Omdat investeringen in infrastructuur, colocatie en cloud een groot deel van het it-budget opslurpen, gaan we voor een beslissing hierover niet over een nacht ijs. Gek daarom dat prijsvergelijkingen tussen clouds moeilijk te maken zijn. Voor it-managers is het daarom erg lastig om in te schatten wat hun infrastructuur gaat kosten.
Onlangs verscheen een interessant artikel waarin de bandbreedteprijzen van colocatie werden afgezet tegen die van alle grote hyperscalers. De resultaten waren stuitend. De schrijver had de prijs voor bandbreedtekosten voor ‘typische’ colocatie in het datacenter geraamd op 0,03 dollar per GB. Microsoft Azure en Amazon Web Services kostte 0,09 dollar per GB, drie keer zoveel! Google Cloud Platform was zelfs nog duurder, 0,12 dollar per GB. Met andere woorden: je betaalt bij de hyperscalers een onverklaarbaar hoog tarief. Of is het toch te verklaren?
Naast
Gefascineerd door dit artikel dook ik de cijfers in. Klopt dit allemaal? Al gauw kwam ik erachter dat de schrijver er behoorlijk naast zat. De schrijver ging uit van 100-Mbps bandbreedte en had dat omgerekend naar een verbruik van zo’n 32,85 TB per maand, het maximale verbruik dat je kunt realiseren over 100-Mbps bandbreedte.
Die omrekening gaat in de praktijk niet op. ’s Nachts bijvoorbeeld is er bij de meeste toepassingen vrijwel geen dataverbruik. In de praktijk is 10 TB een realistische schatting. Als je dat doorrekent, komt het bedrag op colocatie-niveau uit.
Geen goede vergelijking dus, maar het geeft wel goed aan dat het maken van een juiste prijsvergelijking vaak lastig is.
Azure
Op de eerste plaats is de tariefopbouw van de meeste hyperscalers niet erg transparant. Even Microsoft Azure als voorbeeld. Als je daar een Virtual Server afneemt en 99,85 procent uptime een vereiste is, is het noodzakelijk een tweede Virtual Server in een andere availability zone af te nemen.
Je betaalt verder als gebruiker ook netwerkkosten voor het verkeer tussen die VM’s en tussen jou en je VM. En dan zijn er nog additionele diensten, zoals databaseservices, backup, ip-vpn en 24/7-support. De prijs wordt dus uit veel componenten opgebouwd. En van een aantal weet je niet zeker hoe hoog dat in de praktijk uitvalt omdat het op basis van verbruik wordt doorberekend.
Colo
De tariefopbouw van colocatie is een stuk transparanter, maar colocatie is tegelijk ook een minder uitgebreide dienst dan IaaS. Bij ‘colo’ krijg je enkel een locatie voor je apparatuur. De servers zelf, de netwerkcomponenten, het beheer van de infrastructuur, securitymaatregelen, aanvullende clouddiensten et cetera krijg je er niet bij en moet je zelf regelen. En de kosten daarvoor (manuren en aanschaf van apparatuur) moet je natuurlijk ook rekenen. IaaS vergelijken met colo is als appels met peren vergelijken.
Ik durf te stellen dat de meeste it-managers door dit gebrek aan transparantie last hebben van cloudvrees. Ze zijn immers budgetverantwoordelijk en willen vooraf duidelijkheid over de kosten. Transparantie is, althans vanachter je laptop, lastig te krijgen.
Ligt hier een grote kans voor IT-dienstverleners? Wanneer zij het voor elkaar krijgen om de kosten helder en overzichtelijk te maken voor hun klant, kunnen ze de vrees wegnemen – en de vruchten plukken.
Bijzondere kijk op kostenbeheersing : pay-per-use is niet transparant omdat we geen idee hebben welke producten we afnemen en hoe we ze gebruiken. Infra as a Service wordt natuurlijk lastig als je niet weet hoe je Infra eruit ziet, of je die nou als hard- of software definieert.
Blijkbaar is het allemaal nog te technisch.
Van hardware-less naar server-less moet het naar IT-less computing.
Die ransomware geeft bijvoorbeeld, die geeft tenminste nog duidelijkheid.
275 euro betalen en misschien doet alles het daarna wel weer.
Die cloudhype van jaren geleden dat je altijd inzicht had over je kosten in de cloud klopt in de praktijk toch niet helemaal? Verrassend?
In de eerste plaats is het veel belangrijker om te kijken naar wat de besparingen zijn door naar de Cloud te gaan. Dit kan bijvoorbeeld door te kijken of applicaties wel 24×7 gebruikt moeten worden. Wellicht kan er een rationalisatie van applicaties plaatsvinden, dan wel kunnen applicaties door een SAAS oplossing worden vervangen.Vervolgens kan dan worden geanalyseerd wat de beste manier is om de overgebleven applicaties naar de Cloud te verhuizen. Hiervoor zijn goede berekeningen te maken. Pas in de Cloud kan door rightsizing het gebruik goed op de vraag worden afgestemd, wat doorgaans weer een besparend karakter heeft.
Ten aanzien van de kosten kunnen deze door de Cloud Provider dan wel door derde partijen goed inzichtelijk worden gemaakt met vaak adviezen over mogelijke besparingen.
Tevens kan gebruik worden gemaakt van kortingsregelingen alleen dient dit met beleid te gebeuren.
Voor het opzetten van een totale business case zijn nog meer factoren van belang.
Je hebt niet alleen colocatie en cloud. Gelukkig zit daar nog heel veel tussen. En we moeten niet aannemen dat hardware kopen altijd betekent dat je er ook verantwoordelijk voor bent.
Er zijn zoveel redenen om niet die shared cloud in te gaan.
– Onoverzichtelijke facturen
– Het kost meer net nadat je weet wat het gaat kosten
– Het is niet beter of sneller
– Het is niet veiliger
– Je maakt geen gebruik van schaalvoordeel. Die winst steekt de leverancier in zijn zak.
– Je hebt een berg tools nodig om het te beheren.
Dan is eigen apparatuur altijd voordeliger
Loop even mee:
Als je nu de hardware koopt in de vorm van een private cluster? Daarop kun je dan je clouddiensten aanmaken die je nodig hebt. En als je leverancier dan dat cluster onderhoudt?
Dan betaal je het volgende:
-Eenmalig aanschaf hardware (Dankzij software defined oplossingen niet meer kostbaar)
-Vast maandelijks bedrag voor colo en onderhoud ongeacht de belasting die dat met zich meebrengt.
-Je rekent dataverkeer apart af
Zolang dat private cluster niet vol zit zijn de maandelijkse kosten gelijk op de dataverkeer na. Een hele overzichtelijke factuur kan ik je vertellen.
Wel capaciteit te kort? Dan laat je het cluster uitbreiden. Vaak kan dat zelfs binnen de bestaande hardware.
Een private cluster kun je verdelen over meerdere datacenters (hoef jij dus niets voor te doen) en dan mogen we het cloud noemen.