‘Cloud computing was twee jaar geleden alleen nog te vinden bij vernieuwende en innovatieve organisaties. In [jaartal] is deze techniek doorgegroeid naar een mainstream-oplossing voor bedrijven van verschillende groottes in diverse branches.’
Deze twee zinnen komen uit een artikel dat eerder op Computable verschenen is. Nu is natuurlijk de vraag: om welk jaartal het gaat? Het antwoord is hier te vinden, in de eerste alinea.
We hebben het hier dus over een artikel op Computable van ruim vijf jaar geleden, maar het zou net zo goed een verhaal kunnen zijn dat vorige week is gepubliceerd. Blijkbaar is er in vijf jaar nauwelijks iets veranderd in de manier waarop erover cloud computing wordt geschreven – al is het gebruik van public cloud services uiteraard wel in de breedte toegenomen. Leveranciers en consultants willen ons al jarenlang doen geloven dat de belofte van de cloud nu toch eindelijk écht is doorgedrongen tot de meerderheid van de bedrijven en haar eindgebruikers. Behalve dan dat dit nog steeds niet zo is.
Gecharmeerd
In een aantal gevallen is het de klant die duidelijke bezwaren heeft tegen het gebruik van publieke cloud services. In de praktijk blijkt echter dat het overgrote deel van de bedrijven vaak erg gecharmeerd is van de potentiële voordelen die ‘de cloud’ met zich mee brengt, met name vanuit een strategisch oogpunt. Helaas zijn zij over het algemeen niet voldoende op de hoogte van de (mogelijke) technische implicaties en welke factoren een rol spelen bij een succesvolle migratie richting de cloud. Een goed advies is hier dan ook op zijn plaats. Met name dit laatste punt wordt nog weleens onderschat.
Voordat ik wat specifieker in ga op een aantal van deze implicaties en/of factoren lijkt het me verstandig om eerst eens te onderzoeken waar die mogelijke kloof tussen de cloud-enthousiaste leveranciers en consultants enerzijds en de wat meer sceptische eindgebruiker, maar ook consultants anderzijds eigenlijk vandaan zou kunnen komen.
Bell-curve
Volgens een zestig jaar oud model van de Amerikaanse wetenschapper Everett M. Rogers volgt de adoptie van een innovatief product een standaard bell-curve(zie nevenstaand figuur).
Hoewel puur theoretisch, biedt dit model wel aardige handvaten om te begrijpen hoe een nieuw product zich verspreidt in de samenleving. Neem als voorbeeld de iPhone, een kleine tien jaar geleden. Er is altijd wel een heel select groepje enthousiastelingen (innovators) dat bereid is om zo’n nieuw apparaat als eerste uit te proberen. Daarna volgt de eerste wat grotere groep van early adopters, trendsetters die ervoor gaan zorgen dat een kritische massa bereikt wordt. Daarna volgt pas de grote bulk (early en late majority) en er is altijd een groep die er een beetje ‘achteraan hobbelt’ (de laggards).
Waar zou cloud computing zich bevinden in dit model? Als we de experts mogen geloven, dan zitten we ergens in de early majority-fase. Maar dat wordt dus al jaren geroepen (op zijn minst sinds begin 2011). Dat is een behoorlijk lange periode, zeker in onze tijd waarin deze curve steeds sneller doorlopen wordt (de smartphone zit al lang in de long tail van de laggards-fase).
Het lijkt er sterk op dat de adoptiecurve van cloud computing een grote drempel vertoont op weg naar boven. We komen vooralsnog niet verder dan de early majority, terwijl leveranciers al jaren roepen dat het een kwestie van hooguit drie tot vijf jaar is voordat cloud computing mainstream is.
Uiteraard zijn er diverse vormen van cloud computing te benoemen. Eén daarvan is SaaS (software as a service), zoals Office 365 en salesforce. Voor dit type cloud service gaat de hierboven genoemde stelling dan ook zeker op; vandaag de dag zijn SaaS-diensten niet meer weg te denken uit zowel de zakelijke als privé markt – en volkomen terecht, als je het mij vraagt.
Echter, als we het hebben over het verplaatsen, of migreren van een compleet datacenter, of een aanzienlijk deel hiervan inclusief de virtuele desktop, applicaties en data, dan zou het mij niets verbazen als dit nog minstens een jaar of tien gaat duren, waarschijnlijk zelfs langer, voordat het overgrote deel van de bedrijven deze overstap zal maken.
