Het belastbare loon van directeuren/grootaandeelhouders van innovatieve starters mag vanaf volgend jaar onder bepaalde voorwaarden op het wettelijk minimumloon worden vastgesteld. Deze stimulerende maatregel wordt bekostigd uit de vijftig miljoen euro die vanaf 2017 jaarlijks beschikbaar is voor stimulering van start-ups en het innovatieve midden- en kleinbedrijf. Dit blijkt uit de nieuwe Miljoenennota.
De versoepeling geldt voor dga’s van bedrijven die aan onderzoek en ontwikkeling doen. Voor de toepassing van de afdrachtvermindering voor speur- en ontwikkelingswerk moeten ze bovendien als starter worden aangemerkt.
Het kabinet is zich ervan bewust dat starters die onderzoek en ontwikkeling doen, voor deze werkzaamheden extra investeringen moeten doen. Bekeken is hoe starters hiermee kunnen worden gestimuleerd. Het kabinet stelt daarom voor om een deel van de vijftig miljoen euro te bestemmen voor een gerichte verruiming van de zogenoemde gebruikelijkloonregeling voor innovatieve starters. Dit gebruikelijk loon is bedoeld voor de natuurlijk persoon (dus niet alleen een directeur of bestuurder) die een aanmerkelijk belang heeft in een bedrijf.
Internationaal is het gebruikelijk dat de directeur/grootaandeelhouder in de eerste jaren afziet van loon. Zo kunnen de middelen in de onderneming blijven. Voor dga’s van starters met geen of nauwelijks winst is het onder omstandigheden mogelijk het loon lager vast te stellen dan bij dga’s van andere ondernemingen. Dit moet in overleg met de fiscus. Dat proces wordt door sommige starters ervaren als tijdrovend. Bovendien is de uitkomst onzeker. Daarom wil het kabinet de gebruikelijkloonregeling versoepelen. Concreet betekent dit dat vanaf 2017 het belastbare loon van dga’s mag worden vastgesteld op het wettelijk minimumloon. De nieuwe regeling geldt in principe tot 1 januari 2022. Bij goede ervaringen wordt de regeling verlengd.
De eerder genoemde vijftig miljoen euro komt bovenop het Aanvullend Actieplan MKB-financiering dat maximaal 2,5 miljard euro bevat voor versterking van het eigen vermogen van het mkb en voor verbreding van het financieringsaanbod.