Organisaties binnen de rijksoverheid en uit het hoger onderwijsveld in Noord-Nederland gaan samenwerken op ict-gebied. Het doel is dat beide partijen ict-kennis delen. Daardoor moet het onderwijs beter aansluiten op het werkveld en de gevraagde competenties van ict'ers bij het Rijk. Aan de andere kant moeten onderwijsinstellingen bijdragen aan kennis en kunde rondom de inzet van ict bij de overheid.
Een groep met afgevaardigden uit het onderwijsveld en het Rijk (zie kader) werkt aan een concrete invulling van de samenwerking. Door de samenwerking moet onder meer het werven van voldoende ict-personeel binnen de rijksoverheid verbeteren. Het ict-pact moet ook zorgen voor meer innovatie bij de overheid.
De intentie is om op termijn bij te dragen aan ict -gerelateerde innovaties rondom bijvoorbeeld big data en smart cities. Het doel van de betrokkenen is om Nederland internationaal voorop te laten lopen als kennisland en meer werkgelegenheid op ict-gebied in Noord Nederland te creëren.
Thema’s die op dit moment worden uitgewerkt zijn het opzetten van stages via het Rijks ICT-stagebureau en in- en doorstroom in onderwijs en de oprichting van een CJIB innovatielab (Centraal Justitieel Incasso Bureau). Er ligt een concept van ‘Leerlijnen in stages’, ook wel stages 2.0 genoemd. Dat programma is gericht op de lange termijn. Er zijn plannen voor de organisatie van ‘Overheidsweek in het Noorden’, een Digital Society Hub op de Hanzehogeschool en een programma voor zij-instromers en doorstromers in de ict. Dat programma wordt met de naam ‘Make IT Work’ aangeduid.
Tekort aan ICT-kennis
De deelnemers willen naast gastdocenten, naar een meer structurele invulling door vakgebieden te combineren met didactiekvereisten. Het Rijk wordt gevraagd om te helpen bij de opzet van curricula van opleidingen zoals het Platform ICT van de RUG. Ook het opzetten van voldoende promotieplekken en de doelstelling voor meer vrouwen in de ict komt aan bod. Op 19 oktober 2017 staat een nieuwe bijeenkomst gepland. De trekkersgroep zal dan in overleg met het kernteam het programma samenstellen.
De betrokkenen melden dat hbo-instellingen kampen met een tekort aan docenten met gedegen en up-to-date ict-kennis. Volgens hen hebben universiteiten te maken met een groei in studentenaantallen, maar is het onderzoek achtergebleven waardoor het voor aspirant docent-onderzoekers minder aantrekkelijk is om een academische carrière te starten. Daarnaast sluiten curricula niet altijd optimaal aan op de behoeften vanuit de samenleving en rijksoverheid.
‘Overheidsorganisaties zullen tot in de kern van hun primaire processen ict moeten begrijpen, regisseren en ook moeten kunnen uitvoeren. Dit vergt meer investeringen in technologie, een sterke verbinding van beleid en uitvoering, professioneel opdrachtgeverschap, ruimte voor publiek-private samenwerking en ruim baan voor deskundigen en voortrekkers’, aldus de betrokkenen die het studierapport ‘Maak Waar!’ van de studiegroep Informatiesamenleving en Overheid aanhalen.
Twistpunt
De stelling dat de overheid ict-processen moet kunnen uitvoeren is overigens een twistpunt. Twee informatica-onderzoekers van de Universiteit Utrecht pleitten onlangs in een open brief aan BZK-minister Plasterk ervoor dat de Nederlandse overheid alleen een opdrachtgeversrol moet vervullen als het op ict aankomt en zich niet moet voordoen als ict-bedrijf.
Kernteam
De zogenoemde trekkersgroep van het ict-pact bestaat uit Marcel Staring (Rijks ICT Traineeprogramma), Tanja de Haan (SSO-Noord), Greetje Koers (DUO) en Kars Wierts (Samenwerking Noord). Een kernteam bestaande uit tien organisaties hebben in april en juni 2017 een start gemaakt met het maken van concrete afspraken. Daaruit zijn inmiddels een aantal acties en evenementen voortgevloeid.
