BRP-fiasco? Waarom kloppen Brinkkemper c.s. niet aan bij Plasterk met het verzoek om alle BRP-broncode en specificaties vrij te geven of dienen ze een WOB-verzoek in?
- Je hoeft niet te hebben gestudeerd om te begrijpen dat grote ict-faalprojecten niet alleen te maken hebben met ict-onvermogen. Vinden we ergens interdisciplinair onderzoek of moeten we het doen met wiskundig opgeleide geleerden die de bestuurskundige, economische, juridische en organisatorische aspecten erbij doen?
- Maakt het gebrek aan werkelijk empirisch en interdisciplinair onderzoek naar publiek ict-falen de wetenschap niet irrelevant voor de ict-praktijk en het bestuur in de publieke sector?
Dat is zomaar wat input voor een debat, maar dan eerst tussen praktiserende ict’ers en de ict-wetenschap. Misschien iets voor Computable om te organiseren?
Schreeuw om wetenschappelijke bemoeienis
Tenslotte, dat de overheid een probleem met ict heeft zal niemand bestrijden. Een praktijk waarin grote ict-projecten tientallen of honderden miljoenen directe schade opleveren schreeuwt om wetenschappelijke bemoeienis die dus nagenoeg ontbreekt. Als wetenschappers vervolgens open brieven gaan schrijven zonder enige connectie met de actualiteit waarop ze inspelen wordt het er allemaal niet beter op.
Gelukkig is er de eenzame stem van de genoemde professor Chris Verhoef. O wacht! Die is ingelijfd door het dubieuze Bureau ICT Toetsing en houdt zich nu bezig met het promoten van Cobol-legacy van de SVB. Waarom? Omdat alle pogingen om de software van de SVB te moderniseren zijn mislukt. Maar toegegeven, op deze manier draagt de informatica wetenschap natuurlijk wel bij aan het voorkomen dan nieuwe ict fiasco’s bij de overheid.
René Veldwijk, partner bij Ockham Groep
Eigenlijk is het heel simpel: een goed uitgevoerd en geleid project, waarbij te veel complexiteit, nieuwe technologie en onbekende factoren worden vermeden, zal meestal volgens planning worden opgeleverd. Maar hieraan is veel minder te verdienen, dan aan de faal-projecten waaraan jaren wordt gewerkt…
Ik heb te vaak meegemaakt, dat er doelbewust een complexe architectuur of nieuwe technologie werd geadviseerd en gekozen, terwijl dit eigenlijk niet nodig was.