Intel heeft de mobiele markt gemist met zijn processors, maar de pc- en serverreus krijgt een nieuwe kans. Apple’s conflict met Qualcomm zet de deur open.
Apple ligt overhoop met chipmaker Qualcomm, die al in de clinch ligt met antitrustautoriteiten wereldwijd. De succesvolle iPhone-maker klaagt Qualcomm aan voor machtsmisbruik met diens patenten op essentiële technologie voor smartphones. Daarbij zou de Amerikaanse chipfabrikant ook nog eens aan afpersing doen door betaling achter te houden van in totaal één miljard dollar.
Connectiviteitsmonopolie
De inzet hierbij is niet de centrale processor, waarmee Qualcomm groot is op de arm-architectuur, maar modemchips voor mobiel internet. De chipfabrikant bezit patenten op radiotechnieken die nodig zijn voor cdma en lte. Deze octrooien vallen echter onder zogeheten FRAND-regels (fair, reasonable, and non-discriminatory) wat betreft het verstrekken van betaalde patentlicenties. Elke geïnteresseerde partij zou dus onder eerlijke, redelijke voorwaarden zonder onderscheid naar bedrijf een licentie mogen afnemen op de patenten in kwestie.
Volgens Apple’s aanklacht hanteert Qualcomm echter verschillende tarieven voor verschillende afnemers. Bedrijven die ook chips afnemen van concurrenten zouden hogere vergoedingen opgelegd krijgen dan trouwe klanten die puur en alleen voor Qualcomm gaan. Daarnaast stelt Apple dat Qualcomm ten onrechte dubbel profiteert van zijn octrooien. De patenthouder zou namelijk vergoedingen eisen van ‘onderaannemers’, dus de fabrikanten die de chips afnemen, maar ook van ‘hoofdaannemers’ zoals dus Apple.
Intel inside de iPhone
Sinds de iPhone 7 voert Apple naast Qualcomm-modemchips ook tegenhangers van Intel. Laatstgenoemde zit ingebouwd in Apple’s smartphones voor de Europese markt en in bepaalde modellen voor de Amerikaanse markt. De Intel-chip, met zender/ontvanger en modem, ondersteunt namelijk wel lte maar geen cdma. Laatstgenoemde technologie voor mobiel breedband is in de Verenigde Staten lange tijd de standaard geweest en doet nog dienst op de netwerken van providers Verizon en Sprint.
Kort na de komst van de iPhone 7 en 7 Plus bleek dat de Intel-chipset bij slechte lte-dekking minder goed presteert dan de Qualcomm-chipset. De connectiviteit die Apple’s vaste toeleverancier biedt, zou gemiddeld wel 30 procent beter zijn dan wat nieuwkomer Intel faciliteert. Ondanks deze technische blamage – plus nog een bewuste beperking van Qualcomm-snelheid door Apple – is het niet waarschijnlijk dat Apple het alleen bij Qualcomm zal houden. De iPhone-maker heeft er immers belang bij om minstens twee toeleveranciers te hebben voor een essentieel component.
Positiemisbruik
Begin jaren tachtig had pc-schepper IBM eenzelfde eis toen het een x86-processor van Intel overwoog als hart voor zijn personal computer. Zo is in 1981 Intels concurrent AMD opgekomen; dankzij een licentie-overeenkomst met Intel. Jaren later is het toen veel grotere Intel beschuldigd van soortgelijke praktijken als waar Apple nu Qualcomm van beschuldigt. Trouwe klanten krijgen korting, maar afnemers die bij de concurrent kopen niet.
Apple voelt zich nu gesterkt door een Zuid-Koreaanse antitrustboete voor Qualcomm plus een verse aanklacht van de Amerikaanse toezichthouder FTC. De Zuid-Koreaanse autoriteiten hebben de Amerikaanse chipmaker vlak voor de jaarwisseling een boete van zo’n 823 miljoen euro opgelegd voor oneerlijke patentlicentieverstrekking. Begin 2015 heeft China ook al een boete hiervoor opgelegd. Ondertussen loopt er in de EU ook een onderzoek naar de licentiepraktijken van Qualcomm.
Kansen voor Intel
De huidige culminatie van deze pressie op Qualcomm, die de aantijgingen ontkent, geeft Intel kansen om alsnog mee te spelen in de grote mobiele markt. Terwijl de fabrikant nu pas meespeelt met een 4G-chipset in de iPhone 7, kijkt het vooruit naar 5G wat nog onontgonnen gebied is. De reus in de pc- en servermarkt heeft ondanks forse investeringen – plus nog afschrijvingen – geen voet aan de grond gekregen in de smartphone- en tabletmarkt.
Dit ondanks het feit dat Intel ruim tien jaar geleden door Apple is benaderd voor productie van de iPhone-processor. Dit was kort nadat Apple was overgestapt op Intel-chips voor zijn Macs. Toenmalig Intel-ceo Paul Otellini voelde er wel wat voor, maar de prijsvereisten van Apple leken de chipmaker toen economisch niet interessant. Dit op basis van voorspelde fabricagekosten en verwacht afzetvolume van de toen nog niet onthulde Apple-smartphone, met arm-processor.
Van Samsung naar eigen ARM
De allereerste iPhone verscheen met een redelijk standaard Samsung-processor. Apple is daar in de loop der jaren geleidelijk aan van afgestapt. Het heeft zijn afhankelijkheid op het gebied van de centrale processor afgebouwd door meer en meer een eigen ontwerp te maken, mogelijk door strategische overnames van enkele kleinere chipontwerpers.
Tegenwoordig heeft de iPhone een arm-processor met bedrijfseigen wijzigingen. Apple laat die fabriceren door derden: Samsung en TSMC. Apple is dus afnemer én concurrent van Samsung, maar in wezen ook van Qualcomm. Alleen levert Apple zijn eigen chips dus niet aan derden, in tegenstelling tot Qualcomm en Intel. Laatstgenoemde is er veel aan gelegen om ‘de Intel van de mobiele markt’ te bestrijden op zijn eigen terrein.