Sinds januari 2016 is Rijkswaterstaat met een nieuwe marktvisie gestart. Deze is opgesteld door een gemêleerd gezelschap met verschillende grote partijen. Zij vormen de basis voor het verbeteren van de samenwerking tussen publieke opdrachtgevers als Rijkswaterstaat en verschillende kennisinstituten, brancheverenigingen en leveranciers. Ton van der Veen, verantwoordelijk voor de inkopen van het domein informatievoorziening bij Rijkswaterstaat vertelt over de nieuwe marktvisie en hoe deze in de praktijk wordt toegepast.
De snel ontwikkelende maatschappij, een infrastructuur in een land die snel verstedelijkt en de essentiële rol van informatietechnologie in verkeersmanagement vraagt om een nieuwe manier van werken. Marktpartijen, kennisinstituten en opdrachtgevers als Rijkswaterstaat hebben daarom een nieuwe visie opgesteld die gericht is op samenwerking en betere resultaten voor alle betrokken partijen.
De rol van zowel Rijkswaterstaat als de marktpartijen wordt met de nieuwe marktvisie anders. ‘Wij moeten de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de prestatie en de kwaliteit meer centraal stellen’, zegt Ton van der Veen, directeur Bedrijfsvoering en Inkoop bij Rijkswaterstaat. ‘De focus komt dan meer te liggen op de samenwerking en minder op de contractregels. Wij zetten opdrachten in de markt in verband met onze maatschappelijke opgave, die steeds ingewikkelder wordt. Om tot goede oplossingen te komen, moeten we het gesprek aangaan met verschillende marktpartijen. Dit moet een volwassen samenwerking zijn waarbij we elkaar kunnen aanspreken op zaken en waarin we het beste uit elkaar naar boven halen. Vakmanschap is daarbij belangrijk, dus moeten we zorgen dat de technische kennis, die als opdrachtgever nodig is, in huis is. Dat geldt overigens ook voor degene die de opdracht aanneemt. De meerderheid van de bedrijven wil trots zijn op producten die we leveren. Ik ben ontzettend trots op de mooie dingen die Rijkswaterstaat levert. Daar ligt het gezamenlijke belang.’
De marktvisie is een nieuwe manier van samenwerken en een afspraak tussen opdrachtgevers en uitvoerders, daarachter zit een vertaling naar ieder inkoopdomein. ‘Bij Rijkswaterstaat onderscheiden we vier inkoopdomeinen, namelijk grond-, weg- en waterbouw, bedrijfsvoering, kennis en informatievoorziening’, aldus Van der Veen. ‘De wereld van grond-, weg- en waterbouw heeft een ander accent in uitwerking dan ons domein informatievoorziening. Een betonnen huls gaat veertig jaar mee, terwijl informatievoorziening maar een doorlooptijd heeft van vijf tot tien jaar. Onze uitdaging is dat onze kennis op dit gebied goed op peil blijft. Daarbij is het belangrijk dat de ontwikkelingen in het informatievoorziening-domein wel gelijk opgaan met grond-, weg- en waterbouw. Omdat beide steeds meer met elkaar verbonden zijn. Als dat niet wordt bewaakt, zal het eindproduct geen goed functionerende tunnel of brug zijn. Dat heeft grote gevolgen voor de bereikbaarheid van Nederland.’
Volgens Van der Veen wordt de samenleving steeds ingewikkelder. ‘Dus moeten we het samenwerken intern en extern versimpelen. Dat kan als je uniformeert en kiest voor standaardoplossingen; bij Rijkswaterstaat is dat inmiddels vigerend beleid.’
De marktvisie is volgens Van der Veen op een Scrum-achtige manier tot stand gekomen. ‘Er is intensief geïnvesteerd in de voorkant, met onder andere marktvisie-cafés waarin we samen met andere partijen hebben gewerkt aan de visie. We hebben met elkaar gezamenlijk bijeenkomsten georganiseerd, maar ook bedrijven zijn elkaar gaan opzoeken om dingen te initiëren.’ Momenteel zijn er niet alleen verschillende brancheorganisaties bezig met vertalingen voor hun markt, maar ook andere publieke opdrachtgevers als de Rijksvastgoedorganisatie.’
Van der Veen: ‘Voor het informatiedomein hebben we partijen gevraagd hoe zij ons als opdrachtgever ervaren. Andersom zien wij dingen bij de uitvoerder. Dat biedt ruimte voor verbeteringen. Daar moeten we over praten zonder daar in de relatie een probleem van te maken.’
Verder zijn er verschillende brancheorganisaties aangetrokken, waaronder Nederland ICT. Die heeft veel te maken met de rijksdienst. ‘Ook zijn er brancheorganisaties in de installatietechniek en meer partijen relevant voor ons domein’, vervolgt Van der Veen. ‘Nu moet de nieuwe marktvisie verder gaan leven binnen onze organisatie en de aangesloten partijen. Dan komt de cultuur om de hoek kijken. Wij hebben bijvoorbeeld negenduizend medewerkers waar dat moet gaan leven. Bij een marktpartij is dat niet anders. Er zit een gedragscomponent in. Voordat de visie bij al die medewerkers terecht komt en geaccepteerd is, daar gaat een tijd overheen. Daarom is het belangrijk dat de marktvisie tot het hoogste niveau gedragen wordt. Het gaat ook leven door concreet met projecten aan de slag te gaan en kennis te delen met de andere domeinen.’
