Voor de Computable Awards 2017 worden in zeven categorieën tussentijdse juryberaden georganiseerd. Zo ook in de categorie ICT-project van het jaar bij de overheid, waarvoor het juryberaad op 21 april 2017 gaat plaatsvinden. Computable-experts en adviserend juryleden Mark Beermann, Ron Bloksma, Graham Bolton en Ron Wessel laten in aanloop naar het juryberaad hun licht schijnen over de voordrachten en het juryproces.
Dit jaar werkt Computable met drie type juryleden: de algemene jury – met daarin Jeroen Aris, Fred Bons, Dion Kotteman, Geke Rosier, Reza Sarshar, Bernard Vuijk en Alexander Wijninga – , actieve juryleden en adviserend juryleden. Bij elk tussentijds juryberaad vertolkt iemand uit de algemene jury de rol van juryvoorzitter; deze persoon wordt bijgestaan met vier actieve juryleden.
De adviserend juryleden beoordelen de voordrachten binnen een categorie op basis van de projecttypen business en data, infrastructuur (on-premises en cloud), security en software/ontwikkeling of vanuit de competenties bedrijfskunde, opdrachtgeverschap (op snijvlak van business en it), projectmanagement en technologie. Deze vier competenties zijn ook geborgd in het juryteam bij het tussentijdse juryberaad.
In aanloop naar een juryberaad geven de adviserend juryleden feedback op de voordrachten die zij voorbij hebben zien komen en hoe zij hun deel van het juryproces hebben ervaren. Wat waren hun beweegreden om mee te doen, wat viel hen op, wat vonden ze van de kwaliteit, wat misten ze en hoe hebben zij het jurytraject ervaren? Vragen waar Mark Beermann, Ron Bloksma, Graham Bolton en Ron Wessel op ingaan binnen de categorie ICT-project van het jaar bij de overheid.
Reden aanmelding
Ieder jurylid heeft zo zijn eigen reden om deel te nemen aan het jurytraject voor de Computable Awards 2017.
‘Ik ben gewoon nieuwsgierig naar de inzendingen en wil meewerken om de meest onderscheidende projecten aandacht te geven’, spreekt Mark Beermann, medeoprichter van MobileMindz, duidelijk taal over zijn motivatie. Beermann beoordeelde de infrastructuur- en securityprojecten bij de Nederlandse overheid.
Graham Bolton, eigenaar van SQMI, werkt al sinds 1983 als programmeur. Hij oordeelde dan ook over software/ontwikkelingstrajecten, maar liet ook zijn licht schijnen over de securityvoordrachten. ‘Ik heb veel dingen zien komen en gaan, en er blijft een belangrijke kern over: dat het succes van een ontwikkelproject vaak in handen ligt van een paar individuen. Daarom vind ik het belangrijk om deze personen en hun werk te vieren.’
Ron Bloksma, informatiearchitect en adviseur informatiemanagement bij Kadaster, heeft vanuit veel rollen en organisaties gewerkt aan diverse facetten van de digitale overheid. ‘Daarin heb ik een brede kijk op het geheel gekregen. De mooie architectuurplaten, de weerbarstige praktijk, de belangen van ministeries, zelfstandige bestuursorganen, koepel- en uitvoeringsorganisaties. Daarnaast heb ik een bril vanuit het geo-perspectief, die veelal ontbreekt in algemene ‘ict-dingen’.’ Bloksma beoordeelde dan ook innovatieprojecten, onder andere op het gebied van data.
Ook Ron Wessel, thoughtleader digital insight en BI-governance bij CGI Nederland, oordeelde over dit type projecten. ‘Vanuit CGI ben ik de expert op het gebied van digital insights en informatie-gestuurd optreden in de veiligheidssector. Juist het gebruik van data om de business beter te laten functioneren, is een van onze belangrijkste onderdelen daarbij. Bij digitale transformatie gaat het om het samenspel van business en data. Dit is geen technologisch spelletje, maar een samenspel van mens, proces en technologie. Daarom vind ik het interessant om te kijken wat er in de maatschappij gebeurt op dit vlak en eraan mee te helpen om dit te stimuleren. Jurering voor de Computable Award 2017 geeft mij de mogelijkheid om dit te doen.’
