Volgens een studie van de FTTH Council Europe, de belangenorganisatie die fibre to the home (glasvezel) promoot, is er 137 miljard euro nodig om de hele Europese Unie van glasvezelinternet te voorzien.
De organisatie stelt dat de kosten van het uitrollen van een glasvezelnetwerk vaak volkomen verkeerd worden ingeschat. De FTTH Council is dan ook van plan om zelf cijfers te publiceren die gebaseerd zijn op al bestaande uitgerolde glasvezelnetwerken.
Het volledige rapport gaat gedetailleerd in op de kosten en de gedeelde infrastructuur. Om het correct te interpreteren, moet er uitgegaan worden van het resterende bedrag. Vandaag is immers 36 procent van de EU-woningen aansluitbaar en is elf procent al in het bezit van een glasvezelverbinding.
Het einddoel is elk normaal gelegen huis aansluitbaar te maken en er ook effectief de helft van aan te sluiten. Voor de meest afgelegen huizen gaat men uit van een aansluitbaarheid van vijftig procent. Om van de huidige situatie tot het uiteindelijke doel te komen zou er 137 miljard euro nodig zijn.
De kosten worden echter in grote mate bepaald door het samenwerken van de operatoren. Als deze infrastructuur delen, dalen de kosten. Als dit gebeurt, staat dit volgens de FTTH Council gelijk aan een mogelijke besparing van 20 miljard euro.
Jammer dat er geen melding wordt gemaakt van de impact op het elektriciteitsverbruik.
Op de kleine 510 miljoen inwoners in de EU betekent dit dus een kostenplaatje van ongeveer 300 euro per inwoner. Aangezien er zo’n 10 euro per inwoner aan maandelijkse abonnementskosten gerekend kan worden, en de rente momenteel op minder dan 1% staat, zou het toch niet zo lastig zijn om dit gefinancierd te krijgen.