Elke stad wil tegenwoordig een smart city zijn. De afgelopen jaren hebben we in Nederland, in Europa en ook ver daarbuiten tal van initiatieven zien ontstaan. Hierbij gaan gemeenten en it-bedrijven een samenwerking aan die leidt tot… Tja, tot wat eigenlijk?
De digitale transformatie is niet alleen in het bedrijfsleven, maar ook binnen de overheid een belangrijke trend. Steeds vaker wordt naar digitale oplossingen voor maatschappelijke problemen gezocht. Voeg daarbij de ontwikkeling dat steden een steeds grotere rol zijn gaan spelen in economie en samenleving en het is logisch dat smart cities sterk in de belangstelling staan. Maar in ons enthousiasme dreigen we volgens mij uit het oog te verliezen waar de smart city écht om draait.
Stevige uitdagingen
Burgemeesters en wethouders staan vaak voor stevige uitdagingen. Denk aan de smog in Parijs, het enorme parkeerprobleem van Londen of het beveiligen van grote evenementen in de Haagse binnenstad. Steeds vaker doen gemeenten een beroep op digitale techniek om allerlei problemen op te lossen. Maar met smart city-projecten kunnen we natuurlijk ook nieuwe kansen creëren. Bijvoorbeeld door het aanleggen van glasvezelnetwerken om de werkgelegenheid in bepaalde wijken te stimuleren, zoals Rotterdam dat heeft gedaan (pdf).
Klassieke fout
De ict-industrie heeft deze trend uiteraard ook ontdekt en ziet in smart cities een duidelijke groeimarkt. Punt is alleen: maken wij als industrie hierbij niet een vrij klassieke fout? Vaak lijken aanbieders smart city-projecten vooral te zien als een vraagstuk van connectiviteit. Als we nu maar voldoende bandbreedte realiseren en zorgen dat overal in de stad netwerkcapaciteit beschikbaar is, dan hebben we de stad ‘smart’ gemaakt. Ik denk dat we ons daarmee vergissen.
Hoogwaardige connectiviteit is – ik zou haast zeggen: uiteraard – cruciaal. Maar tegelijkertijd is netwerkcapaciteit niet meer dan een ‘enabler’. Anders gezegd: het is een basisvoorwaarde voor een smart city, maar het zijn vooral de applicaties of diensten die gebruikmaken van die bandbreedte die bepalen of een project een succes is. Het een kan niet zonder het ander.
Disruptieve services invoeren
In een vorig leven was ik werkzaam bij een afdeling van TNO die zich bezighield met het invoeren van wat we nu disruptieve services zouden noemen. Wij hadden toen al heel snel in de gaten dat niet de technologie de boventoon moet voeren, maar juist het probleem waarmee – in dit geval – een stad worstelt. En dat is niet een gebrek aan bandbreedte in bijvoorbeeld het oude havengebied of bij dat nieuwe winkelcentrum dat vorig jaar is geopend.
Het moet gaan over de uitdagingen waar gemeenten voor staan. Zoals die te hoge concentratie fijnstof in de lucht langs een doorgaande weg. Of een tekort aan parkeerplaatsen, terwijl er geen ruimte is om een parkeergarage te bouwen. Zinloos geweld in uitgaansgebieden, verpaupering in een oude volksbuurt, noem maar op. Dát zijn de issues die echt relevant zijn voor stedelijk bestuurders. Niet de ‘use cases’ waarin 5G, NB-IoT of PLC-IoT het beste toegepast kunnen worden.
Inspiratie
Misschien kunnen we als ict-industrie ons voor 2017 voornemen dat we bij smart city-projecten minder praten over techniek. Laten we ons veel meer verdiepen in die uitdagingen. Om vervolgens te onderzoeken hoe onze kennis van digitale technologie daar een oplossing voor kan bieden. En mocht u daar inspiratie bij nodig hebben, kijk dan eens naar dit overzicht van stedelijke problemen die met digitale techniek zijn opgelost. Verzameld door de onafhankelijke Smart City Council.