Ai is het nieuwe tech-toverwoord, maar het wordt op te veel dingen geplakt. Dit is de discussie-stelling die Computable-lezers vandaag krijgen voorgelegd.
De notie van kunstmatige intelligentie (ki; artificial intelligence, ai) is helemaal niet nieuw. In de vorige eeuw was het al geopperd en doordacht door Alan Turing (1912-1954), de informaticapionier waar ict-vaktitel Computable later haar naam aan heeft ontleend. Ai is al zo oud en al zo lang in zicht dat zelfs Hollywood er zich meermaals aan heeft gewaagd, met een scheut sciencefiction. Onder meer ai in schattige kindervorm, maar ook in komische robotvorm (eigenlijk androïde, maar goed).
Eind vorige eeuw was het voorvoegsel ‘e-’ helemaal marketinghip, later gevolgd door ‘web-’ en ‘i-’ en ‘cloud-(enabled)’, et cetera. Nu is het de beurt aan ai, vaak verpakt als ‘machine-learning’, ‘deep learning’ en andere leervormen die op slimheid wijzen. ‘Als we geen ai gebruiken, dan zijn we so screwed’, zou een cynicus kunnen zeggen. Ai is nu verworden tot magisch sausje dat over van alles en nog wat heen wordt gegoten. Jammer, want dat zorgt voor erosie, uitholling. Wat vind jij?
Gelukkig maar dat die aap zich niet bewust is dattie zoveel op mensen lijkt. Beetje verwarrend allemaal misschien, maar dat is niet mijn intentie.
Ik weet het niet hoor. Ik heb het op mijn lijstje staan voor proefjes.
Maar ik begrijp dat IBM met Watson een diagnose kan stellen die de gemiddelde huisarts ver op achterstand zet. Dat er expertsystemen bestaan die lerend vermogen hebben en een omgeving ik kaart kunnen brengen. En zo voort.
Wat hier volgens mij het verschil is, is dat het allemaal vormen van “intelligentie” is op een specifiek gebied, waarbij meer dan 80% sterk afhankelijk is van de snel beschikbare informatie. Het diagnosticeren van een ziektebeeld is een prima te modelleren proces en de kennis waaruit een computer kan putten is vele malen groter en sneller dan een mens ooit zou kunnen. Ik had ooit een (ICT)collega die toevallig ook arts was en zij tegen mij “ach, de meeste artsen zitten nog op het niveau van de Polynesische geneeskundige:”zeg ‘ns aaa”.
Maar aan de andere kant, blijkt het heel moeilijk voor een robot te laten begrijpen “iets beet te pakken”. Dat schijnt enorm complex te zijn. Hierbij zijn zaken als context, inschatten en basis deductie nog heel lastig.
Het blijft een interessant vakgebied, maar volgens mij moeten de eerste echte praktische producten en diensten maar eerst eens op de markt komen. Er alleen over praten is eigenlijk geen optie. Dat het gaat komen geloof ik wel, maar in welk tempo, welke toepassingen zal toch ook sterk afhangen van het acceptatievermogen van de mens.
Natuurlijk is AI een modewoord waarmee je je matig intelligente producten op de markt kan zetten. Dat leidt inderdaad tot ruis. Maar laten we niet de nuance vergeten. Op het gebied van ‘Weak AI’ of ‘Narrow AI’ zijn zeker grote sprongen gemaakt. Dat zijn toepassingen die gebruikt kunnen worden op een nauw domein, zoals IBM Watson for Oncology alleen toepasbaar is voor diagnoses op het gebied van bepaalde soorten kanker. ‘Strong AI’ gaat over het nabootsen van menselijk bewustzijn, denken en creativiteit, om maar enkele gebieden te noemen. Hier is de situatie veel onduidelijker. Naast technische zijn spelen hier filosofische en ethische problemen.
