De Rijks Universiteit Groningen (RUG) verdeelt 750.000 euro onder tien verschillende e-learning-projecten. Die projecten zijn geselecteerd uit 25 voordrachten van digitale hulpmiddelen voor ondersteuning in het universitair onderwijs.
Zeventig vakken van faculteiten moeten binnen een jaar tijd beschikken over digitale tools die studenten activeren en betrekken bij het onderwijs. Het gaat om het gebruik van virtual reality (vr)-brillen bij stedelijke planningsproblemen, software voor het geautomatiseerd nakijken van opdrachten van studenten en een online-module voor het oefenen van gespreksvaardigheden. In totaal moeten 14.000 studenten van de universiteit profijt hebben van de digitale hulpmiddelen.
Ronald Stolk, directeur CIT en voorzitter van de commissie die verantwoordelijk is voor de selectie van de projecten: ‘Na een strenge selectie op kwaliteit konden helaas niet alle aanvragen worden goedgekeurd. De overgebleven tien projecten zijn echter van de hoogste kwaliteit. We zijn blij dat er geïnvesteerd gaat worden in die verschillende interessante facultaire projecten.’
Voor de afgewezen en nieuwe projecten zijn er volgens Stolk nog voldoende mogelijkheden: ‘Er is elk jaar een call voor e-learning projecten; volgend jaar zijn ook aanvragen mogelijk door studenten. Bovendien kan ons nieuw aangestelde team van edu-scientists helpen bij het maken van nog beter passende aanvragen.’
Visie op e-learning
In een visie-document over e-learning schrijft de stuurgroep van de RUG: ‘E-learning wordt gezien als een manier om het eigen onderwijs te innoveren en daarmee te verbeteren. Het gebruik van ict zorgt voor een moderne leeromgeving die past bij de huidige generatie studenten.’
Volgens de universiteit is het met ict tegenwoordig goed mogelijk grote groepen studenten – al dan niet op afstand – onderwijs te laten volgen. De definitie van e-learning maakt geen onderscheid tussen doelgroepen, onderwijstypes en leervormen.’
Dat moet de RUG de mogelijkheid bieden nieuwe groepen van studenten te onderwijzen, maar ook om groepen studenten op nieuwe manieren te onderwijzen.