Paul Albada Jelgersma is sinds een paar maanden wereldwijd verantwoordelijk voor de internet of things (IoT)-praktijk van Atos. Doel is de IoT-wensen die bij klanten leven in de praktijk uit te voeren. Want, merkt Albada Jelgersma, een businesscase bedenken waarna een geslaagde proefopstelling volgt, is één ding, het succesvol opschalen en invoeren een tweede. Die praktische kant komt niet altijd op tafel.
Het wereldwijd opererende ict-concern met het hoofdkantoor in Bezons bij Parijs is al enige tijd actief op IoT-gebied en onderdelen daarvan. Bijvoorbeeld met de businessinnovatie-suite Atos Codex. Paul Albada Jelgersma, global head of IoT solutions noemt het ‘onze paraplu voor data-analysediensten en cognitieve computing oplossingen om zakelijke processen bij klanten te verbeteren.’
Het interview vindt eind april plaats op de industriebeurs Hannover Messe, waar ook Atos met een stand aanwezig is. Op de beurs komt het begrip Industrie 4.0 veelvuldig langs: het Duitse concept van een verdere digitalisering en internetverknoping van de industrie. ‘We hebben dit idee omarmd en willen ons IoT-portfolio uitbouwen middels een eigen praktijk’, licht Albada Jelgersma toe.
Een sprekend voorbeeld op de beurs is een turbine van een Airbus-vliegtuig, waarbij Atos laat zien dat een monteur met behulp van een Microsoft Hololens en augmented reality-software het onderhoud ter plekke sneller kan uitvoeren dan in de huidige situatie met zijn tablet. En via zijn bril kan hij gelijk een opdracht geven aan de lokale 3D-printer om reserve-onderdelen te printen.
IoT-praktijk
Atos heeft er bewust niet voor gekozen om de IoT-activiteiten op te tuigen als een nieuwe divisie. Bij de IoT-praktijk gaat het om een multidisciplinaire aanpak waarbij op projectmatige basis medewerkers uit diverse divisies van Atos samenwerken. Albada Jelgersma voorziet dat er relatief veel medewerkers vanuit de managed services-tak worden ingezet. Maar dat kunnen ook collega’s uit de voormalige Bull-groep (die tegenwoordig onder de divisie Big Data & Cybersecurity valt) zijn voor bijvoorbeeld het leveren van high-performancecomputers (Bull Sequana) en beveiligingstools tot op chipniveau. Of die uit de transactiedivisie Worldline, die een connected car-project heeft lopen met autofabrikant Renault.
‘Daarnaast trekken we op met partners. Bijvoorbeeld met Siemens, waarmee we nauw samenwerken gezien onze gedeelde achtergrond (Atos nam de ict-divisie van Siemens over in 2010 – RS).’ Zo is het bedrijf de grootste partner van het IoT-cloudplatform Siemens Mindsphere. ‘Siemens heeft hiervoor een open ecosysteem opgezet waarbij bedrijven kunnen aansluiten. Wij dekken het portfolio van ict-diensten af: van advisering en applicatieontwikkeling tot aan systeemintegratie en hosting. Dat doet geen enkele partner.’
Van poc naar echt
Met dit brede portfolio heeft Atos de ambitie klanten te helpen bij het realiseren en ondersteunen van bedrijfsbreed ingevoerde IoT-toepassingen. Volgens Albada Jelgersma houdt zijn bedrijf zich al sinds medio 2016 bezig met de vraag hoe een proefopstelling (poc: proof of concept) naar een concrete oplossing is te brengen.
‘Zoiets gaat verder dan alleen het opstellen van een businesscase en het brengen van data naar een eindstation of eindgebruiker. Het mogen dan wel de mensen uit de business zijn die tegenwoordig grip op de digitaliseringsvraag hebben, maar die vergeten nog weleens de vraagstelling die daarbij hoort: gaat zo’n poc ook in de praktijk werken? Hoe pak je door en implementeer je een grootschaliger oplossing in je organisatie? Hoe wordt die onderhouden? Wie roep je als er een storing is? Dit vraagstuk komt niet altijd op tafel.’
Het beheerconcept van Atos koppelt alle elementen aan elkaar die vanuit it-perspectief met een Iot-praktijk te maken hebben. Dat begint met de sensoren en verbindingen en de edge (het collectepunt voor alle data/acties) en komt via het datacenter uit bij de geconnecteerde machine of de digitale werplekomgeving. ‘Daarbij bieden wij ook systeem- en servicemanagement. Dit doet Atos natuurlijk al heel lang in de ict-wereld. Deze expertise hebben we nu ook bijeengebracht in onze IoT-praktijk.’
