Wat is de onderhandelingspositie van een zzp-softwareprogrammeur? Waar moet hij op letten bij het exploiteren van zijn software? Heeft hij ruimte voor onderhandeling of worden zijn rechten ‘afgeknepen’ door middel van wurgcontracten? Computable vroeg het haar juridische experts Steven Ras, partner bij adviesbureau ICTRecht, en Remco Bakker, junior legal counsel bij Solv Advocaten.
Iedere zzp-programmeur beschikt automatisch over de auteursrechten op het door hem ontwikkelde softwareproduct.
‘Het auteursrecht rust overigens alleen op de uitdrukkingswijze van de software, zoals de bron- en objectcode’, vertelt Remco Bakker, junior legal counsel bij Solv Advocaten. ‘De (technische) functionaliteit, de programmeertaal en de onderliggende ideeën en principes van een programma zijn niet auteursrechtelijk beschermd. Wel kunnen andere vormen van intellectueel eigendom van toepassing zijn. Denk aan design componenten of rechten op databanken.’
‘Wanneer zzp-programmeurs hun software willen exploiteren, is het regelen van auteursrechten van levensbelang’, vult Steven Ras, partner bij adviesbureau ICTRecht, aan. ‘Als zij hun auteursrechten afstaan, kunnen zij de code niet inzetten voor andere opdrachtgevers’, legt hij uit.
Maar ook voor klanten is het auteursrecht van belang. ‘Zonder deze rechten zitten ze voor onderhoud altijd vast aan de programmeur. Het is belangrijk om een balans te vinden in de onderhandelingen. Meestal resulteert dit in een situatie waarin het maatwerk eigendom wordt van de klant en de algemene software, zoals raamwerken of cms-en, eigendom blijven van de programmeur. De klant koopt daarvoor een gebruikerslicentie’, aldus Ras.
Standaardsoftware
In Ras zijn ogen kunnen programmeurs zich beter richten op standaardsoftware. ‘De meeste software die als algemene software in de markt wordt gezet, is voorzien van standaard licenties of voorwaarden. Softwareprogrammeurs zijn hiermee bekend en wapenen zich hiermee tegen makkelijk misbruik door afnemers. Bij standaardsoftware hebben exploitanten namelijk geen ruimte om eigen voorwaarden of contracten op te leggen, omdat zij de software van internet downloaden en akkoord moeten gaan met de voorwaarden van de programmeur.’
Die overeenkomsten voor standaardsoftware zijn met name populair geworden sinds de opkomst van apps, vervolgt Ras. ‘Programmeurs kunnen in zo’n verband experimenteren en onderzoeken of iets verkoopt. Is dat niet het geval? Dan kunnen zij met een kleine aanpassing, tegen relatief lage kosten, doorvoeren of een nieuwe versie op de markt brengen. Dan zou een bestsellerclausule nog wel een eis zijn. Als een app ineens een grote hit blijkt, dan heeft volgens de wet de programmeur recht op een hogere vergoeding.’
Machtspositie voor exploitant
Wil je jouw software door een derde laten exploiteren? Houd er dan rekening mee dat je als programmeur vaak de zwakkere partij bent.
Bakker: ‘De exploitant is dominant tijdens de contractonderhandelingen en dat manifesteert hij op tal van manieren. Zo worden de contractvoorwaarden vaak eenzijdig door de exploitant opgesteld en heeft diegene vaak al de nodige juridische ervaring met betrekking tot het uitonderhandelen van exploitatiecontracten. De exploitant bezit daarnaast over meer financiële en organisatorische middelen, met een scheve machtsverhouding en weinig onderhandelingsruimte tot gevolg. Met name voor startende zzp’ers betekent dit dat het contract vaak een kwestie van ‘slikken of stikken’ is.’
Hoe kun je als zelfstandig programmeur dan toch invloed uitoefenen tijdens de onderhandeling? Bakker adviseert allereerst om een geschikte exploitant (strategische partner) te vinden en hierbij een juiste duur van de samenwerking te kiezen.
‘Kies er bijvoorbeeld voor om elke twee jaar nieuwe contractonderhandelingen te voeren, hierdoor kan je scherpere commerciële afspraken maken en zit je nooit te lang vast aan achteraf ongewenste afspraken. Daarnaast heeft de programmeur een goede onderhandelingspositie met betrekking tot de exacte omvang (tijd, geografisch, exclusiviteit) van het te verlenen gebruikersrecht, diens recht op een billijke vergoeding en diens persoonlijkheidsrechten, zoals het recht op naamsvermelding. Ook is het verstandig om bij sommige handelingen van de exploitant het vereiste van vooraf schriftelijke toestemming te bedingen.’
Om de positie van auteurs, zoals programmeurs, ten opzichte van exploitanten te versterken op het gebied van het contractenrecht, is een wetswijziging doorgevoerd. Bakker: ‘Met de komst van de Wet auteurscontractenrecht (zie kader) kan een maker zijn exploitatiecontract laten toetsen aan de begrippen van redelijkheid en billijkheid en enkele andere nieuwe remedies. In de praktijk zullen wurgcontracten niet volledig verdwijnen, maar makers kunnen hier wel makkelijker tegen in opstand komen. Hiervoor moeten ze wel op de hoogte zijn van hun rechten en dat is vaak helaas niet het geval.’
Wurgcontract
Volgens Ras is er juist geen sprake van wurgcontracten. Dat komt doordat er genoeg werk is voor programmeurs. ‘Dit geeft hen ruimte om opdrachtgevers te weigeren. En daarbij komt dat programmeurs zich doorgaans op uurbasis laten betalen in plaats van rekenen op royalty’s zoals bijvoorbeeld fotografen. Het afstaan van auteursrechten op maatwerk is daardoor in mindere mate een probleem.’
Wet auteurscontractenrecht
De hoofdpunten uit de Wet auteurscontractenrecht zijn:
- Aanpassing van het schriftelijkheidsvereiste voor exclusieve licenties;
- Makers krijgen een recht op een billijke vergoeding voor de verlening van exploitatierechten;
- Makers hebben recht op een aanvullende billijke vergoeding als er een ernstige onevenredigheid bestaat tussen de ontvangen vergoeding en de opbrengsten van de exploitatie. Dit wordt ook wel de bestsellerbepaling genoemd;
- Makers hebben het recht om een overeenkomst met een exploitant geheel of gedeeltelijk te ontbinden als het werk onvoldoende geëxploiteerd wordt. Deze bepaling wordt de non-usus bepaling genoemd;
- Makers kunnen onduidelijke of onredelijk lange aanspraken op de exploitatie van toekomstige werken en andere onredelijke bezwarende bedingen vernietigen.
Och, UWV, gemeente, of ingehuurd bij politie..
We schrijven die rommel net zo fijn weer opnieuw tegen uurtarief.
Een muzikant herkent dat, het moet juist elke keer net iets anders klinken.
Elke uitvoering is immers een gift, alles speciaal voor de luisteraar.
Na afloop gaat het dak eraf, en volgt de toegift : Bravo en we want more.
komt goed uit, de zzp’ers ook.