Langzaamaan begint het besef door te dringen dat al het werk grotendeels kan worden geautomatiseerd en alle producten gedigitaliseerd. Alle industrieën en branches krijgen ermee te maken, zelfs de meest traditionele. Die beweging is nu eenmaal ingezet en er is geen weg meer terug. En dat is goed.
Mensen zijn gewend geraakt aan de voordelen die door digitale transformatie zijn ontstaan. Ze verwachten niet anders meer. Wie gaat er nog naar de bank om een acceptgiro in de bus te doen? Wie belt er nog een informatienummer om te horen hoe laat de trein rijdt? Tien jaar geleden was dat nog heel normaal, nu is het uitzondering. Er is al een hele generatie mensen op de arbeidsmarkt die altijd heeft gewerkt met internet, en die zich niet voor kan stellen hoe mensen ooit hun werk hebben kunnen doen zonder e-mail en Google.
We zien een exponentiële groei van digitalisering bij bedrijven en als ze er zelf niet aan beginnen, dan doet een ander het wel voor ze. Traditionele organisaties worden gedwongen mee te gaan in die verwachting uit de markt. Kijk naar de bankensector: voelden de traditionele banken zich een paar jaar geleden nog bedreigd door FinTech-startups, inmiddels zijn ze zelf volop aan de slag met digitalisering van hun processen en dienstverlening.
Ontkenningfase
Elke beroepsgroep, elke sector heeft echter op een zeker moment in een ontkenningsfase gezeten. Een periode waarin gedacht werd, ‘wij zijn de uitzondering, dit geldt niet voor ons’. Pas wanneer er gedacht wordt in kansen in plaats van bedreigingen, gaan ze mee in de vaart der volkeren. De spelers die hun kop in het zand houden, missen de boot.
Kansen zijn er volop. Digitalisering biedt bedrijven de mogelijkheid om sneller tegen lagere kosten betere producten en diensten te leveren. Voor consumenten biedt dit toegang tot zaken die ze eerder niet tot hun beschikking hadden. Digitalisering maakt voor hen de wereld kleiner, transparanter en eerlijker.
Een mooi voorbeeld van een traditionele sector is de juridische. Stoffig, statisch, archaïsch en bureaucratisch zijn woorden die te binnen schieten, maar wel fundamenteel voor een goedwerkende rechtsstaat als de onze. Daar mag niet aan getornd worden.
Geen boeven
Maar ook in de rechtspraak zijn er verbeteringen te realiseren, zagen de oprichters van de eerste online private rechtbank, e-Court. Jaarlijks moeten honderden burgers naar de kantonrechter vanwege een betalingsachterstand. Doorgaans zijn deze ‘wanbetalers’ uiteraard geen boeven, maar debiteuren die het vaak niet breed hebben en tot over hun oren in de problemen zitten. Hen door middel van dreigende deurwaardersbrieven vol juridisch jargon een dure rechtszaak in jagen, dient geen enkel doel en is niet bepaald rechtvaardig te noemen.
Daarom besloot e-Court om een nieuwe webapplicatie te ontwikkelen dat zijn verouderde systeem kan vervangen. Op dit platform wordt geprocedeerd, maar vaak komt het niet zover omdat de debiteur alsnog contact opneemt en een procedure kan worden voorkomen. Dit gebeurt op een laagdrempelige manier die sneller en goedkoper is voor alle partijen. De eerste ervaringen leren dat het werkt: er wordt minder vaak geprocedeerd. Het kostenverschil is voor de debiteur zo’n 35 tot enkele honderden euro’s per zaak.
Schaakcomputer
Jet Nakad-Weststrate van e-Court was op 6 juni live in de uitzending van BNR Juridische Zaken om over het nieuwe platform te vertellen. Dat de juridische wereld nogal afwachtend tegenover digitalisering staat, werd direct duidelijk: ‘Hoe kan een computer nou bepalen wat in een bepaald geval redelijk of billijk is?’.
De realiteit is dat software beter in staat is dan mensen om informatie te vinden, te ordenen en patronen te herkennen. Het lijkt nog ver weg, maar in de toekomst kan software zelfs vooroordelen uit uitspraken filteren en daarmee beter dan een menselijke rechter echt zonder aanzien des persoons oordelen. De echte vraag is: ‘Als een computer een schaakgrootmeester kan verslaan, waarom zou hij het dan afleggen tegen een gemiddelde meester in de rechten?’
Bart Meursing, vice president verkoop OutSystems Benelux