De Europese Commissie is naar eigen zeggen de eerste organisatie in de wereld die de opkomst van robotisering en kunstmatige intelligentie gaat reguleren. Volgens de organisatie is interventie op Europees niveau noodzakelijk om juridische en ethische kaders te scheppen nu ontwikkelingen rondom robotisering en kunstmatige intelligentie zich in rap tempo opvolgen.
Van industriële robots tot medische apparatuur, van speelgoed, connected cars en drones tot huishoudelijke apparatuur; de ontwikkelingen rondom robots en kunstmatige intelligentie gaan razendsnel. Robots treden uit de beschermde productie-omgeving van een fabriek en rijden op de openbare weg, er is interactie met burgers en ze kunnen zonder tussenkomst van mensen handelingen uitvoeren. Dat roept allerlei juridische, ethische en maatschappelijke vragen op. We zetten een aantal onderwerpen op een rij.
De commissie voor Juridische Zaken (JURI) adviseert de Europese Commissie over wet- en regelgeving rondom robotisering. Het overhandigde 16 februari 2017 een rapportage met adviezen aan de Europese Commissie. Die beslist uiteindelijk of die adviezen worden omgezet in wet- en regelgeving.
In een toelichting op het rapport tijdens een seminar in het gebouw van het Europees Parlement, waar Computable bij aanwezig was, adviseerden rapporteurs om op hoofdlijnen te reguleren. De verwachting is dat per sector, bijvoorbeeld in de zorg-, financiële sector en het onderwijs wet- en regelgeving wordt uitgebreid met regels die zijn toegespitst op robotisering. Het is dus niet waarschijnlijk dat er een specifieke robotwet komt. Toch ligt in de adviezen een aantal grondslagen vast die moeten gaan gelden voor alle toepassingen van robots. Voorbeeld daarvan zijn zogenoemde code of conducts voor ‘privacy by design’ en ‘security by design’. De adviseurs vinden namelijk dat een aantal basisprincipes moeten worden vastgelegd.
Privacy en security
Mederapporteur Boni licht toe: ‘Architecten en ontwikkelaars moeten zowel bij de infrastructuur, algoritmes als beveiliging van robots rekening houden met privacy en security. Beveiliging moet vanaf het ontwerp een belangrijke plek krijgen. Bijvoorbeeld bij spraakherkenning. Daarbij is het belangrijk dat een opdracht geannuleerd kan worden als een robot niet of verkeerd reageert op een spraakcommando. Ook pleiten de adviseurs voor een uitknop, zodat mensen te allen tijden een robot kunnen uitzetten. Het idee is dat de mens altijd de regie blijft voeren.
Boni verwacht dat per sector code of conducts zullen geleden bovenop bestaande wet- en regelgeving. Daarin moet bijvoorbeeld de positie van kinderen, mensen met een beperking en minderheden bij interactie met robots beschermd zijn. Hoofdrapporteur Delvaux voegt toe dat regulering niet bedoeld is om de innovatie af te remmen, maar wil door de code of conducts zeker zijn dat robots worden ontwikkeld die de mens en maatschappij dienen.
Ook de gevolgen voor werkgelegenheid zijn een belangrijk punt in het advies. Schattingen over het verlies van banen door de opkomst van robots lopen sterk uiteen. Maar, dat robots banen overnemen, bijvoorbeeld in de productiesector, staat ook voor de rapporteurs vast. Ze adviseren de Europese Commissie om te kijken hoe sociale zekerheden gewaarborgd kunnen worden. Bijvoorbeeld door te kijken naar nieuwe rapportage-eisen voor financiële verslaglegging waarin de bijdrage van robots en kunstmatige intelligentie aan de bedrijfsresultaten is vastgelegd. Ook belastingheffing op robotarbeid wordt genoemd. Dat geld kan bijvoorbeeld voorzien in een generiek basisinkomen voor mensen waarvan de arbeidsplaats is ingenomen door een robot. Volgens de parlementariërs moeten dit soort hervormingen van wet- en regelgeving serieus overwogen worden door de deelstaten.
Aansprakelijkheid en zelfrijdend vervoer
Een ander belangrijk onderwerp is de aansprakelijkheid bij ongelukken met robots. Dat speelt bijvoorbeeld bij ongelukken met zelfrijdende voertuigen. Met name op dat gebied moeten snel regels komen, benadrukken de adviseurs. Nu zijn de regels voor het gebruik van zelfrijdende voertuigen per lidstaat nog verschillend. Er moet eenduidige regelgeving komen. Verder adviseren de rapporteurs dat ontwikkelaars tot een gezamenlijk fonds kunnen komen waar mogelijke slachtoffers van ongelukken met zelfrijdend vervoer een schadevergoeding kunnen claimen. Er komen ook uitgebreide Europese tests met zelfrijdend vervoer.
Daarnast roepen de adviseurs de commissie op om toe te werken naar harmonisatie van technische standaarden. Volgens hen kunnen standaardisatie-organisaties een belangrijke rol spelen om fragmentatie van standaarden tegen te gaan en te komen tot internationale standaarden zodat bedrijven uit verschillende deelstaten samen kunnen werken. Ook wijzen ze op regels voor de bescherming van data van gebruikers die in 2018 ingaan.
De Europese Commissie heeft ongeveer drie maanden om de voorstellen te bestuderen. Het duurt waarschijnlijk nog zeker een jaar voor de adviezen zijn omgezet in wet- en regelgeving.