Waarom is de helling van de cloud-curve zo steil? Het antwoord op die vraag is helaas niet zo eenvoudig en heb ik niet direct paraat, maar ik heb wel een aantal vermoedens. Er zijn behoorlijk wat redenen voor bedrijven om de cloud nog even uit te stellen en die hebben veelal te maken met security, privacy, zogenaamde legacy-applicaties, performance en/of een bestaande infrastructuur die niet zomaar kan worden vervangen.
Vasthouden aan on-premises datacenters
Hieronder volgt een aantal mogelijke redenen waarom bedrijven vasthouden (geadviseerd of op eigen initiatief) aan hun on-premises datacenters, kiezen voor een hybride aanpak of waarom ze voorlopig nog helemaal geen gebruik zullen gaan maken van public cloud services in de komende drie tot vijf jaar.
1. Gevoelige data
Dit zal wel altijd een van de heetste hangijzers blijven; waar wordt data opgeslagen, wordt encryptie toegepast, wie heeft toegang en wie is eigenaar van de data?
2. Prestaties
Niet alle applicaties functioneren goed, of goed genoeg, als ze fysiek worden gescheiden van hun data. Lokaliteit van data is en blijft belangrijk, zelfs met de meest recente ontwikkelingen rondom Microsoft Azure Remote App/Citrix XenApp Express en Windows 10 VDI vanuit de cloud.
3. Internetverbindingen
Wie alles verplaatst naar de cloud wordt erg afhankelijk van een goede en veilige verbinding. Een gebrek aan bandbreedte of vertragingen en storingen kunnen een negatieve impact hebben op de gebruikerservaring, zeker wanneer data en applicaties fysiek van elkaar zijn gescheiden. Maatwerk biedt hier in veel gevallen uitkomst, maar is vaak (nog) erg duur in aanschaf en onderhoud.
4. Fysieke afstand
Hoewel cloud datacenters (Azure, AWS) overal aanwezig lijken, valt dit in de praktijk vaak tegen en zijn klanten nog steeds afhankelijk van de fysieke afstand tot het datacenter. Hoe dichterbij, des te beter de responstijden, iets wat overigens ook op SaaS-diensten als Office 365 van toepassing is.
5. Authenticatie
Veel bedrijven maken zich zorgen over gebruikersauthenticatie die in de cloud plaatsvindt. Zelfs als dit technisch gezien niet het geval is, blijft dit een lastig punt om uit te leggen. Als authenticatie wel in de cloud plaatsvindt, gebeurt dit bijna zonder uitzondering op een veilige en gecontroleerde manier – vaak gaat het dan ook om een ‘gevoel’ wat bij de klant leeft.
6. Vertrouwen
Een gebrek aan vertrouwen geldt niet alleen voor bedrijfsdata en authenticatie, maar ook als het gaat om uptime, de algehele gebruikerservaring, sla’s, verantwoordelijkheden, et cetera. Door veel bedrijven wordt de cloud nog niet beschouwd als ‘proven technology’.
7. Exitstrategie / vendor lock-in
Bedrijven zijn vaak bezorgd dat ze niet meer terug kunnen als ze eenmaal de overstap hebben gemaakt naar de cloud. Ook leven er vaak zorgen dat het terugdraaien van die beslissing een kostbaar en langdurig proces is.
8. Controle
Veel organisaties willen niet afhankelijk zijn van een derde partij voor het beheren en onderhouden van hun infrastructuur, data en of applicaties; liever willen ze zelf de volledige controle behouden. Afhankelijk van de gekozen cloud-service is dat niet altijd mogelijk.
9. Kosten
Het is (nog) niet per definitie goedkoper om je (volledige) infrastructuur/datacenter in de cloud te hosten. Hiernaast kost de transitie van on-premises naar de cloud veel tijd en een gedegen planning, iets wat vaak wordt onderschat.
