Door de toetreding van Jan van Alphen aan een werkgroep van ITU (International Telecommunication Union) krijgt Nederland een stem in de strategische richtlijnen voor het wereldwijde roaming-beleid. Van Alphen is voorzitter de Nederlandse Branchevereniging ICT en Telecommunicatie Grootgebruikers (BTG).
Van Alphen neemt plaats in de werkgroep vanuit zijn rol als board member bij International Telecommunications Users Group (Intug). De werkgroep heeft tot doel is om bouwstenen van wereldwijde mobiele roaming te definiëren. Het traject start met een assessment-rapport, dat eind dit jaar gereed moet zijn. In het derde kwartaal van 2017 verwacht de werkgroep een concreet, gedragen beleid te hebben ontwikkeld.
Dit beleid moet verder gaan dan alleen definiëring op basis van een gemiddeld consumentengebruik in dagen, een eerder plan van de Europese Commissie had het namelijk over een zogenaamde Fair Use Policy van negentig dagen.
Stevige kritiek
Dit plan kon echter rekenen op stevige kritiek van vooral consumentenorganisaties. Voorzitter Jean-Claude Juncker trok het plan terug. Later deze week moet een nieuw voorstel volgen. De Europese Commissie wil na 15 juni 2017 een einde maken aan de hogere hogere buitenlandse kosten voor bellen en internetten.
Intug, dat invloed kan uitoefenen op internationaal beleidsniveau, vindt dat een algehele eliminatie van roaming-tarieven de einddoelstelling moet zijn. Zij vinden dit tarievenstelsel simpelweg niet toekomstbestendig. Van Alphen: ‘De huidige businessmodellen zijn ernstig verouderd. Gezamenlijk met alle stakeholders, van overheid tot ict/telecommunicatie-leveranciers, waaronder telecomproviders, tot aan consumenten, moeten nieuwe modellen worden ontwikkeld die beter op de veranderende vraag- en aanbodverhouding aansluiten. Dit is in het voordeel van ons allen.’
Afspraken op internationaal niveau
Afspraken op internationaal niveau ziet Van Alphen daarom als essentieel. ‘Uiteraard begrijpen ook wij dat de invulling van dit proces complex is, mede omdat er internationaal draagvlak voor nodig is. Meer transparantie in kosten en tarieven zijn goede eerste stappen om dit proces vorm te geven. Daarnaast moet worden gewerkt aan een internationale harmonisatie van kosten en markt- en concurrentiebalans. Dat zijn randvoorwaarden voor succes.’
De werkgroep werd gezamenlijk gestart op de International Mobile Roaming-conferentie in Genève, waar de visies van beleidsontwikkelaars, consumentenorganisaties en de private sector werden verenigd.