De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) heeft de gemeente Arnhem een last onder dwangsom opgelegd die kan oplopen tot vijftigduizend euro. De gemeente verwerkt via het afvalsysteem onterecht persoonsgegevens van haar inwoners. De AP komt hiermee terug op zijn eerdere uitspraak van mei dit jaar.
De AP onderzocht hoe de gemeente Arnhem persoonsgegevens verwerkt die het verkrijgt via het afvalpassensysteem waarmee burgers ondergrondse afvalcontainers openen. In mei constateerde de autoriteit dat de gemeente dit in strijd doet met de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). Echter legde het geen sancties op, omdat de gemeente per 1 januari 2018 een nieuw systeem voor afvalstoffenheffingen (Diftar) in gebruik zou nemen, die niet meer in strijd was met de wet.
Door nieuwe ontwikkelingen evenwel heeft de gemeente Arnhem nog geen definitief besluit genomen over de invoering van Diftar. Hierdoor kan de AP niet vaststellen of de gemeente de overtreding op de korte termijn oplost. Reden om het besluit van begin dit jaar te herzien. Het legt een last onder dwangsom op om de overtreding te beëindigen en beëindigd te houden. Als de gemeente Arnhem hier niet aan voldoet, kan de boete oplopen tot vijftigduizend euro.
De gemeente Arnhem zegt de afvalcontainers open te stellen en de persoonsgegevens op de afvalcontainers te wissen.