Extra capaciteit nodig betekent in de IT vaak een nieuw platform aan de bestaande infrastructuur knopen. Maar door al dat gekoppel zie je uiteindelijk door de bomen het bos niet meer. Met hyper-converged infrastructure is dat anders: “Iedere infrastructuur moet eruit zien als een cloud.”
IT-infrastructuren hebben de neiging alleen maar ingewikkelder te worden. Groeit een organisatie, dan is het verleidelijk om de bestaande infrastructuur een klein beetje verder uit te bouwen. Tijdelijke oplossing volgt op tijdelijke oplossing, als ducttape dat een ruimteschip bij elkaar moet houden. Dat werkt op dat moment prima, maar na verloop van tijd ontstaat er zo een monster vol ingewikkelde lijntjes die voor een buitenstaander nauwelijks meer te volgen zijn.
“Bij veel organisaties komen er steeds meer lagen bij. En uiteindelijk zie je door de bomen het bos niet meer”, weet Martijn Bosschaart. De Systems Architect van Nutanix pleit voor een hele andere manier van denken. Complexiteit, daar moeten we van af. Bosschaart: “Iedere infrastructuur moet eruit zien als een cloud. De cloud wordt nog te veel geassocieerd met een computer op afstand waar we bestanden of diensten opslaan. Maar organisaties moeten ook on-premise de methodiek van de cloud gaan hanteren. Iedereen moet denken als een cloud.”
En dat betekent geen grote hoeveelheden meer inkopen en die aan elkaar knopen. Heb je extra capaciteit nodig voor een nieuwe workload, dan koop je er geen compleet computing-platform bij, maar een klein stukje infrastructuur in de vorm van een appliance met voldoende storage, computing en networking voor die specifieke workload. Hyper-converged infrastructure, heet dat. Daarbij worden diverse IT-componenten samengevoegd in een geoptimaliseerd pakket. Al die zogenoemde nodes bevatten dezelfde componenten. Dat maakt de kans op compatibility-problemen tussen servers, netwerkapparaten en opslagmedia niet alleen kleiner, maar betekent ook minder kabels, koelsystemen en… kosten.
Lego en Playmobil
Nutanix gaat echter nog een stapje verder: de nodes die Amerikaanse bedrijf aanbiedt bevatten namelijk ook de software die ze nodig hebben om hun werk te kunnen doen. “Daarbij bestaat je infrastructuur als het ware uit talloze Lego-steentjes van verschillende formaten”, legt Bosschaart uit. “Ieder steentje bevat storage, computing en networking. Wanneer je extra capaciteit nodig hebt, zet je er een steentje bij. Om de vergelijking door te trekken: een oude infrastructuur is meer te vergelijken met Playmobil. Alles is in een vaste vorm gegoten en je hebt het maar te doen met wat je krijgt.”
Opschalen dus, zonder gedoe. Precies zoals ze dat in de cloud doen. Maar dat wil niet zeggen dat je je hele infrastructuur per se moet overhevelen naar een cloudprovider. “Vergelijk het met het verblijf tijdens een zakenreis. Ben je één nachtje weg, dan huur je een hotelkamer en koop je geen compleet huis”, verduidelijkt Bosschaart van Nutanix. “In het hotel betaal je dan wel meer per nacht, maar je bent wel flexibel. Je betaalt voor het gemak. Duurt je zakenreis lang en blijf je bijvoorbeeld een maand in een stad, dan kun je beter een appartement huren. En blijf je ergens een paar jaar, dan is een huis kopen slimmer en voordeliger.”
Systeembeheerders ontzorgen
Voor een IT-infrastructuur geldt volgens Bosschaart hetzelfde: breng je die elders onder, dan scheelt dat gedoe, maar daar betaal je wel voor. Bosschaart: “Over het algemeen kun je stellen dat het voor organisaties met een onvoorspelbare workload slimmer is in ieder geval een flink deel van de infrastructuur onder te brengen bij een gehuurde cloud. Maar is je workload voorspelbaar, dan is het uiteindelijk een stuk goedkoper om je infrastructuur in je eigen datacenter op te nemen.”
