Fout! Niet alle robots zijn hetzelfde. Dat gezegd hebbende, laat ik eerst heel duidelijk zijn over één ding. We proberen zeker niet een vergelijking te maken tussen fysieke, mechanische, robots. Je weet wel, robots die je in een autofabriek ziet en bijvoorbeeld dashboards monteren in auto’s die op een lopende band staan. Of die schattig uitziende robots op tv die op een fiets rijden of een potje schaken tegen mensen. Wat we hier vergelijken dat zijn software robots met andere software robots. Appels met appels vergelijken zeg maar. De aanname in de markt is dat alle software robots hetzelfde zijn. Dit is echter totaal niet het geval.
Voordat we verdergaan met de vergelijking van software robots, laten we eerst eens vaststellen wat een software robot werkelijk is. De meesten classificeren een software robot als de vervanging van de handmatige taken van een mens. Echter als je een proces werkelijk end-to-end wil automatiseren dan moeten naast de menselijke handelingen ook de systeemtaken worden geautomatiseerd. Het gaat dus om automatisering binnen een compleet business proces. Waarbij deze processen efficiënter worden en degene die er mee werken een hogere mate van standaardisatie, compliance en controle bereiken. Kortom, een hoog gehalte fte kan zich hierdoor focussen op het leveren van toegevoegde waarde in meer levensvatbare delen van het bedrijf.
Om te begrijpen hoe software robots in staat zijn om deze verbeteringen te realiseren, moeten we een stap terug. Of zelfs een paar stappen terug. Om proces efficiëntie te verbeteren moeten robots ‘praten’ met applicaties zoals Oracle, SAP, Salesforce en anderen en hen vertellen wat te doen! De manier waarop ze praten en hoe ze weten wat ze moeten zeggen maakt een groot verschil op het niveau van ‘robotic automation’ dat kan worden behaald.
Methoden
Er zijn twee methoden die robots kunnen gebruiken om te communiceren met applicaties. Ze kunnen gebruik maken van de user interface, dit betekent dat de robot een gebruiker nabootst. Elke robot gebruikt zijn eigen desktop om te communiceren met de applicatie. Dit brengt een enorme infrastructuur van desktops met zich mee om het aantal robots dat gelijktijdig aan het werk is schaalbaar te maken. Duizend robots maken gebruik van duizend desktop sessies. Deze manier van communicatie staat ook wel bekend als ‘Analogue Robotics’ en is gebaseerd op de functionaliteit van eerste generatie robots.
De andere methode is door het gebruik van Application Programmable Interfaces. Hier praat de robot direct met de applicaties waarbij er geen desktop sessies nodig zijn en dus is schaalbaarheid geen probleem. Deze methode van het managen van applicaties door robots wordt ‘Digital Robotics’ genoemd en zijn tweede generatie robots.
Het gebruik van Analogue Robotics of Digital Robotics wordt gedicteerd door de applicaties waarvan jij wil dat de robot controle over heeft. Indien de applicatie geen gedefinieerde API’s heeft, dan gebruik je Analogue Robotics. Dit is vaak het geval met legacy en zelfgebouwde applicaties. Indien echter de applicatie gedefinieerde API’s heeft, wat bijna altijd het geval is met moderne toepassingen en services, dan heeft Digital Robotics duidelijke voordelen.
Dus wat zijn de voordelen en weet de robot wat hij moet doen in een proces?
Wat is en doet een robot
Om deze vraag te beantwoorden moeten we eerst vaststellen wat een robot is en doet. Een robot bevat een reeks instructies om een specifiek proces te voltooien. Deze instructies hebben betrekking op de applicaties die nodig zijn voor een specifiek business proces.
Robots zijn data-gedreven, wat betekent dat ze input data nodig hebben om een reeks instructies uit te voeren. Hoe de robots aan hun data komen, maakt een groot verschil in de efficiëntie van de robot inzet en hoe de organisatie hiervan kan profiteren.
