De Nederlandse commerciële datacentermarkt draagt voor ruim 1 miljard euro bij aan de Nederlandse economie. Dat blijkt uit een optelsom van de directe, indirecte en afgeleide economische impact van multi-tenant datacenters in Nederland. De cijfers komen uit een rapport van Pb7 Research dat in opdracht van DDA (Dutch Datacenter Association) de economische bijdrage van commerciële datacenters onderzocht.
In dat rapport raamt onderzoeker Peter Vermeulen de directe bijdrage van datacenters aan het bruto nationaal product op 585 miljoen euro. De sector biedt volgens hem 2700 voltijdbanen en levert 64 miljoen op aan belastingen en sociale bijdragen. Bij de directe bijdrage aan de economie gaat het om activiteiten die direct in verband staan met zogenoemde multi-tenant datacenters. Het gaat om commerciële datacenters die co-locatie-diensten aanbieden. Single-tenant datacenters, bijvoorbeeld de rekencentra van banken zijn niet meegenomen in de berekening.
De onderzoeker raamt de indirecte bijdragen van commerciële datacenters aan de Nederlandse economie op 293 miljoen euro en 15 miljoen euro aan belastingen en sociale premies. Het gaat bijvoorbeeld om bouwkosten, betalingen aan leveranciers van apparatuur, elektriciteitskosten en kosten voor waterverbruik en koeling. Indirect zorgt de markt volgens Vermeulen voor 1300 voltijdbanen.
Naast de directe en de indirecte impact is er ook de afgeleide impact. Het gaat dan om uitgaven in de lokale economie van medewerkers van datacenters. Zij geven volgens de onderzoeker 67 miljoen euro uit voor levensonderhoud. Het geld gaat bijvoorbeeld naar de boodschappen, de huur of de hypotheek. Daar komt nog eens 4 miljoen aan belastingen en sociale premies bij.
Opgeteld komt de directe, indirecte en afgeleide impact van commerciële datacenters uit op 941 miljoen euro, 3850 voltijdbanen en een 83 miljoen aan belastingen en sociale premies. Bekijk het rapport voor een uitgebreide toelichting op de bedragen en berekeningen.
‘Significante bijdrage’
Stijn Grove, directeur van de DDA over deze cijfers: ‘Multitenant datacenters hebben zich de afgelopen tien jaar snel over Nederland verspreid. De bouw en het operationeel houden van een datacenter is erg kapitaalintensief. Om die reden wordt wel eens gesteld dat datacenters geen significante bijdrage leveren aan de werkgelegenheid of het Bruto Nationaal Product (BNP) van Nederland.’
Volgens Grove is dat een verkeerde voorstelling van zaken en blijkt dat ook uit het onderzoek. ‘Datacenters voorzien in sterke multiplier effecten voor de gehele economie en het is niet overdreven om te stellen dat ze cruciaal zijn voor ieder bedrijf en organisatie die op enigerlei wijze gebruik maakt van digitale technologie.’
Volgens Grove voorzien Nederlandse datacenters in robuuste huisvesting voor multinationals, het mkb, de publieke sector, de ict-sector en digitale startups. ‘De meeste van deze datacenters zijn anonieme gebouwen waaraan niet valt te zien wat hun waarde is of wat er gebeurt.
Digitale mainport
Grove benadrukt dat die datacenters wel bijdragen aan Nederland als Europese Gateway voor internationale ondernemingen. Volgens hem is naast luchthaven Schiphol en de Rotterdamse haven een derde, digitale mainport ontstaan.
Uit het rapport blijkt ook dat een ruime meerderheid van datacenterbeslissers, zoals beheerders en facilitair managers, verwacht dat de commerciële datacentermark het komende jaar zal groeien. Ze verwachten dat zowel het gebruik van datavloeroppervlak, energieverbruik en investeringen in commerciële datacenters zullen toenemen.
Coca Cola
1 miljard hoeveel is dat eigenlijk? Ter vergelijking: Coca Cola claimt dat de productie en verkoop van Coca-Cola producten jaarlijks voor 1,3 miljard euro bijdraagt aan de Nederlandse economie.
De totale exportwaarde voor Nederland van sportuitrustingen en -vaartuigen werd in 2008 geraamd op 1,1 miljard euro.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) schatte recent dat de gehele interneteconomie 7,7% bijdraagt aan het Bruto Nationaal Product van Nederland (met door het CBS een geschatte waarde van 676,5 miljard euro in 2015).
‘Bijdragen’ is ook zo’n luchtballonbegrip. Altijd wordt er weer van alles bijgesleept om de ‘bijdrage’ maar zo groot mogelijk te krijgen. Zo dragen alle bedrijven in Nederland ergens tussen 2 en 10 keer meer bij dan dat ze werkelijk omzetten.
Misschien moeten bedrijfseconomen het met werknemers ook eens zo bekijken. Door mijn salaris draag ik ook bij aan de economie. Ik geef dat geld weer uit aan al die bedrijven die zich nu zo fijn op de borst kloppen dat ze zoveel aan de Nederlandse economie bijdragen. Eigenlijk is dat mijn geld dat die bijdrage veroorzaakt en daarmee is mijn bijdrage ook 2-10 maal zo groot als mijn salaris. Het zou mijn beurt zijn om me op de borst te kloppen.