IoT-oplossingen
Op de Hannover Messe toonde Atos met name apps die het bedrijf heeft ontwikkeld voor de industriesector. Zoals apps die productiedata integreren met gegevens van managementsystemen en nieuwe analysemethodes. Predictive maintenance komt zo binnen handbereik.
Maar merkt Albada Jelgersma op: IoT leeft niet alleen in het industriële domein, ook in sectoren als de detailhandel, financiën, luchtvaart, overheid (smart cities), landbouw en consumentenelektronica (smart homes) gebeurt het nodige. Of denk aan de logistiek waar het ict-concern onder meer een IoT-oplossing bedenkt om het beheer van de bedrijfsmiddelen (asset management) voor vrachtwagenfabrikanten te verbeteren. ‘De maakindustrie loopt voorop maar ook de voorlopers in andere sectoren zijn actief. Met name in landen met een goede ict-infrastructuur. Kijk bijvoorbeeld naar Nederland: daar zet Postnl sensoren in zodat postbestellers tijdens hun ronde de kwaliteit van de lucht en het wegdek meten; die data zijn dan aan gemeentes beschikbaar te stellen. Of de Philips Hue-ledlampen die te bedienen zijn vanaf je tablet of smartphone: zo’n lichtoplossing kun je ook in industriële omgevingen inzetten.’
Zelf is Atos – samen met Dutch Institute of Safety & Security (DITSS) en Intel – betrokken bij het project Citypulse in Eindhoven. Dat is een big-dataproject met als doel het nachtleven rond het drukbezochte uitgaansgebied Stratumseind veiliger te maken. De gegevens komen uit meerdere bronnen, waaronder videobeelden en audiofragmenten van beveiligingscamera’s en microfoons én sociale media. Deze data worden gecombineerd met online-informatie zodat er een duidelijk beeld van de straat ontstaat. Via big-data-analyses wordt elke situatie die afwijkt van het standaard-datapatroon vergeleken met de andere databronnen. Dreigt een situatie uit de hand te lopen, dan maakt Citypulse een melding bij het controlecentrum. Dit stelt de hulpdiensten in staat actie te ondernemen, zoals het ontsteken van meer lichten in de straat of het laten patrouilleren van meer politie.
Frameworks
Albada Jelgersma kent de privacydiscussie die recent over dit project ontstond. Volgens de IoT-manager is de privacy in dit project gewaarborgd – alle gezichten in de videobeelden worden bijvoorbeeld direct onherkenbaar gemaakt – maar hij kan zich voorstellen dat er behoefte is aan duidelijke afspraken en richtlijnen op IoT-vlak. ‘Het is een jonge markt met de nodige onzekerheden. Daarom zijn open ecosystemen belangrijk; iedereen kan daarin zijn eigen weg zoeken. Voor ons zijn naast Siemens onder andere Amazon, Microsoft en Dell EMC belangrijke partners. Samenwerken met telecompartijen is dan weer lastiger want die hanteren andere standaarden.’
Uiteindelijk wil hij naar een of een paar raamwerken (frameworks) voor IoT-systemen en het servicemanagement om zo elk scenario te vangen. ‘Pas dan kun je via een voorgedefinieerde opzet met klanten en klanten van die klanten van gedachten wisselen over wat ze werkelijk nodig hebben.’ Zo wijst hij erop dat Atos één van de partners is van het Europees open source framework voor IoT van Fiware, het EU-initiatief voor smart city-ondersteuning. Daar is eind mei een groot congres over in de Utrechtse Jaarbeurs.
Dit artikel is eerder gepubliceerd in Computable-magazine #4 van 2017.
Profiel
Paul Albada Jelgersma werkte een aantal jaren bij LogicaCMG voordat hij in 2004 bij Atos Origin als ‘principal architect’ begon. Bij dit van oorsprong Frans-Nederlands bedrijf bekleedde hij een aantal managementposities, waaronder recent voor de Atos-Siemens Global Alliance.
Goede aanpak van IoT tot nu toe. De volgende stap, het sluiten van de regelkring, zal nog heel wat nieuwe oplossingen vragen. Met name de combinatie veiligheid, snelheid en Internet zal de nodige hoofdbrekens opleveren. Wellicht kan LoRa hierin oplossingen bieden. De meest zekere oplossing lijkt mij om voorlopig(?) de weg op te gaan LoT, LoRa of things, en IoT voorlopig(?) nog even uit te stellen tot aan de basale veiligheids- en snelheidseisen is voldaan. Meettechniek is een eerste stap. Regeltechniek een tweede met totaal andere eisen.