Op het gebied van ‘Narrow AI’ zijn er al veel toepassingen mogelijk. Of ze praktisch zijn is een andere vraag. (Wat is bijvoorbeeld het praktische nut van Candy Crush?) Maar gezien de bedragen die bedrijven hierin investeren, denk ik dat er zeker wat uitkomt. Maar veel AI is voor de gebruiker onzichtbaar. De AI in Google en Facebook enz. werkt in de achtergrond.
Een definitie van Artificiële Intelligentie is: “AI is the next big thing in computer science”. Zaken die we vroeger AI vonden, zoals spraakherkenning, is nu normaal en wordt niet meer gezien als bijzonder intelligent. Dus onze notie van wat we intelligentie toepassingen vinden, schuift ook steeds.
@ Reinoud Dank voor je inzichten en kennisdeling.
Nu schiet me nog wat te binnen. Niet alleen wat AI is en wat we dan al zouden kunnen (op dit moment) is relevant, ook de kwaliteit. Je noemde aan het eind van je bijdrage “spraakherkenning”, maar de kwaliteit daarvan is nog erg matig. Een coherent gesprek voeren met een computer zoals ik dat met jou zou kunnen voeren is nog ver weg. Zeker als ik dan wil dat de andere kant er wat van snapt. Dat is met mensen al een issue 🙂
@Jan,
Even plat gezegd is die chimpansee het eindpunt van een biologische evolutie en de mens het eindpunt van een culturele evolutie. De belangrijkste ingrediënten van deze culturele evolutie zijn de taal, het gebruik van werktuigen en technologie en het wonen.
In “De brief over het humanisme” noemt Heidegger de taal het huis van het zijn:
“De mens is evenwel niet alleen maar een levend wezen, dat naast andere vermogens ook de taal bezit. De taal is veeleer het huis van het zijn waarin de mens woonachtig is en eksisteert door behoedzaam gehoor te geven aan de waarheid van het zijn.”
Met het zijn komt in de mens ook het niets tot stand; naast bewust-zijn heeft een mens, in tegenstelling tot het dier, ook besef van dit niets en heeft het dus weet van zijn eigen toekomstige dood (ofwel zijn sterfelijkheid).
Een pasgeboren kind heeft, net als een dier, geen taal en dus geen bewust-zijn.
Mijn uitspraak dat bewustzijn slechts voorbehouden is aan mensen komt dus niet uit een religieus/christelijke hoek maar uit een filosofisch/humanistische hoek.
Als intelligentie – al dan niet kunstmatig – een aspect is van de culturele evolutie kan die darwinistische bril ook weer af 🙂
@Jack
je kunt citeren wie je wilt, wanneer je een mens uit elkaar neemt dan zie je dat het een dier is net als die andere. Je gebruikt het begrip “taal” zonder klare definitie. Nooit gehoord van lichaamstaal die bij bepaalde diersoorten (wolf bijv.) zeer complex is.
Je stelt dat een dier niet bewust is van zijn sterfelijkheid, hoe weet je dat?
De mens is een dier, maar uit hoogmoed wil hij zich beter wanen, om het even of filosofisch/humanistisch of religieus/christelijk.
Wat met deze species fout gelopen is, is te zien aan het feit dat geen enkele andere species zijn habitat vernietigt, dat is echt menselijk . . .
Over ruis gesproken.. “Een dier heeft geen zelf bewustzijn.” Ik durf me enige zekerheid te stellen dat filosofie het gif is voor echte vooruitgang binnen A.I.
@Jack, als je wat over intelligentie, taal, bewustzijn, enz. bij dieren wilt weten, lees dan de studies van zoölogen/ethologen. Allesweters zoals filosofen, geestelijken, hebben daar toch wat minder kennis van.
Je schrijft “Even plat gezegd is die chimpansee het eindpunt van een biologische evolutie en de mens het eindpunt van een culturele evolutie.” Bij beide soorten is er sprake van nature en nurture. Het eindpunt van een biologische evolutie, is het uitsterven van de soort. Zover is het nog niet.