Siemens Mobility sluit slimme stoplichten, ook wel verkeersregelinstallaties (vri’s) genoemd, aan op de cloud. De vri's bevinden zich op drie kruispunten in Delft. Het bedrijf stelt de data beschikbaar voor weggebruikers. De toepassing met de naam cloud-i-vri is volgens Siemens de volgende stap tot de implementatie van talking traffic.
Het plan is om in november 2017 eenzelfde implementatie in Helmond uit te voeren. Uiteindelijk is het de bedoeling om van de in totaal 5.500 verkeerslichten in Nederland er 1.268 te voorzien van de nieuwe technologie voor medio 2018. Het gaat hierbij om stoplichten op strategische plaatsen of om verkeerslichten die nu de meeste problemen opleveren.
Volgens Siemens zijn de stoplichten in Delft een Europese primeur. Het bedrijf wil in de toekomst ook verkeerslichten in Duitsland en België, en uiteindelijk in heel Europa, aansluiten op de cloud.
De bestaande Delftse verkeerslichten zijn eerst door Siemens omgebouwd tot intelligentie verkeersinstallatie. Dit houdt in dat ze data versturen naar verkeersdeelnemers en ook zelf data van weggebruikers ontvangen. Vervolgens is er een verbinding gemaakt met het landelijk overnamepunt dat realtime-data uit verkeerslichten doorstuurt naar de cloudoplossing van Siemens.
Erik Smit, salesverantwoordelijke bij Siemens Mobility, licht toe: ‘Dit overnamepunt is een online-platform, geïnitieerd door het ministerie van Infrastructuur en Milieu, met de naam TLEX. Zie het als een landelijk doorgeefluik van data afkomstig van verkeerslichten waar alle cloudaanbieders op zijn aangesloten. Dit om te voorkomen dat er meerdere moeten worden gebouwd.’
App-bouwers kunnen aansluiten op de cloudoplossing van Siemens en ze gebruiken om hun klanten, de weggebruikers, via apps of het navigatiesysteem te voorzien van verkeersinformatie. Omgekeerd stuurt de cloudoplossing data van verkeersdeelnemers door naar de slimme stoplichten, die ze benutten om hun regeling aan te passen op het actuele verkeersaanbod. Diverse partijen hebben al aangegeven de data uit Delft te willen benutten, zo vertelt Smit. ‘Ik kan geen namen of aantallen noemen, maar het gaat om aanbieders van navigatie in de auto of op de smartphone.’
Proactief in plaats van reactief
Realtime-communicatie tussen verkeerslichten en weggebruikers is alleen mogelijk als het regelprogramma van de lichten dit faciliteert. In Nederland worden verkeersinstallaties reactief geregeld via detectielussen in het wegdek. Het nieuwe concept maakt een proactieve regeling mogelijk. In samenwerking met ingenieursadviesbureau Sweco bracht Siemens het regelprogramma naar de cloud.
Eddy Verhoeven, binnen Siemens verantwoordelijk voor slimme verkeerstoepassingen, is enthousiast. ‘We halen de complexiteit uit de kast en hevelen dit over naar de cloud. Hierdoor kunnen we de verkeersintensiteit voorspellen.’
Met het oog op de komst van zelfrijdende auto’s wordt een proactieve verkeersregeling steeds belangrijker, besluit Smit: ‘Deze voertuigen moeten tot op de seconde weten wat er zich in hun omgeving afspeelt. Via een softwareaanpassing kan Siemens de slimme verkeerslichten snel ombouwen tot cloud-versies. Ondanks de afhankelijkheid van de mobiele of vaste netwerkinfrastructuur komt de functionaliteit nooit in het geding: aan de cloud verbonden verkeerslichten gebruiken een zeer kleine bandbreedte en vallen bij een netwerkstoring automatisch terug op de bestaande regeling in de kast. Het actuele verkeersbeeld wordt dan ‘bevroren’ waardoor het verkeerslicht autonoom blijft functioneren.’
Talking Traffic
De ontwikkelingen vinden plaats in het kader van Talking Traffic, een initiatief van overheid en bedrijfsleven om samen te komen tot slimme verkeerstoepassingen. ‘We ontsluiten hiermee de volledige keten van intelligent verkeerslicht tot eindgebruiker’, aldus Smit. ‘Eén van de doelen is weggebruikers die een geregeld kruispunt naderen te informeren over de verwachte tijd tot het verkeerslicht op groen, rood of geel springt en snelheidsadviezen te geven. Op die manier verbeteren we de veiligheid en doorstroming van het verkeer en kunnen we het brandstofverbruik reduceren.’