Rijkswaterstaat brengt de marktvisie nu al in de praktijk. Het begint met het gesprek aangaan, dus niet meer via brieven of – in het uiterste geval – via de rechter met elkaar communiceren. Elkaar opzoeken dus, meent Van der Veen. ‘Door met elkaar in gesprek te gaan, kweken we begrip voor elkaars standpunten, lossen we problemen sneller op en geven we informatietechnologie samen de juiste plek in de Nederlandse infrastructuur. Ook bij marktpartijen moet er een slag worden gemaakt. Dat betekent dat Rijkswaterstaat en zijn partners elkaar ook mogen aanspreken als er iets niet goed gaat. Er moet niet bij elk wissewasje een zwaar punt worden gemaakt. Als er niet wordt gerealiseerd wat we bedoeld hadden, mogen we onze partners daar ook op aanspreken. En andersom mogen ze ons er ook op aanspreken.’
Een van de eerste aanbestedingen waarin de marktvisie een duidelijke rol speelt, is die voor hydrografische metingen. Rijkswaterstaat besteedt binnenkort de opdracht aan voor het inwinnen van hydrografische, stromings- en zoutmetingen. Om deze aanbesteding optimaler uit te kunnen voeren, vraagt Rijkswaterstaat om input van marktpartijen door middel van een marktconsultatie. Marktpartijen wordt specifiek gevraagd om hun visie te geven op een mogelijke bundeling van hydrografische, stromings- en zoutmetingen. Zo kan er een einde komen aan het huidige versnipperde contractenveld.
Van der Veen: ‘Iedereen mag hierover meedenken. De een wil het fysiek meten, de ander gebruikt een sensor. We organiseren bijeenkomsten om ideeën op een slimme manier vorm te geven. Aan ons om te beoordelen welke oplossing de beste keuze is. Met deze manier van samenwerken kom je samen verder. De kunst is opdrachten in de huidige maatschappij op zodanige manier te beschrijven dat ze de flexibiliteit in zich hebben tot tevredenheid van ons als opdrachtgever. Dat vraagt om mensen die dat slim kunnen formuleren. Wij moeten als Rijkswaterstaat daarom ook een flexibele organisatie zijn.’
Dit artikel is ook gepubliceerd in Computable Magazine 9 van november 2016
Kortom, keer terug van die aanbestedingsidiotie die de wereld een jaar of 15 teistert. Delegeer besluitvorming zoveel mogelijk naar waar relevante omstandigheidsfactoren het best gekend worden en schep van bovenaf alleen voorwaarden voor zo veel mogelijk synergie. Geef de lagere echelons gelegenheid tot samenwerking maar laat ruimte voor ‘Alleingang’ mits ze zich aan de beleidsuitgangspunten houden. Heel vaak hebben beslissers oprechte motieven bij dergelijke beslissingen. Het gaat dan regelmatig wel fout maar de organisatie leert, begaat veel minder blunders, schadeomvang is niet organisatiebreed, kennis stroomt omhoog in de organisatie, het veld is veel meer gemotiveerd om er een succes van te maken, en zo meer. De huidige technologiemarkt is veel te turbulent voor collectivisatie (voor zover dat ooit wel eens een succes is geweest).
Het moet allemaal anders. Tis tenslotte automatisering.
Hoe dan ? De laatste trend werkte niet. SLA’s schrijven die niemand begrijpt,
ook de rechter niet.
Dan de allerlaatste trend. Je weet wel, individuals and interactions over
processes and tools, customer collaboration over contract negotiation enzo.
De nieuwe marktvisie van Rijkswaterstaat. Agile, zonder het woord te noemen.
Beetje bedrijf neemt die trends niet zomaar over. Die moet altijd aangepast aan de orgainisatie. Met iets raars onbegrijpelijks. Branche organiaties bezig met vertalingen voor hun markt ? Elkaar opzoeken om “dingen te initieren”.. “De samenleving wordt steeds ingewikkelder, dus moeten we het samenwerken intern en extern versimpelen”. Wie dat bedenkt …
Zulke ideeen moeten haast wel in een cafe ontstaan zijn. Met voetbaltafel erbij. Brainstormen met een biertje. Maar als je niet zelf hoeft te betalen, doen. En laat de Bob notuleren.
Eerst hoefde dat niet. Kennis van zaken, elkaar aanspreken op visie en resultaten.
Toen ging het mis. Nu eens proberen met vakmanschap en beetje samenwerken.
Je moet wat, he.
Ik ga me alvast bijscholen tot certified Kroegmaster. Markt biedt altijd kansen.