De implementatie van IoT-toepassingen (internet of things) bezorgt organisaties zowel op technologisch als strategisch vlak de nodige hoofdbrekens. Managers worstelen vooral met realtime data-analyse (22 procent), beveiliging (22 procent) en het realiseren van een cultuuromslag binnen hun organisatie (20 procent). Dat blijkt uit onderzoek van leverancier van business intelligence (bi) en data management software SAS. Dat bedrijf peilde de verwachtingen en uitdagingen van zogenoemde early adopters van IoT-toepassingen.
‘Ondanks de belangstelling voor het internet of things (IoT) kunnen nog maar weinig bedrijven concrete successen laten zien’, stelt SAS. Realtime data-analyse wordt als grootste uitdaging gezien. Uit de vragenronde blijkt verder dat veel organisaties nog niet klaar zijn voor aanpassingen in de werkwijze die het implementeren van IoT vereist.
Mathias Coopmans, business development manager bij SAS licht toe: ‘Om de volledige waarde uit IoT-implementaties te halen, moet het werk op een andere manier worden georganiseerd en moeten processen worden herzien. De bedrijfsvoering moet worden ondersteund op basis van realtime gegevensanalyse. Door de enorme hoeveelheid data en de inspanningen die nodig zijn om die data op een doeltreffende en bovenal veilige manier te verwerken, is dit geen eenvoudige taak.’
Het onderzoek van SAS geeft ook voorbeelden van organisaties die zeggen ‘goed op weg te zijn’ met de integratie van IoT in hun bedrijfsvoering. Ongeveer 20 procent van de respondenten noemt initiatieven op het gebied van de ‘connected customer’ als hoogste prioriteit, gevolgd door automatische diagnoses (17 procent) en het traceren van assets (16 procent). ‘Dat zijn allemaal zaken waarvoor het een vereiste is om binnen korte tijd veel data-analyses uit te kunnen voeren’, licht SAS toe.
Data scientist
De onderzoekers stellen dat veel bedrijven zowel klantvoordelen als operationele voordelen van specifieke IoT-initiatieven verwachten. Dit blijkt uit het feit dat ‘operationele efficiency’ (43 procent) en ‘betere gebruikerservaring’ (36 procent) bovenaan de lijst met verwachte resultaten staan.
SAS schrijft verder dat de technologische uitdagingen en de cultuuromslag om daadwerkelijk voordeel te halen uit IoT ook nieuwe vaardigheden vergen. ‘Verrassend is dat de respondenten vaardigheden van interne data scientists niet in hun top vijf hebben staan van de zaken die nuttig zijn bij de implementatie van IoT-toepassingen. De meesten respondenten noemden samenwerking met externe consultants (15 procent), terwijl procesautomatisering (13 procent) op de tweede plaats kwam.’
Lange termijn
Coopmans: ‘Veel managers realiseren zich dat het ontwikkelen van interne vaardigheden tijd vergt en dat de ontwikkeling van IoT niet op zich laat wachten totdat bedrijven er intern klaar voor zijn. Het is echter wel belangrijk om aandacht te schenken aan de langetermijnstrategie voor het al dan niet inhuren van externe medewerkers en de ontwikkeling van intern personeel vast te stellen.’
De genoemde gegevens komen uit het onderzoek ‘Internet of Things: Visualise the Impact’ SAS ondervroeg respondenten van 75 bedrijven uit negen branchecategorieën die varieerde van productiebedrijven tot de publieke sector.
Het blijft me verbazen … de managers kampen met problemen. Volgens mij zijn het vooral de mensen die het moeten bedenken en implementeren die met een probleem zitten, niet zozeer de managers