Gecentraliseerde subsidie en gespecialiseerde ict-opleidingen zijn noodzakelijk om de innovatie in Nederland te versnellen. Ook moet ondernemerschap meer gestimuleerd worden. Deze conclusie trekken Computable-experts Simon Kornblum, Eddy Willems en Martijn Rutten van SoftwareStartup.com tijdens de koffiediscussie in het Computable Café die zojuist gehouden is onder leiding van Computable-hoofdredacteur Sander Hulsman.
De Vlaming Willems meent dat België meer dan Nederland achterloopt op innovatiegebied. ‘Start-ups krijgen veel steun in Nederland, maar de vraag is of dat voldoende is. Innovatie zou nog meer gestimuleerd moeten worden.’ KornBlum haakt hierop in: ‘Innoveren is een containerbegrip, maar in de kern betekent het de bereidheid om te veranderen. Techniek is niet langer een beperking, bestaande verdien-of businessmodellen zijn dat wel. Je technologie in die nieuwe modellen inbedden, dat is iets waar veel gevestigde bedrijven het moeilijk mee hebben. Veel compliancemodellen zijn ook ingebakken in de procesmodellen. Digitalisering heeft in Nederland, denk aan bijvoorbeeld papieren salarisstroken, nog een lange weg te gaan. Dit, omdat het verdienmodel nog niet aan de digitale wereld is aangepast.’
Ondernemerschap
Rutten meent dat Nederland niet achterloopt op het gebied van innovatie, maar wel op het gebied van ondernemerschap en het oppakken van innovaties. ‘Bij grote bedrijven ligt innovatie vaak op de plank. Start-ups hebben op hun beurt dan weer moeite om uit te groeien tot een groter bedrijf. Daarom lopen we als ‘BV Nederland’ achter op bijvoorbeeld de VS.’ Willems is het hiermee eens. ‘Er is veel innovatie in het buitenland; het zou goed zijn om deze innovatieve talenten naar Nederlandse bedrijven te lokken, al is dat natuurlijk niet altijd even makkelijk.’ Rutten: ‘We hebben programma’s gedraaid om studenten warm te maken voor het ondernemerschap, ze zien het dan opeens als optie. We leren ze om klanten te vinden en hoe ze de samenwerking moeten zoeken met grote bedrijven. Je ziet dat allerlei talenten zich dan ontplooien. Ook universiteiten beamen dat het meer nodig is, het is belangrijk om studenten te laten voelen hoe het is om ondernemer te zijn.’
Rutten gaat in op de ‘lokroep van het buitenland’. ‘Ik had als ondernemer ook naar Sillicon Valley moeten gaan dacht ik vaak, maar ik vind het eigenlijk een zwaktebod. Er is in Nederland genoeg geld beschikbaar voor subsidies, maar het is veel te gefragmenteerd. Zo zijn er heel veel verschillende kleine regionale subsidiefondsen, waardoor je constant op zoek moet naar funding en er bijna geen tijd meer is voor innovatie. Wanneer subsidie centraal geregeld is, ben je één in keer klaar.’
Onderwijs
Willems stelt dat studenten veel meer keuze moeten hebben in studies en dat de opleidingen veel specifieker moeten zijn. ‘Er zijn onvoldoende specialisatiemogelijkheden. Als we werknemers zoeken, vinden we amper de juiste voor de job, de precieze specialisatie ontbreekt.’ Kornblum: ‘Kinderen zijn nu veel meer proefondervindelijk bezig met innovatie, ze komen bijvoorbeeld al jong in contact met zaken als drones en virtual reality. Hierdoor leren ze al jong waar hun interesse ligt en zijn ze intrinsiek gemotiveerd om aan een bepaalde studie te beginnen. Willems beaamt dit; ‘Kinderen worden gelukkig nu al veel meer gesimuleerd. De goede weg vinden blijft echter lastig. Apparaten bieden nu inderdaad veel mogelijkheden, maar zijn niet geheel leidend.’
Ook een student uit het publiek gaat in op het huidige aanbod van ict-studies en stelt dat er geen middenweg is tussen technische en managementopleidingen. Willems: ‘Juist deze opleidingen hebben we nodig. In de VS zijn deze opleidingen er wel, maar is het niveau weer lager.’ Rutten: ‘Overheid is een facilicator, maar niet de baas die zegt hoe het moet. Uiteindelijk is de verbinding tussen bedrijven, scholen en studenten het allerbelangrijkste.’
Rol van overheid en bedrijven
Wat is de rol van de overheid op het gebied van innovatie volgens de heren? Kornblum: de overheid en wetgeving loopt eigenlijk voorop wat betreft innovatie, bedrijven komen nu pas in beweging. Er gebeuren al veel goede zaken, zoals subsidies voor start-ups.’ Rutten stelt dat ook bedrijven een grotere rol zouden moeten spelen. ‘Philips werkt bijvoorbeeld niet met start-ups, terwijl Google endorsement biedt aan start-ups en er helemaal voor open staan. Het gebeurt te vaak dat Nederlandse bedrijven zich vestigen in de VS om vervolgens later naar Nederland terug te keren, dit is zonde.’
Kornblum sluit hierbij aan. ‘Bedrijven zouden veel meer open moeten staan voor innovatie. Zo heb ik eens een rol gespeeld bij het opzetten van een start-up vanuit een bestaande organisatie waar zo’n zevenhonderd mensen werken. Het was daarbij belangrijk dat we niet teveel last hadden van de heersende politieke cultuur. We zijn letterlijk het pand uitgegaan en uiteindelijk zijn we een zelfstandige organisatie geworden. Dit hoeft niet zo te zijn, start-ups kunnen ook weer onderdeel worden van een bestaand bedrijf. Het is kortom belangrijk om de gevestigde orde achter te laten en een goed innovatief klimaat te creëren. Gevestigde bedrijven profiteren hier ook van.’