De Nederlandse Landmacht en KPN kondigden onlangs een belangrijke samenwerking aan. De MilSenZ, het samen ontwikkelde prototype van een soort digitale brandmelder voor vijandelijke activiteit, speelde een hoofdrol bij de presentatie. Toch is deze sensor in feite maar het topje van de ijsberg. De echte innovatie gebeurt namelijk op de achtergrond, in een high-performance NoSQL-database die een futuristische situational awareness-applicatie voedt.
Het Nederlandse leger wil internationaal zoveel mogelijk voorop lopen qua informatietechnologie, zo stelde brigadegeneraal Hans Damen, een van de initiatiefnemers van het MilSenZ-project. Tijdens zijn presentatie sprak hij dan ook over ‘hybrid warfare’, waarbij de fysieke middelen en manschappen steeds meer aangevuld worden door moderne cybertechnologie.
Na een lange periode van bezuinigingen, stuurde Damen de laatste jaren steeds meer op innovatie en het zelf ontwikkelen van technologie. Een nieuwe Agile manier van werken staat daarbij centraal, en zo werd op 6 juni 2016 tijdens een workshop bij de IoT Academy in slechts twee dagen de eerste versie van de MilSenZ ontwikkeld.
Dit 3D-geprinte bolletje is uitgerust met LoRa Internet of Things bewegingssensoren, en kan in het veld gebruikt worden om vijandelijke activiteit te monitoren. Kortom: een uiterst effectief middel voor het leger om zijn zogeheten situational awareness te vergroten.
Futuristische applicatie
Sensoren spelen een zeer grote rol in het internet of things. Ze worden onder andere gebruikt voor het monitoren van apparatuur, temperatuur en geografische locatie, maar – zoals in het geval van de MilSenZ – ook voor het detecteren van beweging. De data uit deze sensoren wordt hier via het LoRa IoT-netwerk van KPN draadloos verzonden en opgeslagen in een enterprise NoSQL-database.
De vraag is echter: wat gebeurt er vervolgens mee? Deze data heeft op zichzelf nog weinig waarde. Het wordt pas interessant als die via een applicatie zichtbaar wordt gemaakt, en gecombineerd met andere data van de juiste context wordt voorzien. Precies dit is het geval bij de toepassing van de Landmacht en KPN.
Tijdens de live demonstratie werd een gijzeling gesimuleerd in het Rotterdamse havengebied. Daarbij werd een geografische kaart getoond, met daarop een aantal verschillende databronnen. Ten eerste een team van soldaten met een aantal camera-drones, die via gps-trackers live te volgen waren tijdens hun reddingsactie. Verder zagen we een aantal MilSenZ-‘mijnen’ die rood oplichtten als ze beweging detecteerden. En ten slotte ook nog een Twitter-feed, met tweets over de mogelijke vermissing/gijzeling, die op de kaart werden geprojecteerd.
Door middel van dit scenario werd live gedemonstreerd hoe een legereenheid aangestuurd kan worden door verschillende databronnen realtime te combineren in een futuristische situational awareness-applicatie. Een uiterst nuttige toepassing, die overigens niet alleen voor het leger, maar bijvoorbeeld ook voor de Nederlandse politie heel waardevol kan zijn.
Topje van de ijsberg
De demonstratie van de Landmacht en KPN was een mooi voorbeeld van snelle innovatie. Bovendien laat het zien dat data pas echt waardevol wordt, als het leidt tot bruikbare inzichten, waar je acties aan kunt verbinden.
Dit is pas het begin. Het leger gaat het prototype nu testen tijdens trainingen en verder ontwikkelen tot een product dat later mogelijk in echte oorlogssituaties gebruikt kan worden. Het grootste deel van de ontwikkeling zal zich echter gaan richten op het combineren van steeds meer databronnen. Je kunt naast allerlei geografische, bouwkundige en netwerkdata denken aan audio-, temperatuur- en rooksensoren, mobiele communicatie, risicokaarten, satellietbeelden en tactische informatie. Dit geeft al aan hoe complex een dergelijke applicatie kan worden, maar met name hoe belangrijk de onderliggende informatie-infrastructuur moet zijn om al deze data realtime op te kunnen slaan en gebruiken. In dit geval is er gekozen voor een enterprise NoSQL-database als het robuuste datafundament. Deze biedt namelijk de mogelijkheid om allerlei verschillende databronnen probleemloos naast elkaar op te slaan en er direct inzichten uit te destilleren.
De huidige applicatie van de Landmacht en de MilSenZ zijn beide slechts demoversies, maar de kans is groot dat het uiteindelijke systeem internationaal zeer veel indruk gaat maken. Het belangrijkste doel is natuurlijk dat manschappen effectiever en veiliger ingezet kunnen worden in oorlogsgebieden. Dit kan alleen door ze te voorzien van de best mogelijke informatie over hun omgeving.