De Nederlandse inlichtingendiensten AIVD en MIVD mogen doorgaan met het uitwisselen van gegevens met buitenlandse inlichtingendiensten. Het gaat hier met name over diensten in de VS en het Verenigd Koninkrijk. Dat heeft het gerechtshof Den Haag vandaag in hoger beroep bepaald. De coalitie 'Burgers tegen Plasterk' is het daar niet mee eens en gaat in cassatie bij de Hoge Raad.
De Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) en de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) mogen op grond van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 gegevens uitwisselen met buitenlandse inlichtingendiensten. Dit betekent bijvoorbeeld dat de AIVD inlichtingen kan ontvangen die de Amerikaanse National Security Agency (NSA) heeft verzameld. Een aantal partijen is van mening dat na de Snowden-onthullingen niet meer onverkort met deze uitwisseling is door te gaan. Zij hadden de Staat gedagvaard en eisten dat de rechter beperkingen stelt aan de uitwisseling van gegevens met buitenlandse inlichtingendiensten.
Eisers in deze zaak zijn belangenorganisaties die zich de persvrijheid en de privacy aantrekken, zoals de Nederlandse Vereniging voor Strafrechtadvocaten, de Nederlandse Vereniging voor Journalisten, de Internet Society Nederland en Stichting Privacy First. Daarnaast hadden zich een aantal burgers aangesloten: Rop Gonggrijp, Jeroen van Beek, Bart Nooitgedagt, Brenno de Winter en Mathieu Paapst.
Coalitie
De eisers – verzameld in de coalitie ‘Burgers tegen Plasterk’ – stellen zich op het standpunt dat uit de Snowden-onthullingen blijkt dat de NSA bij het verzamelen van inlichtingen ongeoorloofde methoden hanteert. De NSA zou met het verzamelen veel te ver gaan en de grondrechten van burgers schenden.
Onder meer zou de NSA stelselmatig en ongericht zogenoemde kabelgebonden verkeersgegevens ‘in bulk’ verzamelen, wat in Nederland (momenteel) niet is toegestaan. Verkeersgegevens (of metadata) zijn details over wie met wie op welk tijdstip en vanuit welke plaats langs elektronische weg heeft gecommuniceerd, maar niet de inhoud van deze communicatie. Hier kunnen ook gegevens tussen zitten van Nederlandse ingezetenen, die bijvoorbeeld gebruikmaken van Facebook of Google.
De eisers wilden dat de rechter de AIVD en de MIVD verbiedt dit soort gegevens van buitenlandse inlichtingendiensten, zoals de NSA, te ontvangen. Op zijn minst zouden de AIVD en de MIVD, voordat zij dergelijke gegevens ontvangen, moeten verifiëren of deze niet op ongeoorloofde wijze zijn verkregen. Volgens de Staat is dat alleen al om die reden niet mogelijk, nu inlichtingendiensten elkaar geen inzage geven in de bij het verzamelen van inlichtingen gehanteerde methoden.
In cassatie
Het hof heeft de eis afgewezen, zoals eerder ook al de rechtbank had gedaan. Volgens het hof zijn er onvoldoende concrete aanwijzingen dat de NSA en de Britse geheime dienst de grondrechten schenden. De omstandigheid dat buitenlandse inlichtingendiensten soms meer bevoegdheden hebben dan de Nederlandse heeft niet tot gevolg dat de AIVD en de MIVD geen gegevens van deze buitenlandse inlichtingendiensten mogen ontvangen. Dat zou anders kunnen liggen indien de Nederlandse inlichtingendiensten bewust de eigen wettelijke beperkingen zouden omzeilen door te profiteren van de ruimere bevoegdheden van de buitenlandse inlichtingendiensten. Van dergelijk misbruik is volgens het hof in dit geval echter niet gebleken.
Christiaan Alberdingk Thijm van Bureau Brandeis, een van de advocaten van de coalitie, schrijft in een reactie: ‘Dat uit alle onthullingen niet blijkt dat de buitenlandse diensten in strijd met de wet handelen, is gewoon niet juist. Iedere burger voelt aan zijn water aan dat wat de diensten doen niet mag.’ Het arrest betekent in zijn ogen een vrijbrief voor de Nederlandse diensten om zonder rechtsbescherming grote hoeveelheden gegevens van haar burgers te verzamelen via buitenlandse inlichtingendiensten. De coalitie ‘Burgers tegen Plasterk’ gaat dan ook in cassatie bij de Hoge Raad.
Lichtpuntjes
Volgens advocaat Alberdingk Thijm bevat het arrest ook een aantal goede overwegingen:
– Het Hof bevestigt dat Nederlandse diensten zich moeten onthouden van het gebruik van gegevens waarvan bekend is of vermoed wordt dat zij door een buitenlandse dienst zijn verworven met een methode die inbreuk maakt op een grondrecht;
– Het Hof geeft aan dat Nederlandse diensten geen gebruik mogen maken van de zogenaamde U-bochtconstructie. Zij mogen buitenlandse diensten niet verzoeken activiteiten uit te voeren die zij zelf niet mogen uitvoeren;
– Indien de Nederlandse diensten systematisch of willens en wetens gegevens van buitenlandse diensten ontvangen die zij zelf niet hadden mogen of kunnen verzamelen, levert dat volgens het Hof strijd op met de wet.