10. Legacy
Veel bedrijven zijn nog (te) afhankelijk van bestaande ‘legacy’ (Windows-)applicaties die om de meest uiteenlopende redenen vaak moeilijk zijn te migreren naar de cloud. In veel gevallen is de compatibiliteit van data en applicaties bepalend voor het succes van een cloud implementatie. De meeste startups zullen mede om deze reden bij voorkeur gebruik maken van SaaS-diensten in plaats van te investeren in een eigen private datacenter. Echter, niet elk ‘nieuw’ bedrijf is een start-up. Veel bedrijven zijn onderdeel van een franchise en moeten daarom meestal de software gebruiken die het hoofdkantoor aanbiedt. Hetzelfde geldt voor sectoren zoals finance, de gezondheidszorg, farmacie en de overheid, waarin gebruik wordt gemaakt van branche-specifieke software die niet ‘zomaar’ gemigreerd kan worden naar de cloud of vervangen kan worden door een soortgelijke SaaS-oplossing. Een vooraanstaand lid van de it-‘community’ zei ooit eens: na een nucleaire oorlog zijn het Windows-applicaties en kakkerlakken die het overleven – een goed punt wat mij betreft. Uiteindelijk komen we er wel, het is alleen niet zo eenvoudig als men vaak denkt.
11. Beperkingen van DaaS
Hetzelfde geldt voor desktop as a service (DaaS). Voor sommige bedrijven en eindgebruikers is DaaS perfect, voor anderen is het concept te beperkt. Dit is overigens ook iets wat (sterk) per aanbieder (provider) kan verschillen, en dan doel ik met name op de mogelijkheden die je als klant hebt voor het opslaan, configureren en beheren van profiel-, applicatie- en afdeling-data, print- en scan-opties, mogelijke aanpassingen op het basis (Windows) image en meer. Dit kan overigens ook gelden voor public cloud-services als IaaS, PaaS en SaaS – afhankelijk van de provider waarmee je aan tafel zit zullen de aangeboden configuratie- en beheeropties mogelijk van elkaar verschillen.
12. Virtuele on-premises desktops
Er wordt al een tijdje over gesproken, maar wat als on-premises virtuele desktops goedkoper, eenvoudiger en flexibeler te beheren worden dan hun cloud evenknieën? Met alle ontwikkelingen op het gebied van bijvoorbeeld hyperconvergence, producten als Azurestack en Openstack wordt het steeds goedkoper, efficiënter en vooral ook makkelijker om on-premises infrastructuren te beheren; je eigen private-cloud. Firmware-updates die een heel weekend in beslag nemen zijn gelukkig iets uit het verleden. Het toevoegen van additionele opslag- of rekencapaciteit is zo eenvoudig als het toevoegen van een extra node; de software doet de rest. Dat is de kracht van ‘software defined’. Een ander bijkomend voordeel van dergelijke platformen zijn de cloud-integratiemogelijkheden, iets wat de opstap naar de cloud verder vereenvoudigt of bijdraagt aan een ultiem hybride platform.
Conclusie
Public cloud services hebben de toekomst, zo veel is wel zeker. Er zal echter nog heel wat moeten gebeuren voordat het overgrote deel van de on-premises datacenters volledig of deels verplaatst kunnen en zullen gaan worden naar ‘de cloud’. Zelfs als de techniek geen remmende factor meer speelt en op het gebied van dataprivacy alles is afgedekt, met name vanuit een juridisch oogpunt, zullen er on-premisses datacenters bestaan, en misschien wel meer dan je denkt. Persoonlijk geloof ik dan ook niet in een zogenaamde cloud-only toekomst – hybride, ja, dat wel, maar ook dat heeft tijd nodig.
Bas van Kaam, senior management consultant bij Detron
Een soortgelijke versie (Engelstalig) van dit artikel is verschenen op mijn blog.
Online survey
Ik ben erg benieuwd hoe anderen dit alles ervaren. Mede om deze reden heb ik een online survey samengesteld, genaamd ‘The state of public cloud services – the 2016 community edition’ bestaande uit 35 vragen totaal. Het doel is om een beter beeld te krijgen van de huidige staat rondom public cloud computing, niet alleen in Nederland en Europe maar ook in andere delen van de wereld. Ik wil jullie van harte uitnodigen om hier aan deel te nemen. De eindresultaten zal ik over enkele weken hier delen en op basvankaam.com, inclusief een gedetailleerd rapport.
De vragenlijst kost je ergens tussen de vijf en tien minuten om in te vullen, is volledig anoniem (er worden geen persoons- en/of bedrijfsgegevens gevraagd) en is via deze link te vinden. Reacties in de comments zijn uiteraard ook welkom.
Dus de cloud was toch een hype?
Eén flinke bui en de cloud is er niet meer!
We hebben allerlei cycli in de ICT:
* centralisatie, decentralisatie, centralisatie, …
* insourcing, outsourcing, insourcing, …