Wat viel op?
Onder de 45 aanmeldingen in de categorie ICT-project van het jaar kwamen verschillende cases voorbij. Bolton verbaasde zich over wat organisaties onder innovatie verstaan. ‘Het inzetten van een softwarepakket – iets dat al kant-en-klaar ligt, en van een leverancier gekocht wordt – is door velen gezien als innovatief. Het maken van soortgelijke pakketten vraagt veel meer innovatie. Het is wellicht beter om twee soorten innovatie te onderkennen: technische innovatie en organisatorische innovatie.’
Bloksma kan zich in de opmerking van Bolton vinden en wil expliciet drie voordrachten benoemen. ‘De echte innovaties en de enige die bij mij een voldoende scoren, zijn de projecten RWS Datalab, Partnership Talking Traffic en BikeBlockchain (RDW). Bij RWS Datalab laten big data, machine-learning en deep learning aloude ingenieursinzichten verbleken. Onduidelijk is nog in hoeverre het Datalab met zijn innovatieve ideeën ook daadwerkelijk innovaties in het werkproces van Rijkswaterstaat hebben gerealiseerd of dat het proefprojecten zijn. Partnership Talking Traffic van het ministerie van Infrastructuur en Milieu is pas echte innovatie. En het goede is dat het aansluit bij de ontwikkelingen. De Nederlandse overheid streeft veelal naar ‘slimme wegen’ terwijl de auto-industrie streeft naar ‘slimme voertuigen’. Door signalen van verkeerslichten door te geven aan auto’s sluit je aan bij die laatste en bereik je meer – een mate van synergie. Het is van belang om de mobiliteit over de weg slim te regelen, want wegverkeer wint het van de trein. Het project BikeBlockchain van de RDW en IBM is ook innovatief. Blockchain zal grote impact hebben. Het is nu zo ongeveer op de top van Gartners hype cycle. Het dal der desillusie wacht. Maar het is wel heel goed dat organisaties als RDW met niet-primaire registraties er proeven mee gaan doen.’ RDW en RWS wisten het tot het tussentijdse juryberaad te schoppen, ministerie van Infrastructuur en Milieu ging helaas voor Bloksma niet door.
Ron Wessel constateert dat slechts sommige projecten ingingen op de maatschappelijke relevantie van het verandertraject. ‘Waarom doen wij dit met overheidsgeld? De projecten die in mijn ogen het best uit de strijd kwamen, gaven juist aan wat zij hebben bijgedragen aan een betere positie van de burger.’
Mark Beermann zag vooral veel spreiding in onderwerpen, die wel allemaal digitalisering als gemeenschappelijke component hadden. ‘De voordrachten hadden wel meer naar onderwerp benoemd mogen worden.’
Wisselende kwaliteit voordrachten
Bloksma vindt dat je tegenwoordig niet meer aan kan komen zetten met de implementatie van zaakgericht werken als die niet negentig procent succesvol is afgerond. ‘Ik weet niet of sommige opdrachtgevers blij zouden moeten zijn met hun leveranciers en/of implementatiepartners. Ook hebben sommigen gemeenten blijkbaar kansen laten liggen en springen sommige partijen hierop in. Ook waren er voordrachten waarbij je hoopte dat de oplossing bedoeld zou zijn voor de primaire operatie, maar nee, het is om sprekers te trainen in een zaal. Sorry, maar daar wil ik niet eens mee lastig gevallen worden.’
Ook Wessel vond de kwaliteit van de voordrachten wisselend. ‘Zoals net ook gesteld: de factor maatschappelijke relevantie kwam niet altijd terug. Ik vind dat een gemiste kans. De trajecten die hier wel aandacht aan besteed hebben, gaven duidelijk aan dat het best kan in Nederland. Innovatie en digitale transformatie met overheidsgeld kan leiden tot een beter en effectiever functionerende overheid.’
