Uit de gesprekken over hybride architecturen die ik de afgelopen tijd met cio’s en cto’s van grote bedrijven voerde en vele artikelen die ik over het onderwerp lees, is mij duidelijk dat er nog altijd geen gemeenschappelijke mening over hybride architectuur in de cloud is.
Bedrijven omarmen de cloud om uiteenlopende redenen: meer wendbaarheid, lagere kosten en wereldwijd bereik. Veel cio’s vinden het fijn middelen daar te kunnen inzetten waar ze wat opleveren. Oftewel: ze hoeven geen tijd meer te besteden aan het beheren van infrastructuur, maar kunnen zich bezighouden met de producten en diensten waar hun bedrijf goed in is en om bekend staat.
Toch onderhouden veel zakelijke it-organisaties hun infrastructuur nog altijd zelf. Er zijn veel cio’s die zo snel mogelijk hun infrastructuur naar de cloud willen migreren, maar inzien dat betekenisvolle cloud-adoptie een reis is die tijd kost. Tijdens die reis hebben bedrijven een manier nodig om hun systemen draaiende te houden en toch al voordeel van hun investering te hebben. Voorbeelden van oplossingen die dit mogelijk maken zijn AWS Virtual Private Cloud of Direct Connect: daarmee is lokale infrastructuur snel en gemakkelijk uit te breiden, en heeft een bedrijf snel voordeel van de cloud.
Toch bestaan er mythes over hybride architecturen. Hieronder de drie hardnekkigste.
1. Hybride architectuur is permanent
Hoewel grote bedrijven met grote, deels oudere infrastructuren langere tijd voor een hybride-cloudarchitectuur kiezen, de reis voor geen enkel bedrijf hetzelfde is en elke organisatie het op zijn eigen tempo doet, kan ik me niet voorstellen dat in de toekomst veel bedrijven nog steeds hun eigen datacentra zullen draaien. Het duurt misschien nog wel langer dan drie jaar, maar ik weet zeker dat het er ook niet meer dan vijftien zullen zijn, en wel om de volgende vier redenen:
- Bedrijven raken gewend aan de schaalbaarheid van cloudarchitectuur.
- Het tempo waarin cloudaanbieders innoveren, neemt alleen maar toe: AWS bracht in 2014 meer dan 515 verbeteringen uit, wat een verdubbeling ten opzichte van het jaar daarvoor betekende.
- De standaardapplicaties waar bedrijven gebruik van maken (e-mail, HR, CRM, enzovoort) worden ook steeds vaker in de cloud ontwikkeld.
- Bedrijven die organisaties helpen migreren nemen eveneens razendsnel toe.
2. Met hybride architectuur zijn applicaties naadloos van lokaal naar de cloud en andersom te verplaatsen
Dat klinkt in eerste instantie misschien als een groot voordeel, maar deze belofte heeft een groot nadeel: er wordt vanuit gegaan dat de cloud en lokale infrastructuur even capabel zijn. Dat is niet het geval: bedrijven stappen juist over voor functionaliteiten waar hun eigen datacentra niet over beschikken, zoals elasticiteit, pay-as-you-go alleen voor wat je gebruikt, en contante innovatie. Wanneer je applicaties zo inricht dat ze ook op oude infrastructuur draaien, beperk je dus het potentieel.
3. Met hybride architectuur zijn applicaties naadloos tussen meerdere cloudproviders te delen
Organisaties gebruiken een groot aantal cloudoplossingen om aan hun behoeften te voldoen. Vaak leidt dat tot een mix van infrastructurele diensten en oplossingen die buiten het eigen datacentrum draaien (en meestal op AWS). It-managers kijken naar het probleem dat ze proberen op te lossen, en kiezen de beste tool om dat te doen. Het is echter gevaarlijk wanneer ze die ene tool proberen te laten draaien bij meerdere cloudaanbieders, omdat ze dan alsnog vooral druk zijn met het beheer van infrastructuren, in plaats van met het kiezen van de beste tool om hun probleem op te lossen.
Hoewel ik snap dat bedrijven zich niet willen beperken tot een enkele aanbieder, is het nog steeds verstandig om applicaties zo op te bouwen dat ze eenvoudig te reproduceren zijn. Juist door deze best practice doen ze hun voordeel met de elastische eigenschappen van de cloud, en kunnen ze een applicatie loskoppelen van de infrastructuur. Wanneer ze dat goed doen, kunnen ze ook gemakkelijker naar een andere aanbieder overstappen, indien nodig.
Technologische keuzes zijn niet altijd makkelijk en nog vaker imperfect, maar het bouwen van een hybride architectuur hoeft dat niet te zijn.