De digitale transformatie verandert de samenleving, ons werk, ons leven en de arbeidsmarkt. Technologische ontwikkelingen als cloud computing, big data, Internet of Things en cybersecurity transformeren beroepen en creëren nieuwe banen. Daarom moet de samenleving investeren in een leven lang leren en onderwijsvernieuwing op alle niveaus.
Nederland ontwikkelt zich tot een hoogwaardig technologische maatschappij waaruit een reeks nieuwe ict-beroepen ontstaat. Wie had een decennium geleden gehoord van dataspecialisten?
Consultancybureau PwC zocht er eind vorig jaar driehonderd extra bij, na er eerder al duizend te hebben geworven. De Nationale Beroepengids identificeert in een overzicht 21 nieuwe beroepen, waaronder Internet of Things-expert en (cyber)securityprofessional. De EIT Digital Academy leidt mensen op als human computer interface designers, datawetenschappers en embedded systems engineers. Dergelijke ict-beroepen bestonden tot voor kort niet. Nu schreeuwen werkgevers erom.
Maar deze bedrijven hebben meer nodig dan alleen technische kennis. It-kennis is mooi, maar niet genoeg willen we overeind blijven in de digitale revolutie. It-talenten hebben ook innovatie- en ondernemerschapsvaardigheden nodig. Daarmee zijn nieuwe medewerkers – technopreneurs – beter in staat om producten en diensten te ontwikkelen die aansluiten bij de huidige en toekomstige behoeftes in de markt.
Die product- en dienstenontwikkeling heeft vervolgens impact op andere beroepen. Bestaande functieprofielen breiden uit met digitale vaardigheden. De politie jaagt op drone-piraten, verpleegkundigen en artsen interpreteren gezondheidsdata die patiënten bijhouden via sensoren en apps, virtuele assistenten helpen werknemers bij hun werk, conducteurs scannen in apps opgeslagen vervoersbewijzen, automonteurs worden steeds meer it’ers, fabrieken gebruiken sensordata bij kwaliteitscontroles in productielijnen en defensiemedewerkers gebruiken de ScanEagle voor militaire doeleinden.
De digitalisering gaat door alle sectoren heen en houdt voorlopig niet op. Dat is een gegeven. Dit vereist een permanente bijscholing van werknemers. Een lifelong learning dus. Belangrijk in dit leren is het vermogen tot aanpassen aan de snel veranderende digitale economie die beroepen blijft transformeren en creëren.
‘A good education is more than preparing young people for the labour market’, zei demissionair onderwijsminister Jet Bussemaker vorig jaar dan ook terecht op de Skills for a Lifetime-conferentie.
Het fundament voor dit aanpassingsvermogen ligt in het basis- en voortgezet onderwijs. Tijd voor onderwijsvernieuwing dus; het curriculum is al tien jaar niet aangepast. Het manifest ‘Naar een duurzame digitale samenleving’ van VNO-NCW, pleit daarom voor verplicht computational thinking in het basis- en voortgezet onderwijs. De recente discussies in de Tweede Kamer over het onderwijsvernieuwingsplan ‘Onderwijs 2032’ van Paul Schnabel (D66) dat onder meer voorstelt het vak digitale geletterdheid in het curriculum op te nemen.
Een goed geschoold en een zich blijvend ontwikkelend arbeidspotentieel is van groot belang voor een innovatief klimaat én de concurrentiekracht van Nederland. Succesvol zijn in een digitale wereldmarkt stimuleert economische activiteiten, laat business groeien en creëert nieuwe banen. Daarom is aandacht nodig voor het aanleren van digitale vaardigheden in niet-technische beroepen en voor het aanleren van ondernemerschapsvaardigheden in technische beroepen.
Dit artikel is eerder gepubliceerd in Computable-magazine #4 van 2017.