Beermann is het weer met Wessel eens en vond ook de kwaliteit van de voordrachten wisselend. ‘De acht-plussen zijn inderdaad de onderscheidende projecten, al maakten sommige partijen zich in de onderbouwing er wel heel gemakkelijk van af.’
Bolton tot slot kan zich alleen maar aansluiten bij de andere adviserend juryleden en ziet ook grote verschillen in de onderbouwingen. ‘De ene is duidelijk samen geschreven met een vertegenwoordiger van de leverancier, de andere niet. Feature lists en name dropping zijn kenmerkend voor de eerste soort inzending.’
Wat miste?
Wessel had het al eerder over de maatschappelijke relevantie en miste dat dan ook in sommige voordrachten. Beermann miste vooral innovatieve ontwikkelingen als blockchain, Internet of Things en analytics. Bolton miste het grote werk. ‘Denk aan het opzetten van cloudservices binnen het Rijk, aan software-ontwikkeling pur sang zoals bij de Lerarenregister, de Belastingdienst, et cetera.’
Bloksma komt ook met concrete voorbeelden en verwijst opnieuw naar case van Rijkswaterstaat en het ministerie van Infrastructuur en Milieu. ‘In het geval van RWS Datalab miste ik duiding of er ook daadwerkelijk mee geïnnoveerd wordt, of dat het om losstaande projecten gaat. En ik had meer projecten verwachten zoals die van Partnership Talking Traffic. Mobiliteit is een groot vraagstuk en I&M worstelt daarmee. Een bedrijf als Here kan daar een enorme betekenis in leveren. Een ander groot ding van I&M is de nieuwe omgevingswet. Geen van de voordrachten springt daar op in.’
Het jurytraject
Tot slot hebben wij onze adviserend juryleden in de categorie ICT-project van het jaar bij de overheid gevraagd hoe zij het doorlopen traject ervaren hebben.
Beermann is daar kort en duidelijk over: ‘Strak.’ Bolton vindt het jurytraject dat gehanteerd wordt voor de Computable Awards 2017 professioneel. ‘Het heeft een opzet dat tot een objectieve resultaat zal komen.’
Bloksma mist in het gehele traject de klankbordfunctie met medejuryleden. ‘Ik zou het leuk vinden om de reacties van anderen te horen. Mijn soms stevige kritiek wordt vaak milder als je die uitwisselt en dan krijg je de nuance.’ Wessel tot slot ervaart het jurytraject vooral als zeer professioneel. ‘De spelregels en beoordelingscriteria worden helder neergelegd in de briefing waardoor de jurering zelf zeer voorspoedig ging.’
Juryberaad 21 april 2017
Het juryberaad op 21 april 2017 vindt van 13.00 tot 17.00 uur plaats op de zesde etage in het Beatrixgebouw van Jaarbeurs in Utrecht. De sessies zijn voor iedereen toegankelijk. Dit is de programmering in alfabetische volgorde:
– Aangifte Volg Service: Nationale Politie (Software/ontwikkeling)
– BikeBlockchain: RDW en IBM (Business en data)
– Conversie PRL van Pascal naar C++ (P2C++): ProRail en InTraffic/Cornerstone (Software/ontwikkeling)
– IoT-netwerk drinkwaterleveranciers: Xylem/Sensus, Entropia en ComBus (Business en data)
– LiveOP: LiveOP, namens diverse veiligheids- en hulpdiensten als brandweer, politie en GHOR (Software/ontwikkeling)
– Milsenz: Koninklijke Landmacht/Defensie, KPN en Internet of Things Academy Infrastructuur (on-premisses en cloud))
– Mobiel Effectiever Op Straat: Nationale Politie (Software/ontwikkeling)
– Open Stack- en CEPH-implementatie in ODC-Noord: Overheidsdatacenter SSO-Noord, Dienst Uitvoering Onderwijs, ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Infrastructuur (on-premisses en cloud))
– RWS Datalab: Rijkswaterstaat (Business en data)
– Volledige regie in Scada-omgevingen: Waterschap Hunze en Aa’s, Check Point en QSight (Security)
Lees ook het nieuwsbericht ‘Computable selecteert 10 overheidsprojecten’ met meer informatie over het juryberaad.