Robots die mensen nodig hebben om hen aan het werk te zetten als in de front-office of servicedesk omgeving, hebben een beperkt effect op de productiviteit. Ze helpen eenvoudigweg de gebruiker bij het uitvoeren van een beperkte set van herhalende taken die een vaak een onderdeel zijn van bredere processen. Ze werken daarnaast serieel; één tegelijk. De productiviteitsverbeteringen die met deze eerste generatie robots behaald kunnen worden zijn ongeveer 10 tot 30procent.
Digitale robots die worden aangestuurd door andere digitale robots vinden hun eigen input om zelfstandig te werken en hebben een grotere impact op de productiviteitsniveaus en kunnen tevens complexe processen robotiseren. Plus, ze zijn schaalbaar en kunnen zoveel parallelle processen als nodig uitvoeren om hun taken te voltooien. Het enige moment waarop een digitale robot een mens nodig heeft is als hij een oordeel of goedkeuring nodig heeft.
Deze autonoom werkende digitale robots bieden veruit de hoogste winst in productiviteit en vermindering van arbeidskosten. Typische productiviteit verbeteringen die worden gerapporteerd liggen in de range van 70 tot 100 procent. Robotics is echter geen ‘one-size-fits-all’ oplossing. Het is dus noodzakelijk dat u begrijpt dat inzicht in de voor- en nadelen van een oplossing cruciaal is en u zich realiseert dat niet alle robots hetzelfde zijn.
Dus welke weg slaat u in? Of welke weg zou u in moeten slaan? Zonder dat wij de makkelijk weg kiezen, is het antwoord volledig aan u. Wat wilt u halen uit uw ‘robotization’ agenda? Wij denken dat u liever geneigd bent om het pad te kiezen dat u helpt om meer efficiency en marges te behalen, end-to-end proces zichtbaarheid te verbeteren en een hogere mate van standaardisatie, compliance en controle te behalen.
Eigenlijk een ‘no brainer’!
Geweldig, dit doet mijn ego goed.
Ik dacht altijd dat ik (soms zelfs slimme) scripts maakte om wat programma’s aan elkaar te knopen om dingen te automatiseren / vereenvoudigen, maar ik maak al die jaren dus al robots !!!
Als ik dat uitleg aan mijn kinderen snappen ze het tenminste … alhoewel, volgens mij verwachten ze nu dat ik volgende week met een zelfgemaakte BB8 thuiskom
ik denk dat ik het begrijp.
een analoge robot kan vloeken en met muis gooien als die per ongeluk op de verkeerde
button clickt of alsie het windowtje niet kan vinden, want die zit soms net ergens achter.
een digitale robot is nog niet zover. Die werkt met simpele JSON/XML/REST interfaces.
je hebt ook level-b robots. Die zitten bij elkaar bovenin het gebouw naar een powerpoint te kijken.
Mooi onderscheid wordt hier gemaakt tussen analoge robots die handmatige taken van de gebruiker nabootsen via de user interface (UI) en digitale robots die applicaties aanspreken via API’s.
Als die robots bovendien worden uitgerust met uitvoervoorspellingen die vervolgens ook weer geverifieerd worden via de user interface(s) of API’s heb je precies wat wordt beoogd met testautomatisering. In dat geval zou je dus van testrobots kunnen spreken. Of kortweg van testbots, zoals in: https://nl.wikipedia.org/wiki/Bot_(computerprogramma).
Naast legacy en zelfbouwapplicaties is er nog een derde reden om menselijke handelingen via user interfaces door middel van analoge robots te simuleren, namelijk bij het gebruiken of testen van selfservice.
Niet datagedreven digitale robots, maar doelgedreven analoge robots zijn in staat om zelfstandig werkend hun eigen data te vinden, wat ze bij uitstek geschikt maakt voor het gebruiken of testen van selfservice-applicaties.
Resteert de vraag of de weg wordt ingeslagen naar een kille, digitale wereld of naar een analoge, overeenstemmende, menselijke wereld.