De smartphone is geen lang leven meer beschoren; een logische evolutie. Dit is de discussie-stelling die Computable-lezers vandaag krijgen voorgelegd.
De smartphone heeft de wereld wel veroverd, maar heeft dat gedaan door zich anders voor te doen. Wijlen Steve Jobs heeft als ceo van Apple het slim gedaan: de iPhone is door hem gepresenteerd als de samensmelting van drie bekende devices. ‘Een iPod, een mobiele telefoon, en een internetcommunicatie-apparaat’, zei hij bij de inmiddels historische onthulling van Apple’s smartphone in 2007.
Laatstgenoemde eigenschap heeft in combinatie met apps de ware waarde bewezen. Hierdoor is de eerstgenoemde eigenschap geëvolueerd en heengegaan. De populariteit van YouTube en de opkomst van streamingdiensten als Spotify hebben de iPod-functionaliteit overgenomen, waardoor grote aantallen gigabytes minder belangrijk zijn dan connectiviteit.
En de eigenschap als telefoon is altijd al ondergeschikt geweest. En anno 2017 is sms allang ingehaald door WhatsApp, SnapChat en zelfs iMessage. De positionering als ‘mobiele telefoon’ maakte het wel een herkenbaar en acceptabel apparaat voor gewone gebruikers. Want eigenlijk is de smartphone een draagbare, altijd connected minicomputer. Zoals RIM’s co-ceo toen al besefte: “Ze hebben een Mac in dit ding gestopt”. Google ontvouwt plannen om het telefoniedeel van Android-smartphones te passeren en overbodig te maken. De smartphone is straks niet meer. Het is dan een smart communicator.
Wat vind jij?
De stelling in de laatste paragraaf is dus: “de kernfunctie van telefoon wordt anders geimplementeerd”. Er wordt misschien gebruik gemaakt van een andere infrastructuur, maar de functie van telefoon (contact maken met een ander en dan via een spraakkanaal communiceren) blijft.
“De smartphone is straks niet meer. Het is dan een smart communicator.” lood om oud ijzer… oude wijn in nieuwe zakken. Niets mis mee, als het maar goede wijn is (en de zakken ook goed zijn).
‘smartphone’ is natuurlijk al lang niet meer dan een ingeburgerd label voor een handzaam scherm met ingebouwde minicomputer en connectivity. Voor connectivity zijn diverse opties gangbaar, waarvan GSM (2G/3G/4G) het meest bruikbaar is voor de grotere afstanden. Dat GSM zowel ingericht is voor gedigitaliseerde spraak als voor platte data (met daarop TCP/IP aka internet) is nog steeds belangrijk omdat de kwaliteit van de data dekking nog steeds problematisch is – al doen veel telecom en technologie bedrijven alsof er overal 4G+ beschikbaar is.
Hoe gesprekken tot stand komen is eigenlijk totaal niet belangrijk, ALS gesprekken maar kunnen worden gevoerd. Telefonie, GSM, SIP of willekeurig ander internet protocol, allemaal prima. Voorwaarde lijkt me wel: het moet VEILIG en ZONDER afluisteren plaatsvinden. Laat dat laatste nou net iets zijn waar volgens mij Google juist niet aan wenst te voldoen, want die moeten natuurlijk weer grof geld verdienen aan de big-data die ontstaat door alle gesprekken te analyseren tbv nog meer ongevraagde spam uit alle windstreken.
Ik had echt even de hoop dat we nu eens eindelijk verlost zouden worden van die volslagen autistische trekjes die smartphones veroorzaken…
Ik heb een tien jaar oude 6303, daarmee kan ik (desgewenst handsfree) bellen en een kort berichtje sturen.
Verder zie ik werkelijk geen toepassing voor zo’n ding. In de kroeg babbel ik graag met mensen en heb ik geen slimphone nodig.
Maar nee het is weer een flauwekulverhaal, de telefoon blijft gewoon een telefoon alleen we noemen het anders.
Een groot verschil wat ik zie wanneer ik de jeugd van nu vergelijk met mijn eigen generatie is dat communicatie via spraak (het vroegere “bellen”)
sowieso nauwelijks meer gedaan wordt.
Enerzijds bieden de diverse apps natuurlijk legio alternatieven welke er vroeger nog niet waren, maar als ik een groep jeugd samen zie waarbij iedereen non-stop op hun smartphone zit en er amper gepraat wordt maak ik me wel eens zorgen over de sociaal-emotionele kant van het geheel
We benaderen de mogelijkheden van Informatie en Communicatie nog steeds vanuit de Techniek.
Het wordt tijd dat we als samenleving eisen gaan stellen aan de technologie. Integraal functioneel denken zou een enorme verbetering betekenen. Een eenduidig interface dat door jong en oud, laag en hoog opgeleid kan worden gebruikt. Bovendien (zo veel mogelijk) taal en geheel(!) leverancier onafhankelijk is. Niet veranderd tenzij echt noodzakelijk geacht door de gebruikers…
Een droom? Welnee, bij de meeste technologie, bv auto’s, heel gewoon. Alleen bij de technologie waar het op de eenvoudigste manier kan worden geïmplementeerd nog steeds niet gewoon.
Een mooie klus voor de EU? Een Europees Communicatie en Informatie Netwerk waar alle actoren, burgers, bedrijven en overheden, veilig en beschermd gebruik kunnen maken. Een eenduidige en houdbare infrastructuur met als basis een verdienmodel voor de gebruikers ipv de leverancier. Uiteraard met een open koppelvlak eenvoudig en transparant app(licatie)s kunnen worden ontwikkeld en aangeboden.
Een aantal jaren geleden sprak bondskanselier Merkel (https://www.computable.nl/artikel/opinie/internet/5021170/1509029/merkel-wil-nieuw-internet.html) er al over. De Europese onafhankelijkheid van de Amerikaanse private ontwikkelingen zouden er zeer mee gediend zijn…