Het kernteam bestaat uit Petra Rudolf (RUG), Luís Ferreira Pires (Universiteit Twente), Marianne Eggermont (Hanzehogeschool), Henk Zwetsloot a.i. (NHL), Frank de Jooden (Windesheim), Meta van Houtert (RDW), Henk van Elden (CJIB) Peter Paulissen (Dictu), Janneke Westerga (DUO) en een nog te benoemen contactpersoon binnen de Belastingdienst.
Het belang van samenwerking wordt door vrijwel iedereen wel intuïtief gevoeld maar concurrentie – dat in een goed opgezette organisatiestructuur nog van veel groter belang is – wordt met name door mensen binnen onderwijs en overheid maar gezien als een macabere vorm van verspilling die zoveel mogelijk vermeden moet worden.
Gaat het onderwijs ook dergelijke convenantjes met bijvoorbeeld het notariaat, de advocatuur of de accountancy opzetten? Dergelijke doelgroepen zijn veel coherenter dan ‘overheid’ wat daar dan ook onder mag vallen en zelfs dat soort groepen is veel diffuser dan je op het eerste oog voor mogelijk houdt. Dat soort groepen komt gewoon terecht bij aanbieders die zich op een bepaalde branche of toepassing richten (Afas, Exact, noem maar op) die meestal hoogkwalitatieve functionaliteit voor prijzen leveren waarvoor een beetje overheid zich nog niet eens eenmalig de kont laat afvegen door de Ordina’s, Attossen en Centrics van deze wereld. Waarom mensen in het veld niet hun eigen zaakjes laten regelen? Interconnectiviteit en standaardisatie regel je echt niet door altijd alles een zo groot mogelijke werkingsomvang te laten geven. Integendeel, het versluiert de noodzakelijkheid.
Als er iets fnuikend is bij overheids-ict is het creëren van zoveel mogelijk samenwerking zonder daarvoor een fractale structuur op te zetten die zich leent voor opschaling. Daarmee creëer je samenwerking zonder het kind met het badwater weg te gooien en kun je dingen die op kleinere schaal ook al een afgerond functioneel geheel vormen.
Als je scheerapparaten nodig hebt, kun je hts’ers of academici aantrekken, maar een opleidingsinstituut heeft een heel andere cultuur dan Philips Drachten. Daar weten ze hoe je betaalbare en innovatieve shavers moet bouwen en wordt voortdurend gestapeld op eerdere ervaringen en ontwikkelingen, niet op de universiteit of hogeschool (of het zou op het vlak van onderwijzen moeten zijn). Door de Phllipsen, Afassen, Exacten van Nederland maar weer eens uit de gelederen te trekken, gaat het ook de komende twintig jaar echt niet gebeuren in de overheids-ict. Waarom geen algemene criteria formuleren waaraan dit soort (beleids)hersenspinsels vooraf getoetst kan worden?
Als ik in mijn verleden iets geleerd heb van groeps gedrag is dat het niet automatisch logisch is dat een grotere groep mensen efficienter en beter is in het aanpakken van problemen. Waarom steeds die drang bij management om ‘samen’ te blijven denken? Mijn hypothese is: als je zwak management hebt dat inhoudelijk niet kan oordelen, gaat die groep mensen beslissingen doen op basis van concensus ipv feiten en kennis. Daar is een vergader cirquit vooraf aan nodig en als eenmaal allemaal tezamen na een feel-good moment een al dan niet toepasselijke keuze is gemaakt, dan blijven we daarbij en houden we elkaars handjes boven het hoofd want we zitten allemaal in hetzelfde schuitje. Efin, on-topic, waarom is hier ook weer die keuze tot ‘samen’ als per definitie een oplossing als startpunt genomen en niet iets anders? Vergeet niet, kennis delen kan ook zonder samenwerken. Even iets googlen is daar een mooi voorbeeld van.