In Lijm & Cultuur (Delft) vond op 11 oktober de Future of Work Summit plaats, een congres over ‘verbinding tussen nieuwe technologie en verantwoordelijkheden van mensen’ op hun werk. Het werd een inspirerend én verwarrend congres. Wie uit was op nieuwe kansen en mogelijkheden, werd gul beloond. Pasklare antwoorden en concrete oplossingen bleven goeddeels achterwege.
Ict-managers van Nederland, jullie hebben een probleem. En niet zomaar een probleem. Nee, een écht probleem, waar jullie het angstzweet van onder de oksels krijgen. De snelle technologische veranderingen vragen erom dat jullie ‘iets’ doen om medewerkers te blijven faciliteren en niet onnodig lastig te vallen met regels en procedures. Maar de te volgen koers is eigenlijk volkomen onduidelijk. En de toekomst is nog net zo onvoorspelbaar als honderd jaar geleden. Ict-managers van Nederland, jullie zijn niet te benijden.
De Future of Work Summit, die onlangs plaatsvond in evenementencentrum Lijm & Cultuur, een stemmige oude fabriekshal op de campus van TU Delft, maakte maar weer eens duidelijk hoe ongekend rijk en veelzijdig de technologische mogelijkheden van vandaag zijn. En hoe ze ons werk beïnvloeden. Chatbots, hologrammen, big data, drones, IoT en augmented reality gaan de manier waarop mensen hun werk doen veranderen, dat snapt iedereen. Een rode draad herkennen is echter vrijwel onmogelijk. Waar het heen gaat? Geen flauw idee. Aan ict-managers ondertussen de taak verstandige keuzes te maken.
De opkomst vanuit het bedrijfsleven was groot in Lijm & Cultuur. Het congres begon met een interactieve discussie in kleine groepjes. Microsoft had leuke breinbrekers bedacht om een ieder aan het denken te zetten: ‘Wat ga je morgen anders doen om klaar te zijn voor de toekomst? Is de mens de vertragende factor? Is er angst voor verandering? Of is er gebrek aan kennis om de technologie te adopteren?’ Daarover werd stevig gediscussieerd.
De meningen aan de tafeltjes liepen uiteen van ‘de meeste mensen zijn knopjesdraaiers’ tot ‘we geven het probleem aan Gerrit’ en van ‘top-down werkt nooit helemaal’ tot ‘we willen geen politieagentje zijn’. Ict-manager Coen Ran van Radar Groep bracht het spanningsveld op de werkvloer goed onder woorden: ‘Onze mensen willen altijd weten ‘waarom’ tools op een bepaalde manier zijn ingericht. Ze zijn op hun best als ze op hun eigen manier kunnen werken. Maar dat past niet altijd bij ons beleid. Kan de ict-afdeling zaken afdwingen? Dat is lastig, beleid is het laatste redmiddel. Soms verbied ik dingen met opzet om discussies uit te lokken.’
En dan het plenaire programma. De presentatie van algemeen-directeur Ernst-Jan Stigter van Microsoft Nederland draaide om de stormachtige opkomst van responsieve netwerken. Stigter: ‘Alles is netwerk. In de nieuwe wereld heeft iedereen de technologische mogelijkheden om het verschil te maken. Het opleidingscurriculum loopt ondertussen flink achter. Onze kinderen worden opgeleid voor banen die er over acht jaar helemaal niet meer zijn.’ Mark Meerbeek van Microsoft sloot daarop aan: ‘Kinderen van 12 willen geen piloot meer worden maar vlogger of deejay.’
Wat betekent dit eigenlijk voor ons werk (dat er straks misschien niet meer is) en onze baan (die in waarde lijkt te devalueren)? Frank Zijlstra van BrightOne was helder met zijn verhaal over chatbots: ‘Bots worden steeds intelligenter. Dat heeft impact op onze communicatie. In de advocatuur zoeken bots de jurisprudentie bij een casus. Nou, dat maakt de jongste bediende overbodig. In de e-commerce gaan bots zorgen dat de klant naadloos van communicatiekanaal kan switchen. Volledig geautomatiseerd klantcontact? Dat is meestal een stap te ver. Een adreswijziging willen mensen best met een chatbot afhandelen. Met persoonlijke vragen willen ze een mens aan de lijn. Combineren lijkt de beste optie, bijvoorbeeld in de gezondheidszorg. De bot maakt een eerste diagnose, die door de huisarts wordt bevestigd.’
Dagvoorzitter Niels Matthijssen van Microsoft wendde zich tot de zaal: ‘Wie denkt dat zijn of haar baan binnen vijf jaar verdwijnt?’ Bijna niemand stak de hand op. Hebben al deze intelligente mensen boter op hun hoofd?
Enfin, in de plezante presentatie die volgde, liet cto Danny Burlage van Wortell op een groot scherm zien hoe de nieuwe HoloLens van Microsoft werkt. Burlage: ‘Kijk maar naar links mensen, daar staat Bobby-Lee. Zij neemt jullie mee.’ De HoloLens is een slimme hologrambril die virtual reality- en artificial intelligence-technologie combineert, een soort mix van Oculus Rift en Google Glass. De HoloLens representeert het volgende hoofdstuk in holographic computing. De gebruiker kan interageren met virtuele voorwerpen die via de bril wordt geprojecteerd. Bobby-Lee gaf het bewijs.
Vermakelijk was de presentatie van Wienke Giezeman van The Things Network, een community van tweeduizend mensen in veertig landen. Zij sluiten met sensoren van alles en nog wat aan op het internet of things – van tractoren tot fietsen en van koeien tot muizenvallen – zonder dat er 3G of Wi-Fi aan te pas komt. Neem nou de slimme tractor. Die geeft realtime info aan de boer over bijvoorbeeld een onderhoudsbeurt, die misschien nog helemaal niet nodig is. De boer bespaart geld. Bovendien wordt (een deel van) het werk van de onderhoudsmonteur overbodig. Zo ontstaan andere verdienmodellen. Giezeman ziet kansen voor iedere organisatie. Zijn advies? ‘Begin klein volgens een vast patroon van vier stappen: monitoring, controle, optimalisatie en autonomie.’
Inspirerend, dat wel, maar of u er iets mee opschiet?
Dit artikel is ook gepubliceerd in Computable Magazine 9 van november 2016