Vooral bij grote speelt dat laatste, weet Bosschaart. Vanuit zijn functie adviseert hij organisaties en vertelt ze wat ze het beste kunnen doen: hun architectuur in zijn geheel onderbrengen bij een gehuurde cloud, alles on-premise doen óf een combinatie van die twee. “We adviseren vooral grote organisaties. In Nederland zijn dat organisaties met duizenden tot tienduizenden werknemers. Bij hen zie je dat ze toch altijd in ieder geval een deel van hun infrastructuur on-premise willen houden. Bijvoorbeeld omdat ze gevoelige informatie willen afschermen en deze niet op servers in het buitenland willen opslaan.”
Nutanix geeft klanten niet alleen advies, maar vereenvoudigt de infrastructuur ook. Dat ontzorgt de systeembeheerders, zodat zij zich niet bezig te houden met het draaiend houden van de server en zich weer kunnen focussen op het ondersteunen en verbeteren van de bedrijfsprocessen. Bosschaart: “Mochten ze alsnog in de problemen komen, dan kunnen wij vanuit Nutanix ondersteuning bieden.”
Steeds meer organisaties stappen over naar een hyper-converged infrastructure, al vinden ze dat volgens Bosschaart soms wel spannend. Overstappen betekent het loslaten van het standaard drielaagsmodel, waarin aparte systemen gebruikt worden voor computing, storage en networking. Maar dat drielaagsmodel is volgens Bosschaart juist waar de problemen ontstaan, omdat er vaak verschillende platforms worden gebruikt die niet altijd even goed met elkaar samenwerken. Bosschaart: “Maar Einstein zei het al: problemen kunnen niet worden opgelost met dezelfde mindset die ze veroorzaakt heeft.”
Nutanix.NEXT on Tour
Nutanix organiseert op 1 December Nutanix .NEXT On Tour in De Fabrique te Maarssen. Dit 1-daags event biedt organisaties inzichten in de laatste en nieuwste datacenter ontwikkelingen.
Ik reageer nu op het artikel van Nutanix, maar hetzelfde geldt bijvoorbeeld voor de HC-oplossingen van HPE. Er wordt de indruk gewekt dat er een compleet nieuwe technologie achter termen als Hyper Converged en Cloud-in-a-Box zit. In werkelijkheid zijn het niet meer dan marketingtermen die de afnemers zand in de ogen strooien, waardoor ze bereid zijn veel meer te betalen voor producten die in een andere vorm veel goedkoper zijn.
Het is bijvoorbeeld relatief eenvoudig om losse racks te kopen en daar losse netwerkswitches en servers met direct attached storage in te hangen. Installeer vervolgens een hypervisor naar keuze en definieer wat templates om eenduidig en snel nieuwe servers uit te kunnen rollen. Bij uitbreiding (opschalen/uitschalen) doe je meer van hetzelfde, ook weer eenduidig en herhaalbaar. Je hebt zo je eigen Hyper Converged Storage oplossing gebouwd.
En het effect op de beheerlasten en -inspanning zal exact hetzelfde zijn als wanneer je een kant en klare oplossing aanschaft.
Het grote verschil is dat het zelf samenstellen van je Hyper Converged Storage oplossing een eenmalige kostenpost is. Bij de initiële aanschaf van een kant en klare HC-oplossing betaal je veel meer dan de som van de losse componenten, en die hoofdprijs blijf je betalen bij iedere uitbreiding. Het geheel is hier dus enkel meer dan de som der delen als we naar de prijs kijken.
Laat ik duidelijk zijn. Ik ben ook voorstander van het samenvoegen van de drie lagen (networking, computing en storage) om ze centraal te kunnen beheren en uitbreiden als één logische entiteit. Maar laten we dat dan benoemen als een activiteit die iedere organisatie zelf kan uitvoeren, en niet als Hyper Converged Storage, om de simpele reden dat u met Hyper Converged Storage een marketingterm koopt waarvan de extra prijs op de losse delen niet in verhouding staat tot wat het brengt.
En als een organisatie koudwatervrees heeft om zelf tot integratie van de drie lagen te komen… Aristoteles zij het al: “Wat men moet leren doen, leert men door het te doen.”
Applicaties op servers met Direct Attached Storage.
Precies zoals vroeger, alleen nu noem je het hyper converged. Denk inside the box zegmaar.
Gert-Jan verzint daar nog hypervisor bij, maar das al teveel gedoe volgens de echte hyperconverger die niet zonder de Nutanix kan.
“Iedereen moet denken als de cloud”. Oude infra is playmobil en hyperconverged is lego legt Nutanix uit.
Lagenmodel loslaten en je storten op 1 leverancier.
Aan het eind de verwijzing naar Einstein. Die vindt het ook een goed idee 😉