Vorige week werd de halve wereld getroffen door een digitale aanval. De aanval kreeg zelfs een naam, Wannacry, alsof het een orkaan was. In Nederland viel de schade mee. Alleen de betaalautomaten van parkeergarages Q-Park werden getroffen door de cyberoffensief. Tenminste, ze denken dat deze automaten waren getroffen door de aanval. Gezien de parkeertarieven, denk ik zelf dat de betaalautomaten gewoon vol zaten en er geen geld meer bij kon.
Bij de berichtgeving rond deze cyberaanvallen wordt altijd geroepen dat vooral de medewerkers de zwakke schakel zijn. Zij klikken immers op de onbetrouwbare bijlage. Zij zijn die sukkel die in Troje een houtenpaard naar binnen liet en deze trots aan iedereen liet zien. Er zal toch iemand ergens op moeten klikken. Wat heb je aan een poort als niemand naar binnen mag? Wat heb je aan ict zonder gebruikers? Misschien moeten we naar ict waar je nergens meer op hoeft te drukken. Net zoals de verwarmingsmonteur die je uitlegt hoe de cv-ketel werkt en zegt: ‘Zie je deze knoppen? Daar moet je van afblijven. Als het lampje gaat branden, bel je mij maar.’
Hippe startup
Gelukkig maar dat we zelf iets moeten doen voordat iets mis gaat. Als dingen automatisch misgaan, dat zou nog veel erger zijn. Een medewerker kun je opvoeden. Hij blijft dan natuurlijk nog steeds domme dingen doen, daarom werkt hij ook bij jou en niet bij één of andere hippe startup.
Eigenlijk zouden je medewerkers de sterke schakel moeten zijn. Je kunt wel alles op virusprogramma’s zetten, maar een beetje slimme medewerker zou toch moeten weten dat banken geen mailtjes sturen om je pincode te veranderen. Helemaal niet de ING terwijl je bij de Rabobank zit.
Onverwachts en onherkenbaar
Toch kun je het niet voorkomen, net als bij echte aanslagen. Een aanslagpleger zal het altijd onverwachts en onherkenbaar doen. Je hoort weleens als een oplichter wordt opgepakt dat slachtoffers dan zeggen: ‘Hij zag er helemaal niet uit als een oplichter. Hij leek zo aardig.’
Maar je wordt natuurlijk ook nooit opgelicht door een nare boze man met een masker op. Daarom klik ik nergens meer op en open ik geen mailtjes meer. Bevalt me eigenlijk prima. Je staat er versteld van hoeveel tijd je overhoudt. Er zijn ineens weer mensen die langskomen of me even bellen.